’s-Graveland – 12 parallelle buitenplaatsen

8 minuten leestijd

’s-Graveland is een bijna volmaakt rechthoekige plaats die voor meer dan 90% bedekt is met in totaal 12 buitenplaatsen. Het is een van de dorpen met de meeste buitenplaatsen van Nederland. Deze plaats is in 1634 ontstaan nadat er in opdracht van een groep rijke kooplieden uit Amsterdam een polder was aangelegd op dit grensgebied van laagveen en woeste zandgronden. Nadat het land was ontgonnen werden de langwerpige kavels verloot onder de participanten.

In de eeuwen erna ontwikkelde het gebied zich tot een buitenplaatsenlandschap. Bijna de gehele plaats ’s-Graveland is tegenwoordig een beschermd dorpsgezicht en wordt gekarakteriseerd door de statige landhuizen in een parkachtige omgeving en de lange rechte lijnen van de oorspronkelijke kavels. In de landschappelijke tuinen liggen ommuurde moestuinen, theekoepels, oranjerieën en andere voor buitenplaatsen karakteristieke gebouwen. Hieronder bevind zich buitenplaats Trompenburgh, één van de mooiste historische buitenplaatsen van Nederland dat in de top 100 van meest waardevolle Nederlandse rijksmonumenten staat.

Gooise vrije boeren delven het onderspit

’s-Graveland ligt midden in Het Gooi, de noordelijke uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. Aan het einde van de 13e eeuw heeft graaf Floris V het gebruiksrecht van de onontgonnen Gooise gronden aan de vrije boeren in deze landstreek gegeven. Deze vrije boeren, in het Het Gooi erfgooiers genaamd, hadden zich georganiseerd in een marke waarin ze onderling afspraken hoe de gezamenlijke gronden te gebruiken. Daarnaast bleef het gebied waar ’s-Graveland ligt door de graven van Holland in gebruik als jachtgebied.

Alhoewel het gezamenlijk gebruiksrecht bij de erfgooiers lag, was de staat formeel eigenaar van deze gronden. In 1625 gaven de Staten van Holland en West-Friesland een octrooi (het alleenrecht) aan Jan Ingel, rentmeester van de heerlijkheid Ankeveen, en zes invloedrijke Amsterdammers om een stuk grond van 550 hectare in Het Gooi te ontginnen. De Staten hadden, niet tegenstaande wat was vastgelegd in het regelement, hier niet vooraf de instemming van de erfgooiers voor gevraagd. Dit resulteerde in een conflict waarna de erfgooiers de ontginningswerkzaamheden vervolgens jarenlang saboteerden. Uiteindelijk stuurden de Staten soldaten naar het gebied om de erfgooiers te dwingen akkoord te gaan. Pas in 1634 komt men tot overeenstemming en konden de ontginningswerkzaamheden worden afgerond.

sgraveland gebouw

Verloting van 27 identieke langwerpige kavels

Het ontgonnen concessiegebied ligt op de overgang van laagveen in het westen naar zandgronden in het oosten. Hier werd een rechthoekige polder aangelegd van 1,3 bij 4 kilometer. Aan de oostgrens werd een scheidingswal tegen zandverstuivingen vanuit Het Gooi opgeworpen, en langs de westgrens werd ten behoeve van de afwatering en de afvoer van zand een vaart gegraven, de ’s-Gravelandsche vaart. Deze vaart vormde ook de verbindingsroute met Amsterdam en Hilversum.

Na de ontginning werd het gebied opgedeeld in 27 identieke, langgerekte rechthoekige kavels omgeven door sloten. Deze kavels werden in 1634 verloot onder de zes overgebleven participanten in de ontginning, de hoofdingelanden. Elk van hen kreeg een aaneengesloten gebied van 2,5 kavels aan de noordkant van ‘s-Graveland (het Noordereinde) en van 2 kavels aan het Zuidereinde.

Ook vormden de hoofdingelanden het bestuur van de nieuw gevormde polder, het college van hoofdingelanden. Dit college droeg kandidaten voor de functies van schout, schepen, dijkgraaf en diverse ander functies zoals de vroedvrouw voor. Ook stelde het college in 1644 de eerste schipper aan voor de regelmatige trekschuitdienst over de ’s-Gravelandsche vaart naar Amsterdam. In 1648 besluit dit college een schoolgebouw te laten bouwen en een schoolmeester aan te stellen, en in 1657 besluiten ze tot de bouw van de tegenwoordig nog bestaande Hervormde kerk. Het bestuur van de ’s-Gravelandsche polder bleef in deze vorm gehandhaafd tot 1795.

s Graveland.7

Aaneengesloten gebied met Buitenplaatsen

In eerste instantie werden er na de ontginning boerderijen op de kavels gebouwd, zoals de nog steeds bestaande boerderijen Stofbergen en ’t Huys Brambergen. Bij deze laatste boerderij werd ook direct een herenkamer gebouwd waar de eigenaar en zijn familie tijdens de zomermaanden verbleven. Echter, uit het feit dat op sommige kavels het zand aan de oostzijde niet is afgegraven en uit de landschappelijke inrichting van de polder van met bomen beplante wegen en sloten, blijkt dat creëren van lustoorden van begin af aan belangrijker was dan de agrarische functie van de gronden. Veel van de oorspronkelijke regelmatige verkavelingsstructuur is tegenwoordig nog goed zichtbaar in s’-Graveland.

