Landgoed Huis Bergh – Soeverein graafschap

9 minuten leestijd

Landgoed Huis Bergh ligt in een glooiend stuwwallengebied in de Achterhoek bij de grens met Duitsland. Het 2.060 hectare grootte adellijke landgoed is het één van de grootste landgoederen van Nederland. Landgoed Huis Bergh bestaat grotendeels uit het eeuwenoude Bergherbos, en ontstond rondom de midden in dit bos gelegen motte Montferland, de grootste motte van Nederland.

Nadat de eerste heren van den Bergh hier zo’n anderhalve eeuw hadden gewoond lieten zij rond 1240 een nieuw stamslot bouwen. Dit imposante middeleeuwse kasteel, Huis Bergh, is de grootste waterbucht van Nederland en ligt binnen de, later aangelegde, stadswallen van het stadje ‘s-Heerenberg. In 1486 werd de heer van den Bergh verheven tot rijksgraaf van het Heilige Roomse Rijk en daarmee werd het Land van Bergh waar zij over heersten soeverein.

Acht eeuwen lang is landgoed Huis Bergh via vererving op de volgende generatie heren en graven van den Bergh overgegaan. Maar in 1912 verkocht de toenmalige Zuid-Duitse eigenaar het bezit aan de textielfabrikant Jan van Heek. Van Heek bezat een enorme passie voor de middeleeuwen en de natuur. Hij gebruikte zijn fortuin om kasteel en bijgebouwen in oude luister te herstellen en liet het Bergherbos transformeren van een grootschalig homogeen productiebos in een natuurlijk gevarieerd bos.

Rondom het Bergherbos ligt een kring van glooiende biologische graanakkers, met daarin hemelsblauwe korenbloemen en knalrode klaprozen. Dit graan moest eeuwenlang worden gemalen in de tot het graafschap behorende banmolens, waaronder de Grafelijke Korenmolen. Deze torenmolen uit 1441 is de oudste nog bestaande windmolen van Nederland en behoort tot de Top 100 van meest bijzondere rijksmonumenten van Nederland.

Inhoudsopgave

Landgoed Huis Bergh – Glooiend landgoed bovenop stuwwal

Landgoed Huis Bergh is een adellijk landgoed in de Achterhoek. Het ligt op een geïsoleerde stuwwal in het grensgebied met Duitsland. De kern van landgoed Huis Bergh wordt gevormd door de Motte Montferland, de grootste motte van Nederland. Deze kunstmatig verhoogde heuvel was eens het fundament van een mottekasteel en ligt middenin het eeuwenoude Bergherbos. Om dit bos bovenop de stuwwal ligt een rand van glooiende graanakkers, met lager op de flanken van de stuwwal de weilanden.

Landgoed Bergh te Zeddam

Van het eens 7.500 hectare grote landgoed, het voormalige graafschap Bergh, is na talrijke grondverkopen van in het bijzonder de cultuurgronden, tegenwoordig nog ongeveer 2.060 hectare over. Driekwart van dit NSW-landgoed is eigendom van Natuurmonumenten en een kwart van de Stichting Huis Bergh. Het landgoed bestaat voor ongeveer 90% uit gemengd bos, het Bergherbos. Grenzend aan het Bergherbos ligt een zone van glooiende goudgraanakkers, rijk aan akkerkruiden zoals de korenbloem.

Motte Montferland – Eerste stamslot heren van den Bergh

De geschiedenis van landgoed Huis Bergh start in de eerste kwart van de twaalfde eeuw. Toen vestigde de eerste heer van Bergh, de Armeense prins Constantinus, ofwel Constantijn, van Melegarde zich in het Berghse land. Constantijn was in de slipstream van de kruistochten in Duitsland beland en daar getrouwd met een nicht van graaf Otto II van Zutphen. Hij ontving de heerlijkheid Bergh, waarmee met ‘berg’ de op het grondgebied gelegen motteheuvel Montferland werd bedoeld. Constantijn ging zich later de Monte noemen, wat vervolgens vertaald werd in Van den Bergh.

De motte Montferland is een, door mensenhanden met zeven meter verhoogde, heuvel met daaromheen een droge gracht en een aarden wal. Het was de motte van een eerder mottekasteel, waarschijnlijk de burcht Upladen. Deze houten burcht was in 1016, tijdens de erfenisstrijd over het graafschap Hamaland, met de grond gelijk gemaakt.

Motte Montferland

Constantijn liet bovenop de verlaten motte een nieuwe burcht bouwen die hij Montferrand noemde, wat later verbasterde tot Montferland. Hier woonden de eerste heren van den Bergh tot werd besloten om een nieuw stamslot op een andere locatie te bouwen.

