Molenviergang Aarlanderveen – De enige nog in bedrijf zijnde molengang ter wereld

5 minuten leestijd

De ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ is een drooggelegde veenplas. Het is de enige polder ter wereld die nog geheel op windbemaling is aangewezen. De vier molens van de molengang voeren trapsgewijze het overtollige polderwater op naar de Oude Rijn. Het is een polder in een polder en de 2 kilometer lange molenboezem van de molengang loopt grotendeels over het grondgebied van de Zuid- en Noordeinderpolder naar de Oude Rijn.

Het hoogteverschil in deze 494 hectare grootte polder is markant: op sommige plekken ligt de polder 5,4 meter onder NAP en daarom moet het water bijna vijf meter worden opgevoerd. De ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ ligt slechts 50 meter van het lintdorp Aarlanderveen, en in het bijzonder in het zuidelijk deel van het dorp is de ligging van dit dorp als een strook hoog land tussen twee lager gelegen droogmakerijen goed waarneembaar.

Gereglementeerde turfwinning – Verplichting tot droogmaken

Ten zuidwesten van Aarlanderveen werden vanwege de inklinking van de veengrond in de 16e eeuw twee polders gevormd; de Zuideinderpolder en de Noordeinderpolder, die in 1666 zijn verenigd. Eeuwenlang wonnen de bewoners op kleine schaal turf in deze polder. Echter, door de stijgende vraag naar turf vanuit de steden werd deze turfwinning langzaam steeds grootschaliger waardoor er steeds meer veenplassen in de polder ontstonden. Het Hoogheemraadschap van Rijnland kwam daarom met steeds striktere afspraken over de condities waaronder de turfwinning plaats mocht vinden in het gebied dat zij beheerde, de gereglementeerde vervening.

Vanaf 1727 werden door Rijnland alleen nog vergunningen afgegeven aan groepen van landeigenaren die naast elkaar gelegen grond bezaten. Bovendien stond tegenover de toestemming om turf te winnen in een gebied de verplichting om het verveende gebied binnen een specifieke tijdsperiode te bedijken en droog te leggen. Dit waren grote projectmatige veen- en droogmakerijen die als voordeel hadden dat op deze manier geen land verloren ging.

In 1735 kregen de eigenaren (de ingelanden) van de Zuid- en Noordeinderpolder van het Hoogheemraadschap van Rijnland toestemming (consent) om 515 hectare land in het noorden van deze polder in dertig jaar te vervenen en droog te maken. De turfwinning verliep echter veel trager dan gepland, en daarom werd verlenging gevraagd, en gekregen, van de consentperiode met 20 jaar. Uiteindelijk werd in 1784 begonnen met het plannen van de drooglegging van de door vervening ontstane waterplas en werd de ringdijk aangelegd.

Molenviergang Aarlanderveen 3

Droogmakerij – Molendriegang plus één

Na het wegbaggeren van de turf lag de bodem van de veenplas ongeveer 4,2 meter beneden NAP, ongeveer 2,4 meter lager dan de Zuid- en Noodreinderpolder waarin deze polder in ligt. Hiervoor was er een molengang met drie molens nodig om het water op de Oude Rijn te kunnen lozen. Twee molens van deze molengang stonden op het grondgebied van de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’.

De derde molen van de molengang werd aan de molenboezem in de omringende Zuid- en Noordeinderpolder, zo’n 1200 meter ten zuiden van de ringdijk rondom de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ geplaatst. De molenboezem van deze polder kruist dan ook de afvoerende watergang de Grote Wetering van de Zuid- en Noordeinderpolder door middel van een sifon, een ondergrondse waterkruising. Deze drie molens werden in de jaren 1786-1787 gebouwd en malen trapsgewijs het overtollige polderwater steeds 1.25 meter hoger. In 1788 vielen de gronden droog en was daarmee de Drooggemaakte polder aan de westzijde van Aarlanderveen een feit.

Putpolder – Polder in een polder in een polder

Tijdens het droogmalen bleek dat een deel van de polder, de zogenaamde Put in de noordwesthoek van de nieuwe drooggemaakte polder, zeer onregelmatig was uitgebaggerd. Daarom werd toestemming gevraagd om in dit gebied door te gaan met turf te baggeren. In 1785 gaf het Hoogheemraadschap toestemming om nog 9 jaar langer turf te winnen. Deze tijdstermijn bleek weer te kort, waarna het consent nogmaals met 6 jaar werd verlengd.

Kort voor de afloop van de verlengde baggertermijn werd in 1800 begonnen met de bouw van de Putmolen. Na de verdere vervening lag de 125 hectare grootte Put ongeveer een meter lager lag dan de rest van de drooggemaakte polder. De Putmolen maalt het water niet in de molenboezem, maar in een vaart die in verbinding staat met de rest van het bovendeel van de polder, waarna de andere drie molens dit water verder naar de Oude Rijn uitmalen. Strikt genomen heeft de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ dan ook een molendriegang met een aparte ondermolen. Alhoewel de Putmolen dus het laatst gebouwd is, is hij door het afbranden van de drie andere molens in de loop der volgende eeuwen alsnog de oudste geworden.

