Nieuwpoort – Kleinste vestingstad van Nederland

12 minuten leestijd

Nieuwpoort is met haar 1.400 inwoners de kleinste stad van Zuid-Holland en één van de mooiste vestingsteden van Nederland. Wegens haar strategische ligging werd Nieuwpoort in 1672 opgenomen in de Oude Hollandse Waterlinie. Het vormde samen met, de aan de andere kant van de Lek gelegen vestingstad, Schoonhoven een twee-eenheid om het (militaire) transport over de belangrijke vaarroute de Lek te beheersen. Daarnaast was Nieuwpoort cruciaal voor het controleren van het transport over land, door haar ligging op de zuidelijke rivierdijk langs de Lek en op de landroute naar Gorinchem.

Nadat Nieuwpoort was opgenomen in de Oude Hollandse waterlinie, werd het voorzien van moderne vestingwerken met bastions, vestingwallen en vestinggracht. Het meest in het oog springende is het sierlijke stadhuis, centraal gelegen op het kruispunt van rivierdijk en binnengracht. Dit rijzige pand met koepeltoren is gebouwd op een overkluizing over de belangrijke inundatiesluis, zodat de sluis beschermd was tegen saboteurs.

Maar met de aanleg van de Nieuwe Waterlinie anderhalve eeuw later, twintig kilometer oostelijk van Nieuwpoort, verloor het stadje haar militaire functie. Maar de vesting bleef zeer belangrijk als veilig toevluchtsoord tijdens de vele watersnoden die de Alblasserwaard eeuwenlang troffen. Daarom werden de vestingwallen ook na het opheffen van de vestingstatus goed onderhouden.

Nieuwpoort verwerd weer tot een plattelandsstadje. Ook tegenwoordig bevestigen de eenvoudige bebouwing in de vesting het beeld van Nieuwpoort als historisch miniatuurstadje. De kleine, één verdieping hoge, woonhuizen en stadsboerderijen op relatief ruime percelen, in het bijzonder langs de centrale Binnenhaven met taluds van gras, dragen nog immer bij aan het karakteristieke beeld van Nieuwpoort als historische plattelandsstad. Nieuwpoort heeft een beschermd stadsgezicht en is één van de gaafst bewaarde vestingsteden van Nederland.

Op de grens van rivier en veenmoeras

Rond de tiende eeuw ontstond bij een natuurlijke haven aan de monding van een oud veenriviertje, de Goudriaan, een kleine nederzetting op de zuidelijke oeverwal langs de Lek. Deze oeverwal diende vanaf de elfde-eeuw tevens als ontginningsbasis voor het achterliggende ondoordringbare laagveenmoeras.

In de eerste eeuwen (≈1.000-1.300) was er sprake van natuurlijke afwatering van het ontgonnen gebied. Door het lichte hoogteverschil in de Alblasserwaard, de Nederlandse landstreek waar Nieuwpoort in ligt, stroomde het overtollige water naar de laagste delen, van oost naar west. Via afwateringskanalen zoals de Nieuwpoortsevliet, de gekanaliseerde Goudriaan tussen de polders en voormalige heerlijkheden Liesveld en Langerak, werd het overtollige water uit polder Langerak in de Lek geloosd.

Nieuwpoort.Binnenhaven.3

Maar andersom stroomde bij hoogwater rivierwater via dit afwateringskanalen de polder Liesveld in. Om het achterland te beschermen tegen wateroverlast, zeker toen de bodem steeds verder daalde door het inklinken van het ontwaterde veen, werd ter hoogte van de rivierdijk (de huidige Hoogstraat) een dam met keersluis in de Nieuwpoortsevliet aangebracht. Door het (deels) openen of sluiten van de keersluis kon het waterniveau in de polders Langerak en Liesveld op peil gehouden worden.

Echter, de beste stand van de keersluis voor de ene polder was lang niet altijd optimaal voor de andere polder. Overeenkomstig de Nederlandse traditie van het poldermodel, overlegden de heren van Langerak en Liesveld, of hun representanten, dan ook regelmatig om te besluiten over de stand van de keersluis.