Tegenwoordig zijn van de twaalfde-eeuwse burcht Montferland nog slechts wat ondergrondse fundamenten over. Maar de imposante motte staat er nog steeds en wordt ook Montferland genoemd. Bovenop het plateau van deze motte staat een uit 1699 daterend voormalig jachthuis van de graven van den Bergh, met daarnaast een hotel-restaurant.

Huis Bergh – Imposant mottekasteel met elfhoekige ringmuur

Rond 1240 liet de toenmalige heer van den Bergh twee kilometer zuidelijk van de burcht Montferland, bij de splitsing van de weg van Emmerich naar Zevenaar en Zutphen in het naastgelegen moerasgebied aan de voet van de stuwwal, een nieuw stamslot bouwen, Huis Bergh.

Huis Bergh

Dit omgrachte mottekasteel bestond in eerste instantie uit een tufstenen donjon op een motte. Rond 1300 werd er een elf-hoekige ringmuur, met daartegen een zaalgebouw, rond het plateau op deze motte gebouwd en werd de tufstenen toren afgebroken. Bij kasteel Huis Bergh ontstond de nederzetting s’-Heerenberg, die in 1379 stadsrechten kreeg van heer Willem I van den Bergh.

De middeleeuwse verdedigingsburcht Huis Bergh werd in de loop der eeuwen diverse malen uitgebreid, hersteld (na verwoestingen en branden), en verfraaid. Haar huidige uiterlijk heeft Huis Bergh grotendeels te danken aan de textielfabrikant Jan van Heek.

Land van Bergh – Van Bannerheerlijkheid naar Graafschap

De heren Van den Bergh waren bannerheren van de bannerheerlijkheid, ofwel bannerij, Land van Bergh. Het was naast Baer, Bronkhorst en Wisch, één van de vier bannerheerlijkheden in het hertogdom Gelre. Bannerheren hadden veel grotere militaire verplichtingen aan hun landsheer dan ‘gewone’ heren. In ruil hiervoor kregen zij een groter grondgebied dat zij in eigendom, en niet in leen, kregen. Ook bezaten zij de hoge jurisdictie in hun heerlijkheid. Een bannerheer bezat dus een allodiale hoge heerlijkheid, en was hiermee grotendeels onafhankelijk van de hertog van Gelre.

De bannerij van Land van Bergh bestond naast de heerlijkheid Bergh (‘Bergherbos’) en het in 1379 tot stad verheven ’s-Heerenberg, uit zes omliggende heerlijkheden; Netterden, Gendringen, Etten, Zeddam, Didam, en Westervoort. In deze heerlijkheden lagen nog diverse andere (toenmalige) buurtschappen en kerkdorpen, zoals Azewijn, Beek, Kilder en Stokkum.

In 1486 werd bannerheer Oswald I van den Bergh door keizer Frederik III tot rijksgraaf van het Heilige Roomse Rijk verheven. Als rijksgraaf waren hij en zijn nazaten alleen nog verantwoording schuldig aan de Rooms-Duitse keizer. Het Land van Bergh werd daarmee een onafhankelijke staat en vanaf dat moment noemden de graven hun grondgebied Graafschap Bergh.

‘Bergh, de rijkste’

De historicus Arend van Slichtenhorst vatte in 1650 het verschil tussen de vier bannerheerlijkheden in Gelre treffend samen: ‘Bergh, de rijkste; Bronkhorst, de adellijkste; Baer, de oudste; en Wisch, de stoutste’.

De heren en graven van den Bergh hadden hun rijkdom, en macht, in de loop van de Middeleeuwen inderdaad aanzienlijk weten uit te breiden. Dit kwam mede doordat zij flinke erfenissen ontvingen als gevolg van de (strategische) huwelijken die zij, en hun grote kinderschare, sloten met leden van andere rijke (adellijke) geslachten. Het beroemdste voorbeeld hiervan is het huwelijk in 1556 tussen graaf Willem IV van den Bergh en de oudste zus van prins Willem van Oranje, Maria van Nassau, die samen 17 (!) kinderen kregen.

Gravelijke Korenmolen

De vele bezittingen, zowel hele heerlijkheden als soms slechts een enkel heerlijk recht of gebouw, die de heren en graven van den Bergh op deze manier in de loop der eeuwen vergaarden lagen lang niet allemaal vlakbij het graafschap Bergh. Ze lagen verspreid over heel Nederland, zoals in Bergen op Zoom (NB), Abcoude (UT) en Stevensweert (LI), en zelfs in Duitsland, zoals in Krefeld. De zwaartepunten van de bezittingen van de heren en graven van den Bergh buiten het Land van Bergh, lag in en rond Boxmeer (NB) en in het Rivierengebied (GE).