Putmolen koeien

Gemaal – Onbetaalbare investering

Dat de molens van de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ nooit vervangen zijn door gemalen, heeft twee hoofdredenen. Enerzijds is het een vrij kleine polder. Alhoewel het onderhoud van de molens duur was en ook de salarissen van de (parttime) molenaars een grote kosten post was voor het polderbestuur, waren de kosten voor het bouwen van een stroom- en later een diesel- of elektrisch gemaal ook niet gering en bovendien had men waarschijnlijk aan één gemaal niet voldoende. Tot 1979 was de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ een zelfstandig waterschap, en moesten de bewoners van de polder voor alle kosten opdraaien. Aangezien er slechts enkele tientallen eigenaren grond in de polder bezaten, viel dit niet op te brengen.

Het vervangen van de molens door gemalen bleef echter een regelmatig terugkerend onderwerp van gesprek. Tegelijkertijd ging men door het grootschalige verdwijnen van molens uit het Nederlandse landschap, molens ook anders waarderen en werden ze steeds meer gezien als monumenten van onze geschiedenis. Daarom werd de molenviergang in 1962 voor een symbolisch bedrag van 4 gulden verkocht aan de nieuwe opgerichte Stichting Molenviergang Aarlanderveen. Hierdoor werd de financiële instandhouding niet langer alleen de verantwoordelijkheid van de ingelanden van de polder, maar werden ook derden hier mede voor verantwoordelijk.

In een convenant tussen de Stichting Molenviergang, het waterschap, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Alphen aan den Rijn uit 1995, is het voortbestaan van de molenviergang geborgd, en is hiermee de enige nog werkende molenviergang ter wereld geworden. Voor de zekerheid zijn er wel kleine elektrische hulpgemaaltjes in de molens geplaatst zodat bij onvoldoende wind het waterpeil niet te hoog hoeft te komen. De polder is aangewezen als Cultuurhistorisch kroonjuweel van het Zuid-Hollandse landschap.

verrekijker

Bezienswaardigheden bij Molenviergang Aarlanderveen

  • Poldermolens
    • Poldermolen Drooggemaakte Polder aan de Westzijde
      • Aarlanderveen Molen no. 1  of Ondermolen (Achtermiddenweg 4, Aarlanderveen) uit 1924.
      • Aarlanderveen Molen no. 2 of Middenmolen (Achtermiddenweg 2, Aarlanderveen) uit 1869.
      • Aarlanderveen Molen no. 3 of Bovenmolen (Kortsteekterweg 24, Alphen aan den Rijn) uit 1823.
      • Aarlanderveen Molen no. 4 of Putmolen (Kerkvaartsweg 61, Aarlanderveen) uit 1801.
    • Poldermolen Zuid- en Noordeinderpolder
      • De Dikke Molen (Lindenhoevestraat 14, Zwammerdam) uit 1674.
  • Korenmolen De Morgenster (Noordeinde 96, Aarlanderveen). Molen uit 1870 in het dorp Aarlanderveen op de ringdijk rondom de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’.
  • Gemaal Neptunus (Machineweg 2a, Aarlanderveen). Elektrisch gemaal uit 2014 in een gebouw uit 1871 waarin zich oorspronkelijk een stoomgemaal bevond. Dit gemaal pompt het overtollige water uit de Zuid- en Noordeinderpolder via de Grote Wetering naar het Aarkanaal.
bike

Activiteiten bij Molenviergang Aarlanderveen

  • Wandelen
    • Molenviergangpad (Achtermiddenweg bij 4, Aarlanderveen). Voetpad (2 km) langs Aarlanderveender Molens 1 t/m 3.
    • Molenviergangroute (Dorpsstraat 40, Aarlanderveen). Rondwandeling (9 km) door de Drooggemaakte Polder en de Zuid- en Noordeinderpolder.
    • Molenviergang wandelroute (Dorpsstraat bij 40, Aarlanderveen). Rondwandeling (12 km) door de Drooggemaakte Polder en de Zuid- en Noordeinderpolder.
    • Groene Hartpad. Etappe 4 (20 km) van dit langeafstandswandelpad loopt van Alpen aan de Rijn naar de Woerdense Verlaat door de Drooggemaakte polder.
  • Fietsen
    • Waterlinieroute (Verloostraat bij 2, Zwammerdam). Rit (25 km) langs de oostzijde van de Drooggemaakte polder van Zwammerdam naar Den Hoef.
  • Watersport
    • Kanoroute De 8 van de Aar (Verloostraat bij 2, Zwammerdam). De verkorte route van deze rondvaart gaat door de zuidelijke ringvaart van de Drooggemaakte Polder.
    • De ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ grenst aan de Nieuwkoopse plassen met veel watersportmogelijkheden.
Eten en drinken

Eten & drinken

Overnachten

Overnachten

Natuur & Landschap

De ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen’ is nog steeds vrijwel volledig in agrarisch gebruik als veenweidegebied. Het landschap wordt gekenmerkt door de karakteristieke slagenverkaveling met smalle lange percelen die van elkaar gescheiden zijn door sloten. De lage ligging van de polder is overal goed te ervaren door de grote openheid van de polder. In de graslanden, in het bijzonder langs de oevers van de sloten, komt typerende flora voor veenweide gebieden voor en de droogmakerij is rijk aan weidevogels zoals de Grutto, Tureluur en Kievit. Deze polder ligt in het Groene Hart van Holland.