Duinen van Terschelling – Cranberry eiland

12 minuten leestijd

Terschelling is het op één na grootste Nederlandse Waddeneiland en bestaat grotendeels uit natuurgebied. Karakteristiek voor Terschelling is de relatief hoge ouderdom van het centrale duingebied aan de noordkant van het langgerekte eiland. Dit duingebied ligt ingeklemd tussen de een enorme zandvlakte Noordsvaarder aan de westkant en het uitgestrekte kweldergebied de Boschplaat aan de oostkant.

Terschelling kent een van de breedste stranden van Nederland: bij laag water is het zo’n 400 meter breed. Achter de embryonale duinen aan de zuidkant van het strand en de stuivende jonge duinen van de zeereep liggen de grillig gevormde oude duinen. In dit 2 kilometer brede centrale duingebied liggen diverse duinvalleien met duingraslanden, bedekt met heide en cranberry struiken, en diverse duinmeertjes. In de duinbinnenrand liggen diverse naaldbossen, maar ook enige natuurlijke bos van de Waddeneilanden, de Berkenvallei.

Terschelling kent een groot aantal verschillende landschapstypen op een relatief klein oppervlak. Door deze variatie komen er wel 600 verschillende planten voor. Ook broeden er meer dan 100 verschillende vogels, waarvan 26 vogels die op de Rode Lijst staan. En zowel de gewone en grijze hond zonnen op de Noordsvaarder.

Noordsvaarder – Aangelande zandplaat met jonge zeeduinen

Aan de westzijde van Terschelling ligt een uitgestrekte zandvlakte. Hier zijn de afgelopen eeuwen vanuit zeegat Het Vlie diverse zandplaten aangeland. Dit is een cyclisch proces en ook nu liggen er zandbanken voor de westkust van Terschelling, waaronder de Engelschhoek, die naar verwachting in de nabije toekomst zullen aanlanden.

De grootste aangroei van deze zandplaat heeft rond 1865 plaatsgevonden met de aanlanding van de Noordsvaarder zandbank. Deze zandvlakte is nog steeds grotendeels onbegroeid maar er is ook een groot gebied waar zeekraal groeit. Het is een belangrijke hoogwatervluchtplaats voor veel vogelsoorten, met name steltlopers die op het wad foerageren, en voor vogels die op het strand broeden zoals de bontbekplevier en de dwergstern.

Op de zuidwestpunt van deze zandplaat bevind zich een dynamische keten van grote verstuivende, nauwelijks begroeide, jonge witte zandduinen. Op de noordzijde van deze zandplaat is rond 1950 een stuifdijken aangelegd, die door verstuiving inmiddels is omgevormd tot een grillige duinenrij. Ten zuiden van deze duinenrij ligt een tweede, lagere, stuifdijk en diverse duinenrijen. Vanaf het midden naar het oosten is de Noordsvaarder steeds meer begroeid.

Duinen Terschelling Zee

Centrale duingebied – Gevormd langs strandwal

Terschelling is ontstaan vanuit een oude strandwal die omstreeks 8000 jaar geleden voor de kust van Noord-Nederland was gevormd. Deze strandwal liep van Terschelling door tot Ameland, maar werd rond het begin van de jaartelling doorbroken door de getijdengeul de Oerboorne, en werden Terschelling en Ameland van elkaar gescheiden.

Deze strandwal ligt ongeveer ter hoogte van de Hoofdweg die als een snoer kralen tien van de twaalf dorpen en gehuchten van Terschelling met elkaar verbind. Vanwege haar hogere ligging was de strandwal al vroeg een goede plek voor menselijke bewoning.

Door de aanvoer van zand vanuit zee ontstond aan de zeekant van de strandwal een duinstrook, en na een paar duizend jaar lag de kust ongeveer twee kilometer noordelijker. Tegenwoordig heeft het centrale duingebied van Terschelling, tussen de Noordsvaarder en de Boschplaat, een grotendeels parallelle opbouw. Aan de noordkant ligt een vrij breed strand (300-500 meter) gevolgd door een strook van lage embryonale duinen.

Daarachter ligt op de meeste plekken een redelijk smalle zeereep met hoge jonge witte duinen. Tussen paal 15 en 20 zijn halverwege de 90-er jaren een aantal kerven in de zeereep aangebracht, waardoor hier een dynamisch jong duinengebied is ontstaan. Hierdoor is de zeereep er breder geworden en is het zandvolume toegenomen, waardoor Terschelling beter beschermd is tegen de zee, en bovendien ziet de zeereep er hier veel gevarieerder uit.