Bergherbos – Van gebruiksbos naar grootschalige bosbouw naar natuur

Het Bergherbos, dat tegenwoordig ongeveer 80% van landgoed Huis Bergh uitmaakt, is een zeer oud bos dat al in 1427 genoemd wordt. De graaf van Gelre gaf toen zijn deel in het Bergherbos in onderpand voor een lening van de heer van den Bergh. Deze lening werd nooit afgelost, waardoor dit deel van het Bergherbos eigendom werd van de heren en graven van den Bergh.

Echter, het grootste deel van het Bergherbos was een gemeenschapsbos, dat intensief gebruikt werd door de boeren uit de omliggende dorpen. Men sprokkelde er brandhout, verzamelde er strooisel voor het bemesten van de akkers, liet er schapen (gras) en varkens (eikels, beukennootjes) grazen en oogstte er constructiehout en eikenschors (voor de productie van eek voor het looien van leer). Daarnaast gebruikten de heren en graven van den Bergh het Bergherbos voor de jacht (adellijke jachtrechten).

Bergherbos

Het gemeenschappelijke deel van het Bergherbos was verdeeld in een vijftal bosmarken, zoals het Zeddamerbosch en de Groot Beekermark. Markegenootschappen, bestaande uit de eigenaren en pachters van de grote boerderijen in de naastliggende dorpen, reguleerden onderling het gebruik en onderhoud van de bosmarken, om uitputting en kaalslag te voorkomen. Daarnaast was ongeveer 20% van het Bergherbos particulier eigendom, in het bijzonder van het Huis Bergh.

Grote delen van het Bergherbos werden als eikenhakhoutbos beheerd. Hier werden uitlopers van de eiken in een vaste cyclus van vijf tot tien jaar geoogst, waarna de stam opnieuw uitliep. Eikenhakhout diende vanouds voor de productie van brandhout en eek (looistof). Vooral in de achttiende en negentiende-eeuw was de vraag naar eek groot en bracht veel geld op.

Hierdoor nam het gebruik van het bos verder toe en ging de vitaliteit van de eikenhakhoutpercelen achteruit. Daarnaast ontstonden door overexploitatie heidevelden en zelfs zandverstuivingen in het bos. De markegenootschappen ondernamen pogingen tot herstel van hun bosmarken, maar door een gebrek aan middelen waren ze niet in staat om te investeren in nieuwe aanplant.

Inmiddels was het graafschap Bergh in 1712 in handen gekomen van het Duitse geslacht Van Hohenzollern, die een professionelere en grootschaliger manier van bosbouw introduceerden. Toen een eeuw later, na het invoeren van de Markenwet, de bosmarken in het Bergherbos werden opgeheven en verdeeld, en er in 1832 door herverkaveling grotere boskavels waren gevormd, wist Huis Bergh haar bosbezit door aankoop flink uit te breiden. Onder Duits beheer nam het areaal grove den in het Bergherbos sterk toe. Dit hout werd gebruikt als stutpalen voor de steenkolenmijnen. Daarnaast werd in de negentiende eeuw nog goed geld verdiend met het eikenhakhout.

Nieuwe start voor landgoed en kasteel Huis Bergh

Landgoed en kasteel Huis Bergh zijn meer dan acht eeuwen lang door vererving op de volgende generatie overgegaan. Zo waren ze in 1712 in het bezit van de Zuid-Duitse vorsten Van Hohenzollern-Sigmaringen gekomen, die zelden in ’s-Heerenberg verbleven. De Van Hohenzollerns gebruikten het landgoed primair als inkomstenbron, in het bijzonder door de verkoop van hout. Ze verhuurden Huis Bergh en verkochten stap voor stap de cultuurgrond en het vastgoed op het landgoed.

Echter, aan het eind van de negentiende-eeuw liepen de inkomsten uit de bosbouw op landgoed Huis Bergh steeds verder terug door de afnemende vraag naar (i) eek, door de introductie van goedkopere synthetische looistoffen, (ii) brandhout, door de introductie van het goedkopere turf en steenkool, en (iii) stuthout, door het toenemende gebruik van metalen ondersteuningsmateriaal in de mijnen. Daarom besloten de Van Hohenzollerns om wat resteerde van landgoed Huis Bergh te verkopen.

