Speulder- en Sprielderbos – Dansende kathedralen

6 minuten leestijd

Het eeuwenoude Speulder- en Sprielderbos is één van de mooiste, grootste en oudste beukenbossen van Nederland. Kromme, in wonderlijke bochten gegroeide beuken op een glooiende ondergrond bepalen de bijna mysterieuze sfeer van dit bos. Naast deze ‘dansende bomen’ hebben op andere plekken de beuken lange rechte stammen en lijkt het onder het dichte bladerdak wel alsof je in een kathedraal bent. In de jongere delen van het bos mag de natuur haar gang gaan, en is een meer gevarieerd gemengd bos ontstaan. Hier zijn de beuken spontaan ontkiemt, waardoor een meerjarig bos met een dichte ondergroei is ontstaan.

Deze afwisseling maakt het Speulder- en Sprielderbos in alle jaargetijden mooi. Of het nu de fris groene blaadjes in het voorjaar zijn, de door de beukenbladeren verstrooide zonnestralen in de zomer, de goudkleurige bladeren in de herfst of de kale stammen op een besneeuwde ondergrond in de winter.

Drie aaneengeschakelde malebossen

Het Speulderbos is een bos van 925 hectare dat ligt een straal van ongeveer 3,5 kilometer rondom de landbouwenclave Drie. Het bos heeft een zeer hoge ouderdom: al in het jaar 855 wordt het weiderecht voor 35 varkens in dit bos bij het dorp Thri (Drie) aan de abdij van Werden in Duitsland geschonken. Later in de middeleeuwen is het maalschap Speulderbos ontstaan, dat voor het eerst in 1313 genoemd word. Van de administratie en notulen van dit maalschap zijn sinds 1540 maalboeken bekend. In 1884 werd de maalschap in een naamloze vennootschap veranderd, waarvan de aandelen in 1918 aan Staatsbosbeheer zijn verkocht.

Het Spielderbos ligt direct westelijk van Speulderbos, waarbij de onverharde weg de Laak, die ook de gemeentegrens tussen Putten en Ermelo vormt, de grens is. Spriel bestond in de middeleeuwen uit een aantal boerderijen en bij dit gehucht hoorde het malebos Sprielderbos. Deze nederzetting lag ter hoogte van het huidige landgoed Groot Spriel. Direct noordelijk van het Sprielderbos lag het malebos van Putten. Het Putterbos en het Sprielderbos, gezamenlijk ongeveer 900 hectare, worden sinds 1597 gezamenlijk beheerd. In 1884 gingen deze twee maalschappen op één naamloze vennootschap, waarvan de aandelen 1919 verkocht zijn aan Staatsbosbeheer. Deze voegde dit bosgebied samen met het Speulderbos, en beheert het gebied sinds die tijd als één boswachterij.

Voormalig hakhoutbos

De zeer oude malebossen van het Speulder- en Sprielderbos vormen een van de grootste oude boskernen in ons land. Zomereik, wintereik en beuk komen hier in zeer grote aantallen voor. DNA onderzoek heeft aangetoond dat de huidige loofbomen die hier staan grotendeels afstammelingen zijn van de bomen uit het oorspronkelijke oerbos dat hier stond.

Echter, onaangetaste oerbossen bestaan al lang niet meer in Nederland. Al eeuwen geleden nam als gevolg van de groeiende bevolking de vraag naar hout enorm toe terwijl door ontginning van landbouwgronden het bosoppervlak afnam. De resterende Nederlandse bossen werden dan ook volledig door de mens in gebruik genomen voor de productie van hout voor allerlei doeleinden.

Hiervoor werd de hakhoutcultuur geïntroduceerd als bosbouwmethode, die gebaseerd is op het vermogen van een boom om zich steeds weer te herstellen. Bomen werden laag bij de grond afgehakt en kregen de kans om opnieuw uit te lopen. Hierdoor wordt het geoogste hout in de loop van de tijd weer vervangen. De maalschappen borgden dat er niet alsnog te veel hout werd geoogst. De sporen van de vroeger hakhoutcultuur, in de vorm van in de breedte uitgegroeide stoven aan het onderste deel van een boom waar herhaaldelijk takken zijn geoogst, zijn nog zichtbaar bij de oude eiken en beukenbomen van het Speulder- en Sprielderbos.