Nieuwpoort – Tweeheerige stad

De samenwerking tussen beide heerlijkheden verliep blijkbaar harmonieus, want rond 1260 besloten de heer van Liesveld en de heer van Langerak gezamenlijk om op deze strategische locatie langs de belangrijke vaarroute over de Lek en op de grens van het Sticht Utrecht (Langerak) en het Graafschap Holland (Liesveld), een nieuwe stad te stichten (poort = stad) bij de haven, dus op beider grondgebied. Deze locatie had bovendien als voordeel dat goederen die vanuit het Duitse achterland werden aangevoerd landinwaarts konden worden verhandeld zonder de grafelijke tol bij Ammerstol, en later Schoonhoven, te passeren.

Bij de oprichting van Nieuwpoort kreeg de plaats de toezegging dat het stadsrechten zou krijgen en deze zijn in 1283 daadwerkelijk verleend door de zonen van beide oprichters. Langerak had bovendien inmiddels vanwege de hoge waterstanden in de Lek toestemming gekregen om binnenlands te gaan afwateren op de rivier de Giessen, waardoor de keersluis bij Nieuwpoort minder belangrijk was geworden.

Mede door concurrentie van het nabij gelegen Schoonhoven, maar ook omdat het stadje in de middeleeuwen diverse malen is bezet, verwoest en door stadsbranden werd getroffen, is er van een stedelijke ontwikkeling van Nieuwpoort nooit echt sprake geweest. Nieuwpoort was en bleef een bescheiden lokaal centrum. De belangrijkste middelen van bestaan waren landbouw en visserij en het verwerken van hennepproducten.

Nieuwpoort – Stad van boeren en vissers

Bijzonder aan het nieuw gestichte stadje Nieuwpoort was haar langgerekte vorm, ongeveer 600 bij 240 meter, overeenkomstig het verkavelingspatroon van de omringende polders. Dit middeleeuwse stratenplan is nog grotendeels intact.

De centrale as van Nieuwpoort wordt gevormd door een langgerekte binnengracht, de in elkaars verlengde liggende Buitenhaven en Binnenhaven, in het midden doorsneden door de Lekdijk met daarop de Hoogstraat. Aan beide zijden van de binnengracht bevinden zich kavels met daarop vele (voormalige) boerenerven, die door beide stadsheren in erfpacht waren uitgegeven.

Dat Nieuwpoort nooit echt als stad tot ontwikkeling gekomen is ook tegenwoordig nog altijd goed zichtbaar in het zuidelijk deel van de Binnenhaven. In tot ontwikkeling gekomen middeleeuwse steden ontstaat, vanwege de dure stadsgrond, een aaneengesloten gevelwand met panden van meerdere bouwlagen en worden de kaden langs de gracht beschoeid voor het laden en lossen van schepen. Echter, in Nieuwpoort staan langs de centrale as grotendeels vrijstaande huizen, soms zelfs slechts één bouwlaag hoog en boerderijen op ruime erven, en langs de gracht bevinden zich grastaluds. Meer naar het noorden toe bevinden langs deze centrale binnengracht wel enkele herenhuizen met twee bouwlagen en enkele korte gevelwanden met eenvoudige smalle huizen.

Tot op heden geeft de zuidelijke grens van de plaats Nieuwpoort blijk van één van de bepalingen uit de stadsrechten van 1283, namelijk dat de inwoners van Nieuwpoort het eeuwige gebruiksrecht kregen van een meent, een gemeenschappelijke weidegrond, in casu de lange smalle strook land tussen de Provinciale weg N216 en de Nieuwpoortsevliet, noordelijk van de Melkweg. Deze meent diende ook gebruikt te worden als waterscheiding tussen de polders van Langerak en Liesveld. De poorters van Nieuwpoort kregen het recht om er zonodig een kade op aan te leggen, wat ook is gebeurd.

Nieuwpoort.Stadsgracht.Beer

Startpunt eeuwenoude landroute door de Alblasserwaard

Na de ontginning van de Alblasserwaard lieten de binnenlandse transportroutes nog eeuwenlang te wensen over. Vervoer per schip was traag en voor het snelle transport van post en personen moest men het hebben van landwegen aangelegd op de van klei gemaakte polder- en boezemkades.