ZichtopVoorburcht.HuisBergh

In 1912 kocht de textielfabrikant Jan van Heek dit bezit. Het ging om 1.253 hectare grond, Huis Bergh en bijgebouwen, waaronder de Torenmolen in Zeddam en motte Montferland. Van Heek had een grote fascinatie voor de Middeleeuwen en was een enorme natuurliefhebber. Hij gebruikte een groot deel van zijn, in de textielindustrie verdiende, fortuin om het vervallen kasteel en landgoed in oude luister te herstellen. Bovendien wist Van Heek door verschillende aankopen Landgoed Huis Bergh verder uit te breiden. Zijn passie motiveerde hem zelfs om opnieuw te beginnen nadat Huis Bergh in 1939 grotendeels door brand was verwoest.

Ook drukte Van Heek zijn persoonlijke stempel op het beheer van het Bergherbos. Het werd een gevarieerd natuurlijker bos met loof- en naaldbomen en met een grote diversiteit in ondergroei en dierenpopulatie. De opbrengst van het grondbezit bleef echter belangrijk: die maakte het mogelijk om kasteel en landgoed Huis Bergh te restaureren en in stand te houden.

In 1946 richtte Van Heek de Stichting Huis Bergh op, en bracht er kasteel en landgoed met bijgebouwen, inclusief de daarin ondergebrachte verzamelingen, in onder om deze als cultuurhistorisch monument voor de gemeenschap te behouden.