Kathedraal Speulderbos

Bos met dansende beuken en kathedralen

De hakhoutcultuur heeft als bijkomend effect dat het bos licht blijft. Hierdoor kan niet alleen de beuk, die goed tegen schaduw kan, maar ook de eik zich handhaven. In de bospercelen die gedomineerd werden door eikenhakhout, vestigt zich in de loop der tijd spontaan een nieuwe generatie beuken. Doordat deze jonge beuken niet onder de dichte kronen van het eikenhakhoutbos konden groeien, groeide ze schots en scheef naar het licht toe. Uiteindelijk won de beuk het in het kronendak dan weer van de eik, en werd het bos gedomineerd door ‘dansende’ beuken. Dit effect werd nog eens versterkt doordat voor de bosbouw voornamelijk bomen met rechte stammen werden geoogst.

Op andere plekken in het Spreulder- en Sprielderbos bevinden zich voornamelijk beuken met rechte stammen. Hier zijn de beuken als heesters aangeplant en konden ze direct recht omhoog groeien. Er ontstond een gelijkjarig donker beukenbos met lange dikke stammen onder een dichte bladerkroon waardoor je het gevoel krijgt alsof je een kathedraal binnen stapt.

Van versnipperd productiebos naar natuurlijk bos

In het verleden bestond het Speulder- en Sprielderbos volledig uit eik en beuk. Vanaf eind negentiende eeuw zijn in het bos grote aantallen percelen productiebos aangelegd met diverse soorten naaldbomen. Naast grove den, zijn er ook exoten zoals douglas, fijnspar en lariks aangeplant. Hierdoor is de eens aaneengesloten oude boskern versnipperd geraakt. Halverwege de twintigste eeuw bestond het bos voor ongeveer de helft uit loofbomen en de helft uit naaldbomen. Het huidige beheer is er op gericht om het bos om te vormen naar een autochtoon ongelijkjarig bos van beuk en eik.

Solse gat

Solse gat – Pingoruïne

In het Sprielderbos ligt het Solse Gat, een pingoruïne. Nadat de ijstijd was afgelopen smolt een grote klomp ijs die hier in de bodem aanwezig was, waardoor een grote krater achterbleef. De kuil is in de eeuwen erna verder uitgehold doordat boeren er leem winden, een toentertijd belangrijk bouwmateriaal.

Maar Veluwse sagen vertellen dat op deze plek ooit een klooster zou hebben gestaan. Vanwege het liederlijke gedrag van de monniken werd midden in een stormachtige kerstnacht het klooster door de aarde verzwolgen. Op gezette tijden zouden de klokken van het klooster nog steeds te horen zijn en de geesten van de monniken verschijnen. Ook zou op deze plek in de oudheid de Germaanse Zonnegod zijn vereerd. Het Solse Gat is daarom een populaire bestemming voor new age’ers en wichelroedelopers.

Tegenwoordig is het Solse Gat een moerassige kuil van ongeveer 100 bij 30 meter. Het is rijk aan voor de Veluwe bijzondere planten zoals waterdrieblad, bosanemoon en slanke sleutelbloem, en amfibie-soorten als kleine watersalamander, bruine kikker en gewone pad. Wilde dieren, en in het verleden schaapskudden, komen hier drinken van het water in de poel.

Op glooiende Garderense stuwwal

Het Speulder- en Sprielderbos bedekt zo’n beetje de hele rug van de Stuwwal van Garderen. Deze stuwwal is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, toen het voortstuwende landijs het zand opstuwde. De bosbodem is hier dan ook vrij glooiend, met her en der een wat hogere heuvelrug. Het hoogste punt ligt direct westelijk van Drie op 55 meter boven NAP.