Een belangrijke landroute door de Alblasserwaard was de postroute van Gouda via Nieuwpoort naar Gorinchem. Gorinchem vormde sinds 1412 de zuidoostpunt van het graafschap Holland, lag aan de grens met Gelre en Brabant en was ook een belangrijke vestingstad in beide Hollandse Waterlinies. Het was dan ook cruciaal om snel berichten te kunnen overbrengen van het bij Gorinchem gelegen front tijdens diverse gewapende conflicten, naar het centraal gezag van het Graafschap Holland.

Deze postroute startte bij het veer over de Lek bij Schoonhoven, en liep vervolgens over de Lekdijk naar Nieuwpoort om vandaar over de (post-)kade langs de Nieuwpoortsevliet, en de in het verlengde ervan gelegen Smoutjesvliet, naar het gehucht Pinkenveer te lopen. Daar werd met het veer de veenrivier de Giessen overgestoken, waarna deze landroute via Schelluinen naar Gorinchem liep. Daarmee lag Nieuwpoort ook aan een belangrijke binnenlandse landroute.

Nieuwpoort – Middeleeuwse vestingwerken

Het middeleeuwse Nieuwpoort had een aarden stadswal met stadspoorten en was omgracht. Maar omdat het stadje in de middeleeuwen meerdere malen is verwoest, bevonden deze zich waarschijnlijk veelal in vervallen toestand. Zo werd Nieuwpoort in 1489 ingenomen door Hollandse troepen, en op bevel van de Graaf van Holland zijn toen de stadspoorten afgebroken en de stadswallen geslecht.

De eerste eeuwen werden de verdedigingswerken na verwoesting weer hersteld. Echter, in de loop van de zestiende eeuw werd de stad zodanig getroffen door diverse belegeringen, overstromingen en stadsbranden dat men de verdedigingswerken niet meer herstelde. Al wat overbleef was de ovaalvormige middeleeuwse stadsgracht, waarvan restanten nog altijd zichtbaar zijn.

Nieuwpoort – Onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie

Het Rampjaar 1672 was de aanleiding voor grote veranderingen in Nieuwpoort. Op 6 april van dat jaar viel Lodewijk XIV met een gigantisch leger vanuit het zuidoosten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen om invulling te geven aan zijn streven Frankrijk te voorzien van natuurlijke grenzen, zoals de Rijn. De Republiek had haar leger verwaarloosd ten voordele van de oorlogsvloot waardoor de Fransen met groot gemak grote delen van de Nederlanden wisten te veroveren. De angst zat er dan ook flink in dat zij met evenveel gemak het steenrijke Holland van de Gouden Eeuw zouden overmeesteren.

Geschut.Vestingwal.Nieuwpoort

Vanwege de verwachte Franse Invasie hadden de Staten-Generaal in februari 1672 in allerijl opdracht gegeven tot het ontwikkelen een defensiestrategie. Er werd besloten om de kleine Utrechtse linie tussen de Zuiderzee (Muiden; Naarden) en de Lek (Vreeswijk), die in 1629 tijdens de tachtigjarige oorlog met succes was ingezet om de Spanjaarden op afstand van Amsterdam te houden, naar het zuiden toe uit te breiden en te versterken. Zo ontstond de Oude Hollandse Waterlinie tussen de Zuiderzee en de Maas, waar hij aansloot op de West-Brabantse Waterlinie (bij Heusden). Omdat deze waterlinie zowel op Hollands als Utrechts grondgebied lag, en boeren en dorpsbewoners niets voelden voor de inundatie van hun polders, waren er in april en mei van 1672 nog flink wat discussies over de exacte ligging van de verdedigingslinie. Maar toen Lodewijk de Veertiende begin juni 1672 met een legermacht van 130.000 man bij Lobith stond die de Rijn begonnen over te steken, gaven de Staten-Generaal van de Nederlanden op 8 juni 1672 opdracht tot het inunderen van de betrokken polders door het openzetten van sluisjes en doorsteken van dijken, desnoods onder dwang.