verrekijker

Bezienswaardigheden op Landgoed Huis Bergh

  • Landgoed Huis Bergh (Peeskesweg 12, Beek [Montferland] of Montferland 1, Zeddam). Particulier NSW-landgoed waarvan driekwart (1.524 hectare) eigendom is van de Vereniging Natuurmonumenten en één kwart (540 hectare) van de Stichting Huis Bergh. Het landgoed bestaat grotendeels uit bos (Bergherbos) en is opengesteld voor het publiek. Op landgoed Huis Bergh bevinden zich;
    • Motte Montferland (Montferland 1, Zeddam). Rond het jaar 1000 door mensenhanden met zeven meter verhoogde, nagenoeg ronde, natuurlijke heuvel met aan de basis een doorsnede van ongeveer 140 meter, met daaromheen een 3-4 meter diepe droge gracht en een dubbele aarden wal. Op het plateau bovenop de motte zijn restanten gevonden van een tufstenen toren met muren van 5,5 meter dikte en een houten gebouw. Tegenwoordig bevinden zich op het plateau van de motte;
      • Jachthuis (Montferland 1, Zeddam). Vierkant gebouw uit 1699 met alliantiewapen boven de toegangsdeur, gebouwd in opdracht van graaf Oswald III van den Bergh.
      • Hotel Het Montferland. Tegen de jachtkamer was een huis gebouwd voor de beheerder van Montferland, dat is uitgegroeid tot het huidige Hotel Het Montferland.
    • Historische Buitenplaats Huis Bergh (Hof van Bergh 8, ‘s-Heerenberg). Dit historische buitenplaats complex bestaat uit;
      • Hoofdburcht: kasteel Huis Bergh (Hof van Bergh 1). Omgracht middeleeuwse kasteel uit rond 1240. De burcht is rond 1300 voorzien van een elfhoekige ringmuur met een doorsnede van 12 meter, met daartegenaan een zaalgebouw werd gebouwd. In de vijftiende-eeuw is naast de ringmuur een vierkante woontoren gebouwd. In de loop der eeuwen hebben uitbreidingen, verfraaiingen en restauraties het aanzicht van het kasteel veranderd. In het bijzonder na de laatste grootscheepse restauratie onder regie van Van Heek is de middeleeuwse verdedigingsburcht veranderd in een fraaie buitenplaats. In de zalen van het kasteel is tegenwoordig een museum gevestigd.
        • Voorplein voor hoofdburcht. Het voorplein binnen de ringmuur bestaat uit een grasveld, onverharde paden en enkele kleine omhaagde siertuinen.
        • Toegangspoort tussen voorburcht en hoofdburcht. Rijkversierde poortgebouw gelokaliseerd tussen de vierkante woontoren en de ringmuur.
      • Bijgebouwen Huis Bergh;
        • Voorburcht. Omgrachte en ommuurde voorburcht met;
          • Hoektorens. Drie verdedigingstorens uit rond 1400. De vrijstaande ‘platte toren’, de gevangenistoren, en een toren op de hoek van het voorgebouwencomplex
          • Gebouwencomplex op voorburcht. L-vormig gebouw met;
            • Toegangspoort met poortwachterswoning tussen de brug en het voorplein van de voorburcht
            • Rentmeestershuis (Hof van Bergh 10). In dit gebouw uit rond 1600 waren eerst een brouwerij, koetshuis, paardenstal en korenzolder gevestigd. Na een brand in 1602 werd hier de woning voor de rentmeester gebouwd. Tegenwoordig is er een restaurant in dit gebouw gevestigd.
          • Kanselarij. Gebouw tussen rentmeestershuis en toegangspoort tussen het voorplein en de voorburcht. Hier werd de administratie voor landgoed Huis Bergh uitgevoerd.
          • Voorplein Voorburcht. Voorplein van de voorburcht bestaat grotendeels uit een grasveld met enkele siertuinfragmenten.
          • Dam naar de Hoofdburcht. Dam tussen voor- en hoofdburcht met wapenleeuwen op sokkels uit 1701.
        • Dienstwoningen bij De Gaarde (De Gaarde 1-4). Ensemble van vier woningen onder één dak uit 1630. Dit was de voormalige overdekte kaatsbaan van Huis Bergh.
        • Bijgebouwen op het voorterrein van kasteel Huis Bergh, direct naast de gracht van de voorburcht;
          • Voorpoort. Eenvoudig poortgebouw tussen het voorterrein en de brug over de gracht naar de voorburcht.
          • Slotkapel (Hof van Bergh 2). Hervormde kerk uit 1259 die in 1399 tot parochiekerk werd verheven. In de kerk bevinden zich enkele oude grafzerken.
          • Muntgebouw (Muntwal 1). In dit zestiende-eeuwse gebouw werden tot 1582 munten geslagen. De heren en graven van den Bergh hadden in 1346, van de bisschop van Keulen, het recht gekregen om munten te slaan op eigen naam.
      • Historische tuin- en parkaanleg. De tuin De Gaarde bij Huis Bergh is mogelijk de oudste kasteeltuin van Nederland. Al in 1461 werd melding gemaakt van een tuin bij het kasteel, en deze tuin is zichtbaar op de kaart van ’s-Heerenberg van Jacob van Deventer (1543);
        • De Plantage. Parkbos westelijk van Huis Bergh, die naar het westen toe wordt doorsneden door een zichtas, de ‘Hofselaan’, tussen Huis Bergh en de toren van de Sint-Vituskerk in Hoog-Elten (D). De Plantage is een gemengd bos met oude eiken, Douglassparren, Libanese ceders en Japanse lariksen. Ook staan er veel rododendrons. Aan de zuidoostzijde van dit parkbos ligt een eenvoudig sterrebos.
        • De Gaarde. Boomgaard westelijk van het kasteel, net buiten de stadswal, aan beide zijden van de Hofse laan. Eén deel van De Gaarde is als formele gras-siertuin ingericht, met twee zandstenen zuilen op sokkels met florale motieven uit 1701.