Oude duinkern – Van hoge ouderdom en kalkarm

Achter de centrale zeereep ligt een grillig gevormd oud duinengebied dat een groot deel van het Terschelling bedekt. Dit ongeveer twee kilometer brede gebied bestaat uit voedsel- en kalkarme grijze duinen. Dit komt doordat deze relatief oude duinen van oorsprong zijn opgebouwd uit mineraalarm zand afkomstig van de Noord-Duitse rivieren en doordat het kalk uit vers aangevoerd kalkrijk zand in de loop der tijd is uitgespoeld door de regen.

Hier liggen afwisselend middelhoge duinen en duinruggen, en droge en natte duinvalleien. Opmerkelijk is dat de lagere delen van het duingebied zich aan de Noordzeezijde bevinden terwijl de hogere duinen tegen de binnenduinrand aanliggen. In het verleden zijn de duinen in dit gebied door winderosie verstoven en gaan ‘wandelen’ naar het binnenland. Om deze loopduinen een halt toe te roepen voordat zij de dorpjes op de strandwal verzwolgen, zijn rond 1925 naaldbossen aangeplant bij West-Terschelling, Formerum en Hoorn om daarmee het duingebied vast te leggen. Deze aanplant bestond voornamelijk uit Oostenrijkse dennen, die uiteindelijk gebruikt moesten worden voor de Limburgse mijnen.

In de achtergebleven uitgestoven kalkarme duinvalleien ontstonden droge duingraslanden met heidebegroeiing, waarin kraaiheide de boventoon voert. Dergelijke kalkarme duinvalleien kennen een enorme soortenrijkdom, met bijzondere soorten mossen en korstmossen, zoals elandgeweimos en sierlijk rendiermos, maar ook met meer in het oog springende planten als het duinviooltje en zandblauwtje. Dit is in het bijzonder goed waar te nemen in natuurgebied de Koegelwieck ten noorden van Hoorn, de grootste uitgestoven duinvallei van Terschelling ontstaan tijdens een grote stuifperiode in de 19e eeuw.

Duinen Terschelling Cranberry

Cranberries – Het startte met een aangespoeld voorraadvat

De cranberry komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is in Nederland een uitheemse plantensoort. Het verhaal gaat dat in 1845 een vat cranberries, die door zeeschepen werden meegenomen als probaat middel tegen scheurbuik, aanspoelde op Terschelling.

Cranberries stellen hoge eisen aan de grond om te kunnen groeien: deze dient kalkarm, humusrijk, ietwat zurig en vochtig te zijn. En dit is precies de bodemgesteldheid zoals aanwezig in de meeste oude duinvalleien op Terschelling. Cranberry (NL: grote veenbes) struiken, zijn tegenwoordig dan ook alomaanwezig in de Terschellingse duinvalleien waar ze groeien tussen de heideplanten. Het oogsten van cranberries van deze velden is door Staatsbosbeheer verpacht aan een aantal Terschellingse ondernemers.

Terschellinger mieden – Elzensingelslandschap

Langs de binnenduinrand bevinden zich de Terschellinger mieden, een kleinschalig cultuurlandschap dat uniek is voor het Waddengebied. Het bestaat uit natte schrale graslanden omzoomd door elzensingels. In vroeger tijden waren de moerassige mieden in gebruik als hooiland. De elzensingels dienden niet alleen als veekering, maar gingen bovendien zandverstuiving tegen en dienden als bron van brandhout. Dit cultuurlandschap is in het bijzonder nog goed intact in natuurgebied de Kooibosjes ten noorden van Hee, maar ook elders op Terschelling worden veel recreatiewoningen langs de binnenduinrand nog begrensd door elzensingels.

Berkenvallei – Zeldzaam natuurlijk duinbos

Nadat in 1910 het weiden van vee in de duinen, een vanouds gebruiksrecht ‘oeral’ geheten, op Terschelling was verboden, is aan de oostrand van het centrale duingebied spontaan het grootste natuurlijke bos van de Waddeneilanden ontstaan: de Berkenvallei. Dit is niet zomaar een spontaan bos, maar een bos op een plek waar bosgroei nauwelijks verwacht wordt gezien de zeewind die over de duinen heen dendert en de aanwezigheid van zout in de bodem doordat gedeelten van de Berkenvallei bij springvloed gedurende korte tijd onder water staan.

