Buitenplaatsen oefenen al eeuwenlang een grote aantrekkingskracht uit. Deze paradijselijke lusthoven werden veelal tijdens en na de Gouden eeuw aangelegd door de rijke stedelijke elite om ‘s-zomers in te wonen en op te recreëren. Maar buitenplaatsen dienden ook als statussymbool waarmee gasten konden worden geïmponeerd. Later bouwden ook leden van de adellijke elite hun oncomfortabele middeleeuwse kastelen om tot luxeueze buitenplaatsen.
De buitenplaats bestaat uit een imposant, eventueel omgracht, landhuis of kasteel omringd door een harmonieus complex van bijgebouwen, esthetisch aangelegde siertuinen met tuinornamenten en tuingebouwen, en parkbossen met daarin vaak een uitgebreid lanenstelsel. Dit buitenplaats ensemble ligt veelal centraal op een landgoed, dat soms wel honderden hectaren groot is. Het landgoed met landbouwgronden, pachtboerderijen en productiebossen zorgden ervoor dat de buitenplaats ook nog geld in het laatje bracht.
Buitenplaatsen vormen door hun combinatie van monumentale gebouwen, groen erfgoed en het omringende landgoed met een afwisselend kleinschalig coulisselandschap, een zeer aantrekkelijke omgeving voor een wandel- of fietstocht of een vakantie.
Top 25 – Mooiste Historische Buitenplaatsen van Nederland
- Kasteel Twickel (Ambt Delden, Twente, Overijssel). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 81 rijksmonumenten op het grote Landgoed Twickel van 4.400 hectare.
- Kasteel Amerongen (Amerongen, Utrecht). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 41 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed van ongeveer 100 hectare.
- Kasteel Middachten (De Steeg, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 40 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed van ongeveer 1.000 hectare.
- Paleis Soestdijk (Baarn, Utrecht). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 30 rijksmonumenten op landgoed van 165 hectare.
- Kasteel Eijsden (Eijsden, Limburg). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 30 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed waar ook het bijzonder hellingbos Savelsbos onder valt.
- Jachthuis Sint Hubertus (Hoenderloo, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 30 rijksmonumenten op NSW-landgoed De Hoge Veluwe van 5.400 hectare.
- Kasteel Duivenvoorde (Voorschoten, Zuid-Holland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 24 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed van 262 hectare.
- Kasteel Rosendael (Rozendaal, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 21 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed van 50 hectare.
- Kasteel Slangenburg (Doetinchem, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 12 rijksmonumenten op het gelijknamige NSW-landgoed van ongeveeer 570 hectare.
- Buitenplaats Bisdom van Vliet (Haastrecht, Zuid-Holland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 12 rijksmonumenten en een overtuin van 3 hectare.
- Paleis Het Loo (Apeldoorn, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 11 rijksmonumenten op landgoed Kroondomeinen Het Loo van 10.400 hectare.
- De Schaffelaar (Barneveld, Gelderland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland met 9 rijksmonumenten en ligt op het gelijknamige NSW-landgoed van 94 hectare.
- Trompenburgh (‘s-Graveland, Noord-Holland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland op landgoed van 21 hectare.
- Rams Woerthe (Steenwijk, Overijssel). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland aan de rand van het gelijknamig park van 10 hectare.
- Paleis Huis ten Bosch (Den Haag, Zuid-Holland). Historische buitenplaats in de rijksmonumenten top 100 van Nederland en woonhuis van Koning Willem-Alexander op landgoed van 16 hectare.
- Paviljoen Welgelegen (Haarlem, Noord-Holland). Historische buitenplaats met paleisachtig hoofdgebouw dat in de rijksmonumenten top 100 van Nederland staat aan het stadspark Frederikspark van 3 hectare.
- De Wiersse (Vorden, Gelderland). Historische buitenplaats met 48 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van ongeveer 300 hectare, waaronder 16 hectare tuinen.
- Kasteel Weldam (Kerspel Goor, Markelo, Overijssel). Historische buitenplaats met 43 rijksmonumenten op NSW-Landgoed Weldam van 1.700 hectare.
- Het Warmelo (Diepenheim, Overijssel). Historische buitenplaats met 41 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van 27 hectare.
- Huis Singraven (Denekamp, Overijssel). Historische buitenplaats met 39 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van 475 hectare.
- Elswout (Overveen, Noord-Holland). Historische buitenplaats met 36 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van 85 hectare.
- Kasteel De Haar (Haarzuilens, Utrecht). Historische buitenplaats met 34 rijksmonumenten op NSW-landgoed Haarzuilens van ongeveer 400 hectare.
- Heerlijkheid Mariënwaerdt (Beesd, Gelderland). Historische buitenplaats met 34 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van ongeveer 900 hectare.
- Huis de Poll (Voorst, Gelderland). Historische buitenplaats met 34 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van ongeveer 900 hectare.
- Het Nijenhuis (Diepenheim, Overijssel). Historische buitenplaats met 33 rijksmonumenten op gelijknamig NSW-landgoed van ongeveer 200 hectare.