Om deze nieuwe verdedigingsgordel over te steken kon de vijand gebruik maken van twee mogelijkheden: met vaartuigen over de rivieren (Lek, Merwede) of over land over de ernaast gelegen rivierdijken. Aan de noordzijde van de Lek lag de vesting Schoonhoven, die rond 1590 tijdens de tachtigjarige oorlog van moderne vestingwerken was voorzien. Aan de zuidzijde van de Lek was geen deugdelijke vesting aanwezig. Daarom werd het strategisch gelegen, alhoewel toen slechts van een stadsgracht voorziene, Nieuwpoort in de Oude Hollandse Waterlinie opgenomen. Samen met Schoonhoven kon de Lek nu van beide zijden met geschut worden bestreken en het transport over de rivier en rivierdijken worden beheerst.

Vestingstad Nieuwpoort – Moderne Vestingwerken

Nadat de Fransen in november 1672 de Nederlandse positie aan de Zouweboezem, 7,5 kilometer ten oosten van Nieuwpoort, hadden veroverd, werd eerst alleen het aantal militairen in Nieuwpoort verhoogd. Maar in juni 1673 gaf Stadhouder Willem III de opdracht Nieuwpoort te veranderen in een vestingstad.

Nieuwpoort.Onderwal

De werkzaamheden voor de nieuwe vestingwerken verliepen echter zeer traag vanwege de tegenwerking door de inwoners van Nieuwpoort: het ontwerp voor de moderne vestingwerken had namelijk slechts één toegangsweg (vanuit het zuiden) en er moesten bijna eenderde van de huizen in het stadje worden afgebroken. Toen de Fransen zich in november 1673 terugtrokken uit de Republiek, mede omdat de oorlog zich dreigde uit te breidden tot Spanje, de bezetter van de Zuidelijke Nederlanden, kwamen de werkzaamheden voor de nieuwe vestingwerken voor Nieuwpoort volledig tot stilstand. Hier was toen geld noch belangstelling meer voor.

Maar de gebiedshonger van Lodewijk XIV ging niet voorbij en in augustus 1689 viel hij de Zuidelijke Nederlanden, die hij eerder had ontweken, alsnog binnen. Met deze nieuwe oorlogsdreiging, werd na zestien jaar de aanleg van de vestingwerken opnieuw opgestart en tussen 1690 en 1701 werd de vestingwerken alsnog voltooid.

De grondvorm van de vesting Nieuwpoort, een licht geknikte rechthoek van ongeveer 350 x 150 meter was aangepast aan de langgerekte structuur van het middeleeuwse stadje. Maar dit was nog steeds aanzienlijk korter dan de 600 meter die het middeleeuwse stadje lang was, terwijl de breedte wel ongeveer hetzelfde bleef.

De nieuwe aarden omwalling kreeg op de vier hoeken scherp gepunte bastions en op de twee snijpunten met de Lekdijk bastions met stompe punten. Deze vestingwerken werden omgeven door een nieuwe, brede vestinggracht. Restanten van de oorspronkelijke middeleeuwse stadsgracht zijn echter nog altijd zowel binnen als buiten de vesting Nieuwpoort zichtbaar. Om het afschuiven van de, steile, hoofdwal in de gracht te voorkomen, en om de vijand met musketvuur te kunnen bestoken, werd voor de vestingwal een veel lagere onderwal aangelegd tussen de bastions.

De vestinggracht stond in eerste instantie in directe verbinding met de Lek. Om het waterpeil in de vestinggracht onafhankelijk van het rivierpeil op niveau te kunnen houden werd aan beide zijden van de vesting de Lekdijk door middel van een dam verbonden met de uiterste punt van het Oost- en Westbastions. Aan de oostkant was dit een beer (een bakstenen dam met een spitse top) met twee monniken (torenvormige versperringen) om de vijand te beletten via de beer de vesting te bereiken. Echter, aan de westkant van de vesting is waarschijnlijk altijd een directe toegang naar de Lekdijk geweest. Vijandelijke aanvallen werden immers aan de oostzijde verwacht. De toegang tot de vesting via deze twee dammen werd beveiligd door een ‘kat’ (een verhoogde opstelplaats voor geschut) op het Oost- en Westbastions.