      • Stadswal. Aan het einde van de vijftiende eeuw is een, deels dubbele, stadswal om de stad ’s-Heerenberg inclusief kasteel Huis Bergh aangelegd. Deze wal, met erbovenop een laan met voetpad, ligt nog altijd om het kasteel. De stadsgrachten die aan weerszijden van de stadswallen lagen zijn gedempt en in grasland veranderd, behalve rond kasteel en voorburcht, die nog altijd omringd zijn door een gracht.
  • Overige bezienswaardigheden;
    • Herinneringen aan de heren en graven van den Bergh;
      • Galgenberg (Drieheuvelenweg, 600 meter zuidwestelijk van Beekseweg 1, Zeddam). Voormalige galgenberg (66,8 mNAP) van de hoge heerlijkheid en graafschap Bergh, 800 meter oostelijk van de motte Montferland.
      • Boetselaersborg (Het Kattenburg 6, ’s-Heerenberg). L-vormig adellijk huis met achtkantige traptoren uit 1550, gebouwd in opdracht van twee bastaardzonen van de graaf van den Bergh.
      • Huis Padevoort (Vinkwijk 4, Zeddam). Omgrachte edelmanswoning die al rond 1300 genoemd werd. Tussen 1666 en 1875 was het in het bezit was van de graven van den Berg die het als jachthuis gebruikten.
    • Korenmolens in het Land van Bergh. De heren en graven van den Bergh hadden het wind- en maalrecht op hun grondgebied. Dit hield in dat alleen zij molens op hun grond mochten bouwen en dat inwoners van het Land van Bergh verplicht waren om hun graan in één van de molens op het landgoed te laten malen. De heren van Bergh hadden vijf dwangmolens, vaak met ernaast een rosmolen, in hun bannerheerlijkheid; in ’s-Heerenberg, Didam, Gendringen, Etten en Zeddam. Van deze vijf banmolens bestaat er nog één;
      • Grafelijke Korenmolen of Korenmolen Zeddam (Bovendorpsstraat 14, Zeddam). Nog werkende torenmolen gesticht rond 1441. Dit is de oudste windmolen van Nederland en behoort tot de Top 100 van meest bijzondere rijksmonumenten in Nederland. Naast de windmolen staat;
        • Rosmolen Zeddam (Bovendorpsstraat 21, Zeddam). De rosmolen werd in 1546 gebouwd als aanvulling op, en tegenover, de Grafelijke windmolen in opdracht van de graven van den Bergh. De graven verpachtten de rosmolen ook aan de molenaar van de Grafelijke Korenmolen, die hem gebruikte als er te weinig wind was om te kunnen malen (en dan het paard van een plaatselijke boer leende).
      • Na de Franse Revolutie werden in de nieuwe Grondwet de heerlijke rechten afgeschaft. Hiermee kwam ook het wind- en maalrechten van de heren en graven van Bergh te vervallen. Er werden toen diverse vrije molens gebouwd in het, inmiddels voormalige, graafschap Bergh, die de concurrentie aangingen met de grafelijke molens. Vanwege de komst van elektriciteit in 1922, kregen deze windmolens het vrijwel direct daarna moeilijk. Er resteren nog (delen van) zes ‘vrije’ windmolens en een watermolen, op het grondgebied van het graafschap Bergh;
        • Braamse Molen/ Koender Möl (Zeddamseweg 5, Braamt). Windmolen gebouwd in 1856.
        • De Witten (Oldenhove 5, Etten). Windmolen uit 1860.
        • Düffels Möll (Molenberg 9, Stokkum). Windmolen uit 1861 gebouwd op een hoogte, waardoor hij meer wind vangt.
        • Zwarte Molen (Zeddamseweg 77, ’s-Heerenberg). Molenromp met kap van windmolen uit 1829 gebouwd in opdracht van de graaf van Bergh.
          • Drie voorgangers van deze windmolen, incl. de banmolen, stonden op drie verschillende locaties in ’s-Heerenberg, en zijn inmiddels allen verdwenen.
        • Molen Rembrandt (Molenweg 10, Kilder). Windmolen uit 1882.
        • De Volharding (Vinkwijkseweg 15, Zeddam). Windmolen uit 1891.
        • Watermolen ’t Peeske (Peeskesweg 12, Beek [Montferland]). Molenhuis uit 1885 bij voormalige onderslagmolen. Deze watermolen is nog geen 10 jaar in gebruik geweest, want door watergebrek kon er slechts enkele uren per dag gemalen worden. De molenvijver, een omdijkte bronpoel gevoed door een natuurlijke bron, en de molenkolk zijn nog aanwezig naast het molenhuis, waar tegenwoordig een restaurant in is gevestigd.
    • Hagelkruizen bij dorpen in het Land van Bergh. Een hagelkruis is een kruis dat lijkt op het kruis op de spits van een kerktoren, maar zich op een meters hoge paal bevind. Ze werden in vroegere tijden geplaatst daar waar landwegen bijeenkwamen en dienen om boze geesten af te weren en zo gewassen te beschermen tegen bliksem en hagel. Hagelkruizen zijn gebaseerd op Germaanse gebruiken die dienden ter bezwering van Thor, de dondergod. Ook vormde het hagelkruis de eindbestemming van een jaarlijkse veldprocessie in het voorjaar, waar brood werd uitgedeeld aan de armen, de zogenaamde Hagelspende. Bij de dorpen/gehuchten rondom het Bergherbos staan nog vier eeuwenoude hagelkruizen;
      • Hagelkruis Kilder (Rozenpas 1a, Kilder). IJzeren hagelkruis met daarop een haan op een hoge houten staak. Dit hagelkruis werd al in 1368 vermeld.
      • Hagelkruis Beek (Kerkhuisstraat bij 2a, Beek [Montferland]). IJzeren hagelkruis met leliepunten op een hoge houten staak.
      • Hagelkruis Stokkum (Hagelcruijsweg bij 16, Stokkum). IJzeren hagelkruis met daarop een haan op een hoge houten staak. Dit hagelkruis werd al in 1624 vermeld.
      • Hagelkruis Vethuizen (Langeboomsestraat bij 1, Vethuizen). IJzeren hagelkruis met leliepunten op een hoge metalen paal. Dit hagelkruis werd al in 1656 vermeld.
bike