In deze uitgestoven kalkarme duinvallei ontstonden op diverse plekken spontaan berkenbosjes in de luwte van de ten westen van de Berkenvallei gelegen hoge duinen, zoals de Parapluduin en Jan Thijssensduin. Deze laagblijvende berkenbosjes (maximaal 10 meter) behoren tot het kraaihei-berkenbos type, een voor Nederland zeer zeldzaam bostype dat groeit op een bodem met gradiënten van zoet naar brak, van droog naar nat en van zuur naar min of meer kalkhoudend.

Tussen de berkenbosjes ligt duinheide gedomineerd door kraaihei maar ook dophei, struikhei en cranberries. Daarnaast is het bos rijk aan mossen en komen er op vochtige plekken veel moerasplanten voor.

Duinen Terschelling Drenkelingenhuisje

Boschplaat – Duincomplexen aan de wadkant

Kweldergebied Boschplaat bevindt zich aan de oostkant van Terschelling. Dit uitgestrekte gebied (zo vanaf paal 19) was vroeger een grote zandplaat die rond 1700 op Terschelling is aangeland. De strandplaat overstroomde regelmatig en was vrijwel geheel onbegroeid.

Wind en water hadden hier eeuwenlang vrij spel. Aan de zuidkant van de Boschplaat ontstond een keten van losliggende duincomplexen, de ‘Eerste Duintjes’ tot en met de ‘Vierde Duintjes’. Doordat de bodem van de Waddenzee hier zandig is, werden op de Boschplaat bij een aanhoudende oostenwind lage duintjes gevormd aan de kant van de Waddenzee. De aanwezigheid van duinen aan de wadkant van het eiland is bijzonder, en komt alleen op andere Waddeneilanden met een kweldergebied aan de wadkant voor, zoals Nieuwlandsreid op Ameland en de Oosterkwelder op Schiermonnikoog.

Om de Boschplaat te beschermen tegen de constante overstromingen van de Noordzee, en om de rest van Terschelling beter te beschermen, werd er tussen 1931 en 1937 de maar liefst negen kilometer lange, grotendeels kaarsrechte, Derk Hoekstrastuifdijk aan de noordkant van de Boschplaat aangelegd. In de winter van 1936/1937 brak de nieuwe stuifdijk door. De dijk stoof spoedig op en kreeg een natuurlijk aanzien met duintoppen van gemiddeld zo’n 13 meter hoog.

Bij het oostelijke uiteinde van de stuifdijk ontstond vanaf 1950 spontaan een nieuwe duinenrij op het brede strand noordelijk van de dijk. In de jaren 80 zijn hier door Rijkswaterstaat stuifschermen geplaatst en zijn openingen in de duinenrij dichtgeschoven om de landaanwas te bevorderen. Dit gebied kreeg de naam Cupido’s Polder. Achter de nieuwe zeereep liggen jonge duinvalleien met zilte graslanden. De laatste jaren is de oostpunt van de Boschplaat aan sterke erosie onderhevig, waardoor er grote delen van de Boschplaat en de Cupido’s polder weer in zee zijn verdwenen.

Na de aanleg van de stuifdijk ging het rustiger Waddenzeewater slib afzetten op de Boschplaat en veranderde het in een kweldergebied met bijbehorende vegetatie. De Boschplaat is tegenwoordig een van Nederlands meest waardevolle natuurgebieden en sinds 1970 voorzien van het Europees diploma voor Natuurbeheer. Er bevinden zich grote broedkolonies van de kleine mantelmeeuw, dwergstern en eidereend. De Boschplaat kreeg in 2015 het predicaat Dark Sky Park, een plek waar men ’s-nachts de totale duisternis op aarde kan ervaren en volop de sterrenhemel kan aanschouwen.