Duizenden grafheuvels

In het Speulder- en Sprielderbos liggen honderden, en misschien zelfs wel duizenden, grafheuvels. In de late steentijd (ca. 2800 voor Chr.) werden overleden begraven in een eenvoudige kuil, die dan vervolgens werd afgedekt met een heuvel van plaggen en zand. Vanaf de bronstijd (2000-800 voor Chr.) werden meerdere mensen in een grafheuvel begraven en daarna, in de ijzertijd (800 voor Chr. tot het begin van onze jaartelling) werden de overledenen gecremeerd en urnen met hun resten bijgezet in lage grafheuvels: de zogeheten urnenvelden.

De doden kregen grafgiften mee zoals aardewerken potten en pijlpunten en soms wat bronzen sieraden. Bot vergaat zo goed als helemaal in de zandgronden en veel meer dan een zwarte afdruk in het zand blijft er vaak niet achter. In het Speulder- en Sprielderbos liggen meer dan 130 grafheuvels die als archeologisch monument beschermd zijn. Diverse van de aanwezige grafheuvels zijn hersteld en zichtbaar gemaakt en worden onderhouden door regelmatig handmatig struiken en jonge boompjes te verwijderen. Maar deze 130 monumentale grafheuvels zijn nog maar het topje van de ijsberg. Archeologisch onderzoek in 2021 hebben nog duizenden kandidaat grafheuvels geïdentificeerd en boringen in 42 van hen toonde aan dat ongeveer de helft ervan inderdaad een nog onbekende grafheuvel is.

verrekijker

Bezienswaardigheden in het Speulder- en Sprielderbos

  • Speulder- en Sprielderbos (Sprielderweg bij 205, Ermelo). Het bos is alleen per voet of fiets toegankelijk. Rondom het bos zijn diverse parkeerplaatsen aangelegd (Putten en Ermelo), door Staatsbosbeheer, de eigenaar van het bos.
    • Solse Gat. Twee kilometer noordelijk van Koudhoorn bij de kruising van de onverharde wegen Laak en Solse Passage in het Sprielderbos.
  • Landbouwenclave Drie (Sprielderweg bij 205, Ermelo). In het Speulderbos licht het geheel door bos omsloten buurtschap Drie dat bestaat uit acht woningen en omgeven is door enkele akkers.
  • Landgoederen in het Speulder- en Sprielderbos
    • Landgoed Groot Spriel (Garderenseweg 150, Putten). Buitenplaats uit 1880 aan de zuidkant van het Sprielderbos. Het landgoed is toegankelijk met uitzondering van de directe omgeving van het landhuis.
    • Landgoed Schovenhorst (Garderenseweg 142, Putten). Landgoed van 180 hectare direct ten westen van het Sprielderbos. Het is gesticht door J.H. Schober, die hier in 1848 een lap woest grond kocht om te experimenteren met allerlei vormen van grondgebruik. De bosbouw met naaldbomen bleek het meest geschikt. Op het landgoed liggen vijf bomentuinen ofwel arboreta, waaronder het Kleine Pinetum uit 1852, het oudste pinetum van Nederland. De inspanningen van de eerste eigenaar leiden mede tot de opricht van Staatsbosbeheer. Het landgoed met bomentuinen zijn publiekelijk toegankelijk.
    • Landgoed Oud Groevenbeek (Putterweg 230, Ermelo). Landgoed direct noordelijk van het Sprielderbos. Het vormt samen met landgoed Nieuw Groevenbeek een Beschermd dorpsgezicht als voorbeeld van een ontginningslandgoed. In 1907 werd op landgoed Oud Groevenbeek een landhuis in Jugendstil-stijl gebouwd. Bijzonder is dat dit landgoed over een eigen watertoren beschikt dat diende voor het drinkwater en ter bewatering van de landschappelijke tuin.
  • Zwaartepunt van Nederland (Peppelerweg, Putten). Aan de zuidkant van het Sprielderbos ligt het Zwaartepunt van Nederland, gemarkeerd door een steen met grote ring.
  • Onderduikershol Drie. In het noorden van het Speulderbos, noodelijk van de Sprielderweg tussen Drie en Speuld, bevind zich een Onderduikershol uit de Tweede Wereldoorlog. Dit hol met vluchtgangen ligt langs de cultuurhistorisch wandelroute.
bike