Activiteiten op Landgoed Huis Bergh

  • Wandelen
    • Zonderbos. Rondwandeling van 6 kilometer
    • Bergherbos. Rondwandelingen van 2 en 6 kilometer.
    • De Sprung. Rondwandeling van 7 kilometer.
    • Kelrepad. Klompenpad. Rondwandeling van 13 kilometer door het noordelijk deel van Landgoed Huis Bergh en het Bergherbos.
    • Staickheimerpad. Klompenpad. Rondwandeling van 17 kilometer door het zuidelijk deel van Landgoed Huis Bergh en het Bergherbos.
    • Noaberpad – Etappe 21 (23 km) van dit langeafstandswandelpad gaat van Terborg naar Elten via landgoed Huis Bergh.
    • Pieterpad Deel 2 – Etappe 3 (24 km) van dit langeafstandswandelpad gaat van Braamt naar Millingen a/d Rijn via landgoed Huis Bergh.
  • Fietsen
  • Paardrijroutes, Er lopen vier verschillende paardrijroutes door het Montferland, de regio waar landgoed Huis Bergh ligt.
  • Bezoek;
    • Musea
      • Museum Huis Bergh. In diverse zalen van kasteel Huis Bergh bevind zich een middeleeuwse collectie bestaande uit Italiaanse en Noord-Europese schilderkunst, historische portretten, middeleeuwse handschriften, munten en snijwerken.
      • Stadsmuseum Bergh (Marktstraat 3, ’s-Heerenberg). Museum over de stad en streek.
      • Museumboerderij Gildekaot (Gildepad 1, Zeddam) geeft een beeld van het leven van kleine boeren rond 1900.
      • Dickens Museum (Braamweg 2, Braamt) over het leven en werk van Charles Dickens
    • Pretpark Het Land van Jan Klaassen (Gildeweg 6, Braamt).
    • Naastbij Dorpen en Steden;
    • Nabij gelegen Landgoederen;
    • Natuurgebieden
      • Bergherbos (Peeskesweg 12, Beek [Montferland]). Gemengd bos met diverse kleine heidevelden, zandverstuivingen, bronnen en bronbossen. Het bos wordt deels beheerd door Natuurmonumenten en deels beheerd door Stichting Huis Bergh met;
        • Bronbossen;
          • Peeske (Peeskesweg 12, Beek [Montferland]), rondom molenvijver van de voormalige watermolen.
          • Sprung (Parkeerplaats Hulzenberg, Eltenseweg (vlak bij brug over de A3), Beek [Montferland]), zuidwestelijk van de top van de Hulzenberg.
        • Hoogste heuvels in het Bergherbos;
          • Hettenheuvel (93 mNAP)(Parkeerplaats Hettenheuvel, Zeddamseweg bij 5, Kilder), het hoogste punt van het Bergherbos, met op de noordflank uitzichtpunt Kale Jacob bij een klein heideveld, met vrij zicht naar het noordoosten op de Veluwezoom en de stad Doesburg.
          • Hulzenberg (82 mNAP, Stokkum) met;
            • Uitkijktoren Hulzenberg (Oude Eltenseweg, Beek [Montferland]), vanwaar een wijds uitzicht over het Bergherbos.
          • Eltenberg (82 mNAP)(Luitgardisstrasse 10, Emmerich am Rhein, Duitsland), in het Duitse dorpje Hoch-Elten.
          • Keurvorstenheuvel (82 mNAP)
          • Rijsberg (76 mNAP)
          • Motteheuvel Montferland (67 mNAP)(Montferland 1, Zeddam).
          • Galgenberg (67 mNAP)(Drieheuvelenweg, 600 meter zuidwestelijk van Beekseweg 1, Zeddam).
          • Mengelenberg (62 mNAP).
Eten en drinken

Eten & drinken nabij Landgoed Huis Bergh

  • Op landgoed Huis Bergh;
    • Café Heeren Dubbel (Hof van Bergh 8, ’s-Heerenberg) gevestigd In het voormalige Rentmeesters huis op de voorburcht van Huis Bergh.
    • Uitspanning ’t Peeske (Peeskesweg 12, Beek [Montferland]) in het molenhuis van een voormalige watermolen bij bronbos.
    • Hotel-Restaurant Het Montferland (Montferland 1, Zeddam) boven op de motte Montferland.
  • In het naastgelegen stadje ’s-Heerenberg, en in de dorpen die zich in een kring om landgoed Huis Bergh bevinden liggen en op landgoed Huis Bergh zelf, bevinden zich diverse eet- en drinkgelegenheden.
Overnachten

Overnachten nabij Landgoed Huis Bergh

  • In het naastgelegen stadje ’s-Heerenberg, en in de dorpen die zich in een kring om landgoed Huis Bergh bevinden en op het landgoed zelf liggen diverse hotels, B&B’s en campings, waaronder;
  • Hotels
    • Het Montferland (Montferland 1, Zeddam)
    • Havezathe Carpe Diem (Langeboomsestraat 5, Vethuizen)
  • Bungalowpark Landal Stroombroek (Landweerswal 2, Braamt).
  • Campings. Rondom het landgoed liggen diverse campings.