Pas toen aan het einde van de zeventiende-eeuw steeds meer rijke Amsterdamse kooplieden hun verworven rijkdom wilden uiten, kreeg ’s-Graveland het buitenplaatsenkarakter zoals het dat ook nu nog heeft. Kavels werden samengevoegd en in veel gevallen werd op de kop van de landgoederen, langs de ’s-Gravelandsche vaart, een imposant landhuis gebouwd. Deze buitenplaatsen werden versierd met theekoepels, duiventorens, sierhekken, parken, siertuinen, oranjeries, slangenmuren, ijskelders, en veel ander moois.

Wassserij Gooi en Eemland.sGraveland scaled

De wasmachine van Amsterdam

Aan de westkant van ‘s-Graveland, op een lange smalle strook tussen de ’s-Gravelandsche vaart en de doorgaande weg (Noordereinde en Zuidereinde) lagen de dienstwoningen. De meeste eigenaren van de buitenplaatsen woonden alleen in de zomer in ’s-Graveland, en vertokken in de winter naar hun herenhuizen in de stad. Om wat bij te verdienen, en daarmee een buffer op te bouwen voor de wintermaanden wanneer er weinig werk was, zetten de vrouwen in de zomermaanden een wasserij-industrie op.

Vanwege het schone water in ’s-Graveland en de goede verbinding over de ’s-Gravelandsche vaart, gaven de buitenplaatseigenaren later ook s’-winter hun vuile was vanuit Amsterdam mee met de schipper. Hierdoor ontstond een bloeiende industrie in ’s-Graveland waarbij de was werd gedaan voor een groot aantal Amsterdamse opdrachtgevers. In eerste instantie werd de was met de hand gedaan, zwaar werk onder slechte omstandigheden. Er was echter weinig ander werk te vinden in de Vechtstreek en in 1889 waren er wel 27 kleerblekerijen in ’s-Graveland. Later werden stoommachines in gebruik genomen. Tegenwoordig is hiervan nog maar één wasserij over, de in 1927 opgerichte wasserij ‘De Gooise Vaart’. Wel staat langs de ’s-Gravelandsche vaart nog het gebouw van de stoomwasserij ‘Gooi en Eemland’, een industrieel monument uit 1870.