Activiteiten in het Speulder- en Sprielderbos

  • Wandelroutes
    • Duintjesroute (P-Plaats/Garderenseweg 440, Garderen). Rondwandeling (6 km) door het zuiden van het Speulderbos over het meest heuvelachtige deel van de Gardense Stuwwal.
    • Putterbos (P-plaats Prins Hendrikweg, Putten). Rondwandeling (6 km) door het Putterbos.
    • Cultuurhistorie (Sprielderweg 204, Ermelo). Rondwandeling (8 km) langs grafheuvels en andere cultuurhistorische plekken.
    • Landgoed Oud Groevenbeek (Watervalweg, Parkeerplaats Oud Groevenbeek naast N303). Rondwandeling (9km) door landgoed/Putterbos.
    • Trage Tocht Garderen (Bakkerstraat 12, Garderen). Rondwandeling (14 km) door het Speulderbos, Koudhoorn en Boeschoten.
    • Speulderbos & Houtdorperveld (Sprielderweg 205, Ermelo). Rondwandeling (15 km) door en ten oosten van het Speulderbos.
    • Klompenpad Speuldepad (Sprielderweg 204, Ermelo). Rondwandeling van 16 kilometer door het Speulderbos en het Hierdense beekdal.
    • Leuvenumse beek (Station Ermelo). De route van dag 1 (22 km) van deze tweedaagse wandelroute loopt door het Speulder- en Sprielderbos.
    • Veluwe Zwerfpad. Etappes 5 (13 km) en 6 (31 km) van dit langeafstandswandelpad gaat van Garderen door het Speulder- en Sprielderbos naar Elspeet.
  • Fietsen
  • Bezoek bijzondere locaties
    • Historisch Museum ‘De Tien Malen’ (Garderenseweg 97, Putten). Museum over de geschiedenis van Putten en omstreken.  
    • Bostoren (Garderenseweg bij 142, Putten). 40 meter hoge toren vanwaar je een uitzicht heb over de toppen van het Speulder- en Sprielderbos.
    • Wildarena de Witte Hoogt (Drie, Ermelo). Midden in een rustgebied voor het wild ligt deze overdekte wildobservatiepost met vrij uitzicht op een open plek, waar edelherten, reeën en wilde zwijnen zich regelmatig van dichtbij laten zien. De Wildarena is alleen onder begeleiding van Staatsbosbeheer te bezoeken.
Eten en drinken

Eten & drinken

Overnachten

Overnachten

  • Camping
  • Vakantiehuisjes
    • Hotel Klein Spriel (Drosteweg 15, Puten)
    • Vakantiehuis Peppelenboom (Oude Garderenseweg 40, Putten)
  • Bungalowparken
    • TopParken (Putterweg 68, Garderen)
    • Bok’s Bungalowpark (Putterweg 76, Garderen)
  • Hotels
    • Fletcher Hotel-Restaurant Mooi Veluwe (Garderenseweg 154, Putten)
    • Bilderberg Hotel ’t Speulderbos (Speulderbosweg 54, Garderen)
    • Landgoed Oud Grovenbeek (Putterweg 230, Ermelo)

Natuur & Landschap

Naast zomereik, wintereik en beuk, komen ook de ruwe berk, zachte berk en ratelpopulier verspreid voor in het Het Speulder- en Sprielderbos. Ook zijn er aangeplante naaldbossen met bijzonder hoge bomen. In de struiklaag komen hulst, lijsterbes en sporkehout voor. Van de grotere zoogdieren komen edelhert, wild zwijn, ree en vos voor. Ook de in Nederland zeldzame boommarter voelt zich hier thuis.

Dit bos is rijk aan vogels. Niet alledaagse vogelsoorten die er vaak gezien worden zijn bijvoorbeeld de appelvink en de goudvink. Door de aanwezigheid van oud bos in de nabije omgeving zijn vooral holenbroeders als boomkever, holenduif, bosuil en de zwarte specht karakteristiek. Doordat er veel dood hout aanwezig is, groeien er talrijke paddenstoelen en mossen. Ook veel bomen zijn bedekt met een dikke laag fel groen mos. Het Speulder- en Sprielderbos is onderdeel van Natura 2000 gebied Veluwe.