Nieuwpoort.Stadhuis

Ook werd er in 1696 een inundatiesluis tussen de Buiten- en Binnenhaven aangelegd zodat het omliggende gebied gecontroleerd onder water kon worden gezet. De Buiten- en Binnenhaven gingen toen ook als inundatiekanaal dienen waarmee water uit de Lek kon worden binnengelaten. De inundatiesluis kon ook worden gebruikt om het water in de vestinggracht op peil te houden. Een jaar later werd op een overkluizing over de inundatiesluis het fraaie stadhuis met waag gebouwd. Hierdoor was de sluis beter beschermd tegen saboteurs. In de zuidelijke vestingwal bevond zich in die tijd in het verlengde van de Binnenhaven een doorvaart door de vestingwal waardoor goederen uit de omgeving, zoals vee, kaas en hennep, over water naar de Waag konden worden aangevoerd.

Nieuwe functie vesting – Toevluchtsoord bij overstromingen

In 1815 besloot Koning Willem I een nieuwe waterlinie aan te leggen waarmee naast Holland ook de stad Utrecht beschermd kon worden. Deze Nieuwe Hollandse Waterlinie lag ongeveer 20 kilometer oostelijk van de Oude Hollandse Waterlinie. Hierdoor verloor Nieuwpoort haar militaire functie en ‘Fort Nieuwpoort’ werd dan ook op 21 juni 1816 opgeheven. Tien jaar later kocht de gemeente Nieuwpoort de Vesting. Deze liet (i) een dam aanleggen langs de Oostbeer, (ii) een coupure in de zuidelijke stadswal aanbrengen en (iii) de vestingwallen beplanten met bomen.

Tijdens de watersnood van 1809, de stormvloed van 1820 en de natte winter van 1860-’61 bleek dat de vestingwallen ook bescherming boden tegen het hoge water. Daarom liet de gemeente de vestingwallen verder ophogen en waterkerend maken en werden de vestingwallen goed onderhouden. Hierdoor kon de Vesting Nieuwpoort tijdens de in die tijd veelvuldig voorkomende watersnoodrampen die de Alblasserwaard troffen, dienen als veilig toevluchtsoord voor de inwoners uit het stadje en het omliggende gebied. Welgestelde boeren uit de polder hadden zelfs een zogenaamde waterschuur in hun bezit binnen de vestingwallen die in tijden van nood diende als tijdelijk onderkomen voor mens en dier.

Nieuwpoort.Waterschuur

De nieuwe functie van de vesting is de voornaamste reden dat verdedigingswallen van Nieuwpoort voor het overgrote deel zijn behouden en niet zijn afgegraven tot (singel-)parken zoals in zovele andere vestingsteden is gebeurd. Hierdoor is Nieuwpoort één van de meest gave vestingen uit de Oud-Hollandse Waterlinie en na een grootscheepse restauratie in 1998 zelfs één van de gaafst bewaarde vestingsteden van Nederland.

verrekijker

Bezienswaardigheden Nieuwpoort

Vestingstad Nieuwpoort en haar directe omgeving hebben de status van een beschermd stadsgezicht. Het middeleeuwse stratenpatroon en de vestingwerken zijn nog grotendeels intact:

  • Herinneringen aan de Middeleeuwse vestingwerken. Met uitzondering aan de diverse restanten van de middeleeuwse stadsgracht, zijn er in Nieuwpoort weinig gebouwen die herinneren aan het originele middeleeuwse stadje Nieuwpoort.
    • Middeleeuwse stadsgracht ‘Oude Vest’. Zowel binnen als tot ongeveer 200 meter ten zuiden van de vesting Nieuwpoort liggen op diverse plekken restanten van de ovaalvormige middeleeuwse stadsgracht;
      • Buiten de Vestingwallen (Middelwetering, aan beide zijden van de straat Nieuwpoortseweg bij 8). Halfcirkelvormig restant van de middeleeuwse stadsbuitengracht, deels begeleid door een onverhard pad, dat was blijven bestaan als versterking gelegen voor de nieuwe zuidelijke vestingwal.
      • Binnen de Vesting: Twee grachtrestanten oostelijk van de centrale binnengracht;
        • Hangsloot bij 14. Deel van de oostelijke zijde van de Ovaalvormige stadsgracht.
        • Schippersweg bij 4c. Noordoostelijk kwartcirkelvormig deel van de ovaalvormige stadsgracht.
  • Moderne Vestingwerken. De vesting Nieuwpoort is een tussenvorm van het Oud- en Nieuw Nederlandse stelsel, met;
    • Vestingwal met steile taluds van 4-5 meter hoog die grotendeels beplant zijn met bomen. Bovenop de vestingwal ligt een voetpad.
    • Onderwal. Ongeveer 1-1,5 meter hoge aardenwal vijf meter voor, en parallel aan, de vestingwal tussen de bastions.
    • Bastions. De rechthoekige vesting is op de vier hoeken en op de twee snijpunten met de Lekdijk van bastions voorzien;
      • Westelijk Bastion of Bastion I (Hoogstraat bij 81). Dit bastion bezat oorspronkelijk ook een ‘kat’ ter bescherming van het stadje tegen aanvallen vanuit het westen over de Lek- of Veerdijk. Na opheffing van de vesting is dit bastion opgevuld en volgebouwd.
      • Noordwestelijk bastion of Bastion II (Buitenhaven bij 29). Hol bastion met parkje.
      • Noordoostelijk bastion of Bastion III (Schippersweg bij 12). Hol bastion met daarin een vijver, een uitloper van de middeleeuwse stadsgracht, omringd door een grasveld.
      • Oostelijk bastion (Bastion IV) of Kattebolwerk (Hoogstraat bij 1). Dit bastion bezat oorspronkelijk een ‘kat’ om het stadje te beschermen tegen aanvallen over de Lekdijk vanuit het oosten. Na opheffing van de vesting is dit bastion opgevuld en volgebouwd.
      • Zuidoostelijk bastion (Bastion V) of Langerakse bolwerk (Bij de Kerk bij 37). Hol bastion met daarin een parkeerterrein.
      • Zuidwestelijk bastion (Bastion VI) of Gravelandse bolwerk (Bij de Waterschuur 32). Gedeeltelijk opgevuld bastion dat na opheffing van de vesting als begraafplaats in gebruik is genomen.
    • Vestinggracht ‘De Vest’. 30-60 meter brede vestinggracht buiten de vestingwal met aan de veldzijde de Singel, deels een autoweg en deels een fiets-/voetpad. In het verlengde van de Lekdijk liggen een beer en dam in de vestinggracht. Deze hebben een waterkerende functie waarmee het waterpeil in de vestinggracht op niveau kan worden gehouden bij variaties van de waterhoogte in de Lek waarmee hij in verbinding staat:
      • Oostbeer (Hoogstraat bij 1). Gemetselde beer met twee monniken (torenvormige versperringen) met natuurstenen bonnet uit 1690.
      • Westdam (Hoogstraat bij 81).
    • Toegangen tot Vesting Nieuwpoort
      • Zuidelijke coupure op de locatie van de Gravelandse poort (Binnenhaven bij 48). Op de locatie van de voormalige stadspoort, die in 1795 was afgebrand, nadat Franse troepen de stad waren binnengetrokken, en in de jaren erna was afgebroken en overdekt met een aarden wal, werd rond 1862 loodrecht op de as van de stadswal een coupure (doorgang in de vestingwal) aangelegd met twee loodrecht op de as van de stadswal staande keermuren voorzien van schotbalksponningen. Achter de oostelijke keermuur ligt tegenwoordig, op de locatie van de vroegere doorvaart in het verlengde van de Binnenhaven, een duikersluis onder de stadswal.
        • Zuiddam (Nieuwpoortseweg bij 2). Dam in het verlengde van de voormalige Gravelandsepoort in het verlengde van de Binnenhaven. Voor deze stadspoort lag eerst een ophaalbrug als extra verdediging voor de vesting welke later vervangen door een dam.
      • Noordelijke coupure/Toegang Rivierzijde (Buitenhaven bij 38). Bij aanleg van de vesting was bij de monding van de Buitenhaven een opening in de vestingwal. Deze is in 1772 gesloten om van de noordelijke vestingwal de waterkering te maken, mede genoodzaakt door het stijgende rivierpeil en het inklinken van de veenbodem, waardoor de door de vesting lopende rivierdijk, de Hoogstraat, niet langer voldeed. In het verlengde van de Buitenhaven bevind zich onder de doorgezette vestingwal een afsluitbare duiker. In 1996 is aan de rivierzijde, oostelijk van de Buitenhaven, in de vestingwal een coupure aangebracht.
      • Oostdam/Toegang Oostzijde (Hoogstraat bij 1) in het verlengde van de Lekdijk is tegen de noordzijde van de Oostbeer in de negentiende eeuw een dam aangelegd waarmee nog een toegang over land vanaf de oostelijke Lekdijk tot het stadje werd gecreëerd.
      • Westdam/Toegang Westzijde (Hoogstraat bij 81). In het verlengde van de Lekdijk (Veerse dijk) gelegen dam die aansluit op de punt van het westelijk bastion.