verrekijker

Bezienswaardigheden in ‘s-Graveland

  • Buitenplaatsen ‘s-Graveland. Het beschermde dorpsgezicht ‘s-Graveland bestond uit 12 buitenplaatsen en daarvan resteren tegenwoordig nog 9 rijksmonumentale buitenplaats complexen (van noord naar zuid):
    • Buitenplaats Trompenburgh (Zuidereinde 43). Imposant landhuis uit 1675 die behoort tot de Top 100 van de meest waardevolle Nederlandse rijksmonumenten, op een landgoed van 8 hectare. Het landhuis heeft de vorm van een schip en is omgeven door water. Er worden regelmatig rondleidingen door het landhuis gehouden.
      • Parkaanleg
      • Tuinmanshuis (Zuidereinde 41)
    • Buitenplaats Schaep en Burgh (Noordereinde 60). Landhuis uit 1700 op landgoed van 25 hectare. Het hoofdkantoor van Natuurmonumenten bevindt zich in dit landhuis. Op het landgoed bevind zich nog een
      • Parkaanleg
      • IJskelder
      • Slangenmuur met muurkas. Hoogste nog bestaande fruitmuur van Nederland uit 1735.
      • Koetshuis
      • Oranjerie
      • Tuinhuis
    • Buitenplaats Boekesteyn (Noordeinde 56). Landhuis uit 1770 op landgoed van 129 hectare.
      • Boerderij ’t Huys Brambergen (Noordereinde 54) uit 1634. Dit is het eerste stenen gebouw dat in ‘s-Graveland gebouwd werd op de latere buitenplaats Boekesteyn. Typerend is de hoge opkamer, die dienst deed als herenkamer waar de Amsterdamse eigenaar met zijn familie in de zomermaanden verbleef.
      • Parkaanleg
      • Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek (Noordeinde 54). Bij buitenplaats Boekesteyn bevind zich een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten.
      • Bijgebouwen (Noordereinde 271-283). Het bij de buitenplaats horende koetshuis, de tuinmanswoning en de overige dienstwoningen bevinden zich langs de ’s-Gravelandse vaart.
    • Buitenplaats Swaenenburgh (Franse Kampweg bij 5). Particulier landgoed.
    • Buitenplaats Sperwershof (Noordereinde 52). Particuliere buitenplaats met daarop een
      • Parkaanleg
      • Ommuurde moestuin uit 1700 met daarin een tuincentrum & theetuin.
      • Tuinmanswoning (Ankeveensepad 6) uit 1910.
      • Koetsierswoning (Ankeveensepad 5) uit 1880.
    • Buitenplaats Spanderswoud (Spanderswoud 1). Landhuis uit 1850 op landgoed van 60 hectare. Bij de ingang naar het landhuis bevinden zich op het landgoed een
      • Parkaanleg
      • Bijgebouwen (Spanderswoud 2) Ensemble van dienstwoningen en stallen.
      • Deels ommuurde moestuin
      • Tuinderswoning Petite Grangette (Spanderswoud 8).
      • Pachtboerderij Spandershof (Spanderswoud 6) uit de 18e-eeuw.
      • Dienstwoning (Noordereinde 6) uit rond 1905.
    • Buitenplaats Hilverbeek (Leeuwenlaan 7). Landhuis uit 1725 op landgoed van 60 hectare. Op het landgoed bevinden zich een
      • Parkaanleg
      • IJskelder
      • Ommuurde moestuin met slangenmuur. In de ommuurde moestuin bevind zich een wijngaard.
      • Tuinmanswoning (Leeuwenlaan 3).
      • Koetshuis met oranjerie (Leeuwenlaan 1)
      • Pachtboerderijen
        • Stofbergen (Leeuwenlaan 13) uit 1636.
        • Keuterboerderijtje (Noordereinde 2) uit de 18e-eeuw.
    • Buitenplaats Spiegelrust (Zuidereinde bij 3). Veenweiden restant van de buitenplaats Spiegelrust ten westen van Buitenplaats Land en Bosch.
    • Buitenplaats Land en Bosch (Leeuwenlaan 40). Op het landgoed van 3,5 hectare bevinden zich een
    • Buitenplaats Jagtlust (Leeuwenlaan 42). Landhuis uit de 17e-eeuw op landgoed van 9,5 hectare. Op het landgoed bevind zich een
      • Theekoepel uit 1790.
      • Duiventoren uit 1862.
      • Kinderspeelhuis uit 1910.
      • Ommuurde moestuin met (druiven-)kassen en kweekbakken.
      • Park met grot en hunebed
    • Buitenplaats Schoonoord (Zuidereinde 11). Particuliere buitenplaats met landhuis uit 1930.
      • Parkaanleg
      • Tuinornamenten: Prieel, duiventil, atelier
    • Buitenplaats Gooilust (Zuidereinde 49). Landhuis uit 1778 op landgoed van 97 hectare. Op het landgoed bevinden zich een
      • Ommuurde moestuin met oranjerie
      • Portierswoning (Zuidereinde 47) uit 1890.
      • Parkaanleg met
        • Aha. Afscheiding tussen landhuis en dierenweide, die vanuit het huis onzichtbaar is. Het bestaat uit een greppel met aan één zijde een verzonken stenen muur.
        • Diverse grote Rododendronhagen
        • Sterrenbos
      • Pachtboerderij Bouwzicht (Zuidereinde 53)
  • Overige bezienswaardigheden
    • Nederlands hervormde kerk (Noordereinde 14) uit 1658 met als grondvorm een gelijkvormig kruis. Naast de kerk ligt de fraaie 17e-eeuwse pastorie (Noordeinde 12).
    • Boerderij d’Londvaerder (Beresteinseweg 27). Rietgedekte boerderij uit 1673 op het terrein van voormalige hofstede Berestein.
    • Tolhuisje (Stichtse Kade 48) uit 19e-eeuw, naast de Noordersluis met ijzeren brug (Noordersluis) uit 1635,  een belangrijke schakel in de vaarverbinding tussen ’s-Graveland en Amsterdam.
    • Raadhuis (Noordereinde 123). Gebouw uit 1868 met een forse tympanon (driehoekig gevelveld) over de gehele voorgevel en met een hoge stoep. Dit gebouw deed tot 1946 dienst als gemeentehuis voor ’s-Graveland en Ankeveen. 
    • Wasserij Gooi en Eemland (Zuidereinde 28). Wasserij uit 1870 bestaande uit vier aaneengesloten gebouwen op de smalle strook naast de ’s-Gravelandse vaart.
bike

Activiteiten in ‘s-Graveland

Eten en drinken

Eten & drinken

Overnachten

Overnachten

  • B&B
    • Art + B&B (Zuidereinde 124).
    • Beeldentuin de Zanderij (Oude Meentweg 2).
  • Vakantiehuisjes
    • Diverse vakantiehuisjes

Landschap & Natuur

’s-Graveland is bijna volledig bedekt met buitenplaatsen. Hierdoor heeft het een typisch coulisselandschap waarbij de openheid van de graslanden wordt afgewisseld met de beslotenheid van de parkenbossen. In deze bossen bevinden zich tientallen imposante monumentale bomen. De dwarssloten en bomenrijen benadrukken de oorspronkelijke rechthoekige verkaveling van de polder. Aan de oostkant vormen de Oude Meentweg en de Corverslaan de overgang naar de hogergelegen zandgronden van Het Gooi, met de bossen Corversbos en Spanderswoud. De meeste van de in totaal 505 hectare aan landgoederen zijn tegenwoordig eigendom van Natuurmonumenten. Aan de westkant van ’s-Gravelandsche vaart bevinden zich de Kortenhoefse Plassen.