Historische buitenplaatsen – Zomerhuizen voor de rijke elite
Een buitenplaats is een luxe zomerverblijf in het landelijke gebied voor de rijke stedelijke elite. Het bestaat uit een imposant, eventueel omgracht, landhuis dat omgeven is door, vaak even indrukwekkende, bijgebouwen. Deze gebouwen vormen een harmonieus en onlosmakelijk geheel met de omliggende esthetisch aangelegde siertuinen, waterpartijen, lanen en parkbossen. Het landhuis heeft bovendien veelal een zichtrelatie met het omliggende landschap.
Vooral in het midden en westen van Nederland, in goed bereikbare gebieden rondom de grote en middelgrote historische handelssteden, lieten gefortuneerde kooplieden en regenten tussen 1620 en de twintigste eeuw honderden buitenplaatsen in het landelijke gebied bouwen. Hier ontvluchten ze ’s-zomers de drukte en stank van de stad met haar vervuilde grachten, in die tijd vaak niet meer dan een open riool, die ook nog eens de oorzaak waren van allerlei soms dodelijke epidemieën.
Op de buitenplaatsen creëerden de elite hun eigen paradijzen en oases van rust. Het draaide er om natuurbeleving, schoonheid en de kunst van het genieten. Afhankelijk van de periode waarin ze werden gebouwd en de in die tijd in de mode zijnde bouwstijl weerspiegelen de landhuizen verschillende architecturale stijlen. In hun fraai ingerichte buitenhuizen hielden de rijken zich bezig met literatuur, poëzie, muziek, tuinarchitectuur en beeldende kunst. Rondom het landhuis wandelden ze door hun siertuinen en parken, genoten van de jacht en kweekten of hielden exotische planten en dieren.
Voor veel eigenaren was de buitenplaats daarnaast een investering die geld moest opleveren. Hiertoe werd rondom de buitenplaats, een soms honderden hectaren groot, landgoed gesticht met landbouwgronden, pachtboerderijen en productiebossen.
In de loop der eeuwen werd het bezit van een buitenplaats voor de stedelijke elite een statussymbool, het tastbare bewijs van de smaak en rijkdom van de eigenaar waarmee indruk op hun gasten kon worden gemaakt. Hoe mooier het huis en tuinen, hoe hoger het aanzien van de bewoners. Exemplarisch hiervoor zijn de grootse theekoepels die op de grens van de buitenplaats en de doorgaande water- en landwegen werden gebouwd. Hier ging het om ‘zien en gezien worden’.
Ook werden steeds meer middeleeuwse kastelen omgevormd tot buitenplaatsen. Met de introductie van het buskruit ging de beschermende functie van deze koude, donkere en bedompte versterkte gebouwen verloren. Veel kastelen waren, zeker in het rampjaar 1672 door de Fransen verwoest. Deze tot ruïne vervallen kastelen werden verkocht aan rijke stedelingen en dienden als basis voor een nieuwe buitenplaats. Maar ook gefortuneerde adellijke families, die soms al eeuwenlang eigenaar waren van een kasteel, lieten deze aanzienlijk verbouwen tot een luxueuze buitenplaats. Deze trend kreeg een impuls door de eisen die aan een landhuis (i.e. havezaten, ridderhofsteden, borgen, staten) van personen van adel werden gesteld om toe te kunnen treden tot het ridderschap van een provincie. Tegenwoordig resteren er dan ook nog maar enkele kastelen die niet gemoderniseerd zijn tot buitenplaats.
Na de bloei van de Gouden Eeuw volgden slechtere tijden en zijn vele buitenplaatsen vanwege de hoge kosten voor het onderhoud teloor gegaan en/of verkocht. De onderhoud intensieve formele tuinen met hun geometrische patronen werden vervangen door minder arbeidsintensieve landschapstuinen naar Engels voorbeeld, mede door de opkomst van de Romantiek. Zo ontstonden parken die heel natuurlijk leken, maar helemaal gepland waren. De historische landhuizen die niet werden gesloopt kregen vaak een andere functie, als onderwijsinstelling, kantoor of zorgcentrum.
Van de ongeveer 6000 historische buitenplaatsen die Nederland ooit rijk was zijn er nog altijd zo’n 550 over. Bijna zonder uitzondering ademen deze iconische locaties luxe en grandeur uit als nooit tevoren. Het imposante landhuis is dan ook veelal een rijksmonument, maar ook veel van de bijgebouwen, tuinornamenten (tuinbeelden, fonteinen, bruggen, windwijzers, etc.), tuinbebouwing (prielen, theekoepels, duiventorens etc.) en de tuin- en parkaanleg van deze historische buitenplaatsen zijn aangewezen als rijksmonument. Zo bestaat het historische buitenplaats complex kasteel Twickel uit wel 81 rijksmonumenten. Bovendien staan zestien van deze historische buitenplaatsen in de Top 100 van meest waardevolle Nederlandse rijksmonumenten en zijn daarmee ook erkend als internationaal monument.
Diverse van de nog bestaande historische buitenplaatsen zijn (deels) opengesteld voor het publiek. De landgoederen waarop ze liggen zijn gerangschikt als Natuurschoonwet (NSW) landgoed, waar de eigenaar van het historische buitenplaats belastingvoordelen krijgt mits hij een groot deel van het landgoed jaardoor openstelt voor het publiek.