    • Arsenaal (Buitenhaven 11). Rechthoekig gebouw uit 1781 met in iedere gevel van het gebouw een rondboogpoort met hardstenen omlijsting. Het is waarschijnlijk gebouwd op de locatie van een achttiende-eeuwse voorganger. Rechts en links van het Arsenaal getoogde poortjes naar het achterliggende binnenplaats/arsenaalterrein. Aan weerszijden van de poorten aan de voor- en achterzijde van het gebouw staan kanonslopen die als schamppaal dienden.
  • Herinneringen aan de Oude Hollandse Waterlinie
    • Inundatiesluis (Hoogstraat bij 53). Overkluisde inlaatsluis met duiker uit 1696 gelegen onder het stadhuis van Nieuwpoort tussen de Binnenhaven en de Buitenhaven.
    • Inundatiekanaal (Buitenhaven, Binnenhaven). Midden door het stadje loopt het inundatiekanaal, het gekanaliseerde zuidelijke deel van de Nieuwpoortsevliet, waarmee water uit de Lek kon worden aangevoerd voor de inundatie. Het kanaal werd tevens als haven gebruikt
  • Historische stadskern (Binnen- & Buitenhaven/Hoogstraat) met;
    • Stadhuis van Nieuwpoort (Hoogstraat 53) uit 1697. Centraal in het stadje gelegen multifunctioneel bakstenen gebouw, op de kruising van de havens met de rivierdijk. Het pand is gebouwd op een gemetselde overkluizing, die tot 20 meter voor het stadhuis rijkt, en ligt iets hoger dan zijn directe omgeving. De overkluizing is aan de Buitenhavenzijde afgesloten door een ijzeren balusterhek met aan weerszijden van de boog de gebeeldhouwde wapens van Langerak en Vianen. Tegenwoordig is er een museum in het gebouw gevestigd ( Ontdek (museumnieuwpoort.nl) ). In het pand bevonden zich;
      • Raadhuis. De voorzijde van het gebouw is versierd met een rijk gesneden borstwering met aan weerszijden hiervan een omschild wapen. Aan deze zijde bevind zich ook het bordes met balusterhek. Op het dak bevind zich aan de voorkant een dakkapel met klok en op de top van het dak een open koepeltoren. In het gebouw bevind zich op de begane grond de voormalige raadszaal met schouw en op de eerste verdieping de oude rechtkamer en secretarie. In de kelder bevind zich een cachot.
      • Inundatiesluis. Onder het stadhuis ligt de inundatiesluis uit 1696. Hiermee was deze sluis beschermd tegen mogelijk verzet en sabotage door ontevreden personen wanneer was besloten tot het inunderen van de achterliggende polders met water uit de Lek. De combinatie stadhuis en sluis is uniek in de wereld.
      • Waag. Achter het stadhuis bevind zich de iets lager gelegen voormalige waag met fraaie achtergevel met gezwenkte top. De ingang tot de waag bevind zich aan de zijkant van het pand onder een houten afdak. De waag is inwendig met het stadhuis verbonden.
    • Nederlands Hervormde kerk (Binnenhaven 21). Laatgotische kerk uit de eerste helft van de zestiende-eeuw op de locatie van een in 1420 gebouwde kerk. Na een brand is in 1524 de kerk herbouwd en in 1774 is de westgevel vervangen en is de kerktoren verruild voor een open achtkantige koepeltje met kerkklok. De kerk is een pseudobasiliek met;
      • Aan de oostzijde een vijfzijdig gesloten koor met smalle kooromgang.
      • Monumentale preekstoel, doophek, voorzangerslezenaar.
      • Overhuifde herenbank van gesneden houtwerk uit 1652.
      • Grafbord uit 1679.
    • Karakteristieke woonhuizen binnen de vestingwallen;
      • Veerhuis (Buitenhaven 29). Hoog pand uit 1871 op verhoging met ruim zich over de stadswallen op de Haven van Nieuwpoort aan de Lek. Het gebouw met voormalige paardenstalling was tot 1930 in gebruik als wachtgebouw, agentschap voor de beurtschippers en woning voor de veerschipper van het toenmalige voetveer over de Lek.
      • Herenhuizen. Grotendeels panden met twee bouwlagen;
        • Schoolmeestershuis (Binnenhaven 23) uit rond 1840
        • Pastorie (Binnenhaven 18) uit rond 1870.
        • Burgemeesterswoning (Binnenhaven no 16) uit rond 1830.
        • Dokterswoning (Buitenhaven 9) uit rond 1850.
        • Rentenierswoning (Hoogstraat 81) uit rond 1860 van de gepensioneerde boer van de naastliggende stadsboerderij.
      • Stadsboerderijen – Binnenhaven no. 24, 30, 33, 38, Buitenhaven 1, Hoogstraat 79, Bij de Waterschuur 8.
      • Waterschuur (Bij de Waterschuur 6).
    • Bruggen over Binnenhaven. Boogbrug bij no. 20 (naar de kerk) en 48.
  • Nieuwpoortse Meent (Nieuwpoortseweg bij 3). Langgerekt weiland van ongeveer 4,4 hectare langs de N216 met wandelpad op de kade langs de Nieuwpoortsevliet/Goudriaan.
  • Herinneringen aan de heren van Liesveld en Langerak:
    • Kasteelplaats Huis te Liesveld (Liesveld 1, Groot-Ammers). Omgrachte middeleeuwse kasteelplaats met op de eveneens omgrachte voorburcht de zuidvleugel van het poortgebouw met daarin het koetshuis uit 1572. Nadat het kasteel rond 1740 werd afgebroken werd het resterende deel van het poortgebouw gebruikt als buitenplaats.
    • Kasteelplaats Slot Langerak (Slotlaan bij 1, Langerak). Dubbel omgrachte kasteelplaats met ondergrondse restanten van het voormalige rechthoekige kasteel en voorburchtterrein. Op het voorterrein een boerderij met de naam ‘Het Slot’.
bike