verrekijker

Bezienswaardigheden op Terschelling

  • Duinvallei Koegelwieck (Lies 33, Lies). Grootste uitgestoven duinvallei van Terschelling ontstaan tijdens een grote stuifperiode in de 19e eeuw.
  • Kaapsduin (Zwarteweg bij 23, West-Terschelling). Hoogste duin van Terschelling (31,4 meter boven NAP).
  • Duinbossen
    • Natuurlijk duinbos Berkenvallei (Oosterend bij 67, Ooserend). Kraaihei berkenbos.
    • Aangeplante duinbossen. Naaldbossen aangeplant om de stuivende duinen vast te leggen. Deze bossen worden omgevormd tot gemengde bossen.
      • Donkere Bos (Sportlaan bij 5, West-Terschelling)
      • Bos van West (Badweg West bij 1, West-Terschelling)
      • Formerumerbos (Badweg Formerum bij 15, Formerum)
      • Hoornsebos (Badweg Hoorn bij 11, Hoorn)
  • Zandplaten
    • Noordsvaarder (Westerbuurtstraat bij 46, West-Terschelling).
    • Boschplaat (Oosterend bij 67, Oosterend).
  • Terschellinger Mieden: Kooibosjes (Heester kooiweg bij 20, Hee)
  • Uitzichtpunten. Op Terschelling liggen diverse uitzichtpunten om te genieten van de indrukwekkende natuur van Terschelling.
  • Drenkelingenhuisje (nabij paal 25 op het strand van Terschelling).
  • Vogelwachtershuisje (nabij paal 24 op de Derk Hoekstra Stuifdijk).
  • Vuurtoren & Zeekaap in de Terschellingse duinen 
    • Brandaris (Brandarisstraat 2, West-Terschelling). De oudste nog werkende vuurtoren van Nederland uit 1593. Toren van gele bakstenen van 53,7 meter hoog.
    • Noordkaap of Kleine Kaap (oostpunt Boschplaat). Replica uit 1978 van stalen kaap uit 1919 die vroeger diende als dagmerk voor de scheepvaart. Deze zeekaap staat aan de oostkant van het eiland.
  • Dorpjes op de strandwal (van west naar oost):
    • Baaiduinen
    • Midsland
    • Landerum
    • Formerum
    • Lies
    • Hoorn
    • Oosterend
  • Dorp in het binnenduin
    • West-Terschelling
bike

Activiteiten op Terschelling

Eten en drinken

Eten & drinken

Op Terschelling bevinden zich een groot aantal restaurants langs het strand en in de diverse dorpjes.

Overnachten

Overnachten

  • Campings
  • B&B
    • Op Terschelling bevinden zich diverse B&B’s.
  • Vakantiehuisjes
    • Op Terschelling liggen diverse vakantiehuisjes midden in de natuur, weg van de massa.
  • Vakantieparken
    • Op Terschelling liggen diverse vakantieparken in de binnenduinrand en zelfs in de duinen bij het strand.
    • Landal Schuttersbos (Duinweg Midsland 93, Midsland)
    • Landal Strandappartementen (Europalaan 35, West-Terschelling)
    • Landal Kaap West (Zwarteweg 2, West-Terschelling)
  • Hotels
    • Op Terschelling liggen een groot aantal hotels in de duinrand en zelfs in de duinen bij het strand.
    • Paal 8 Hotel aan Zee (Badweg West 4, West-Terschelling)
    • Strandhotel Terschelling (Badweg Formerum 4, Formerum)

Landschap en Natuur

Door het grote aantal verschillende landschapstypen op Terschelling, en de gradiënten ertussen, komt er op dit eiland een grote diversiteit aan planten voor: in totaal meer dan 600 verschillende soorten, waaronder vele zeldzame zoals de guichelheil en pilvaren. In de natte duinvalleien groeien orchideeën zoals de groenknolorchis en in de duinmeren komt de zeldzame waterplant drijvende waterweegbree voor. Op de grens van zoet en zout groeien zoutminnende planten zoals zeelavendel, moerasgras en zeekraal. Deze zijn voedsel voor ganzen, smienten en hazen.

Op de Boschplaat broeden jaarlijks ongeveer 70 verschillende vogelsoorten, waaronder lepelaars, eidereenden, kleine mantelmeeuwen, visdiefjes en dwergsternen. Bovendien stroomt in deze kwelder twee keer per dag zeewater voorzien van de nodige voeding in en uit, wat het een ideale pleisterplaats maakt voor de vele trekvogels die hier langskomen. Maar ook in de natte duinvalleien komen bijzondere vogels voor, zoals de dodaar en de bruine en de blauwe kiekendief. De ondiepe Waddenzee is een kwekerij voor garnalen en vis uit de Noordzee en gewone en grijze zeehonden zonnen graag op de zandbanken van de Noordsvaarder.

De natuurgebieden van Terschelling worden sinds 1910 beheerd door Staatsbosbeheer. Terschelling valt onder drie Natura 2000-gebieden. Duinen Terschelling zijn een separaat Natura 2000 gebied dat 47% van het eiland beslaat. Daarnaast vallen het strand van Terschelling en het noordelijke deel van de zandplaat Noordsvaarder onder Natura 2000 gebied Noordzeekustzone en valt het grootste deel van de Noordsvaarder en De Boschplaat onder Natura 2000 gebied Waddenzee.