Activiteiten in Nieuwpoort

Eten en drinken

Eten & drinken

  • Bij Stadhuis Nieuwpoort en bij het pont en in Schoonhoven liggen diverse restaurants.
Overnachten

Overnachten

  • Hotels
    • In het nabijgelegen Schoonhoven bevind zich Hotel Belvedere (Lekdijk West 4).
  • B&B‘s
    • In Nieuwpoort (en Schoonhoven) bevinden zich enkele B&B’s.
  • Camping
    • In het nabijgelegen Schoonhoven bevind zich Camping de Bovenstad (Hogedijk 110).
Nieuwpoort.Uiterwaarden.2

Landschap & Natuur

Nieuwpoort ligt aan de rivierdijk langs de Lek op de grens van het open Hollandse veenweidelandschap en de uiterwaarden. Rondom Nieuwpoort liggend diverse ontginningsdorpen (Langerak, Waal, Graafland, Goudriaan, Ottoland) met tientallen monumentale boerderijen langs de ontginningsas. Buitendijks ligt westelijk van Nieuwpoort een vrij groot bebost uiterwaarde gebied langs de Veersedijk (Het Hoofd bij 1) waar bevers voorkomen. Oostelijk van Nieuwpoort ligt een klein uiterwaardegebiedje tussen de Vesting en het industrieterrein van Langerak. In beide uiterwaardengebieden bevinden restanten van voormalige veenriviertjes die uitmonden in de Lek.

De na de Tweede Wereldoorlog in het zuiden gerealiseerde nieuwbouwwijken van Nieuwpoort en Langerak liggen op 250 meter van de vestinggracht met daartussen veenweiden.