Landschap & Natuur Landgoed Huis Bergh

Landgoed Huis Bergh ligt op een geïsoleerd stuwwallengebied dat ingeklemd ligt tussen de valleien van de Rijn, Oude IJssel en IJssel. Deze stuwwal toornt ongeveer 70 meter uit boven het omringende landschap, en is onderdeel van het stuwwallencomplex de Nederrijnse Heuvelrug, die zich in Nederland uitstrekt van Zelhem via Kleef (D) en de Sint-Jansberg (LI), naar Nijmegen.

Aan de voet van de stuwwal, op de grens van nat en droog, vestigde de mens zich al vroeg. Ze lieten hun koeien grazen op weilanden in de lager gelegen natte broekgronden, die regelmatig overstroomden en zeer vruchtbaar waren. Op de drogere zandgronden op de flanken van de stuwwal lagen de graanakkers en in het bos op de top van de stuwwal verzamelden ze hout.

Gouden natuurlijke graanakkers naast het Bergherbos in Zeddam

Dit oude cultuurlandschap is nog steeds goed herkenbaar in en rondom landgoed Huis Bergh. Het landgoed bestaat grotendeels uit het op de top van dit geïsoleerde stuwwallengebied gelegen Bergherbos, met daarin een aantal kleine heidevelden en zandverstuivingen en enkele bronnen. Het karakter van het Bergherbos wordt mede bepaald door een aantal hogere heuvels, waarvan de Hettenheuvel, met 91,6 meter boven NAP, de hoogste heuvel in dit stuwwallengebied is.

Het Bergherbos was eeuwenlang een productiebos. De aan het eind van de negentiende eeuw aanwezige grote percelen homogeen eikenhakhout- en naaldhoutbos werden onder Van Heek, en later Natuurmonumenten, omgevormd tot een natuurlijk(er) gemengd bos met een grote variatie aan loof- en naaldbomen en een veelzijdige ondergroei. Hiertoe werd een groot deel van de hakhoutbossen doorplant met verschillende soorten naaldbomen. Ook vond er niet langer hakhoutbeheer plaats, waardoor de eiken uitgroeiden tot meerstammige bomen of werden de eiken op enen gezet om uit te groeien tot een opgaand eikenbos.

De zeer grote oppervlakten aan adelaarsvarens en de aanwezigheid van grote aantallen wintereik in het Bergherbos zijn een bevestiging van de hoge ouderdom van dit bos. En ondanks het feit dat het Bergherbos eeuwenlang intensief door de mens gebruikt is, liggen er in het Bergherbos op vier locaties bosjes die op grond van hun samenstelling beschouwd worden als natuurlijke bosgemeenschappen met mogelijk zelfs inheemse bomen (‘oerbos’). Het betreft twee wintereiken-beukenbossen bovenop de stuwwal en twee elzenbronbossen op de flanken van de stuwwal.

Deze oude, deels met niet-inheemse bomen doorplante, wintereiken-beukenbossen in het Bergherbos zijn het Dassenboomse hout (bij Dassenboomse Allee, Kilder) en het Zonderbosch (noordoostelijk van ’t Peeske). Deze bossen bestaan voornamelijk uit wintereiken, met daartussen beuk, zomereik, berk, zware lijsterbes, haagbeuk en zoete kers. Verder staan er grove den, Japanse lariks, fijnspar en Amerikaanse eik.

Sprengbeek

Elzenbronbossen liggen op plekken waar de regen die op de stuwwal valt en in de grond trekt, via schuin lopende ondoorlatende (leem of klei-) lagen in de bodem, vaak jaren later als gezuiverd grondwater aan de randen van de stuwwal weer aan het oppervlakte komt. In het Bergherbos liggen twee elzenbronbossen rondom (i) de bronpoel van de voormalige watermolen ’t Peeske en (ii) De Sprung (twee kilometer ten westen van Stokkum), een door mensen gegraven de sprengkop op een plek waar het grondwater dicht aan het oppervlakte ligt, die een sprengbeek ‘Spreng’ voedt.

Door de grote variatie in de samenstelling van het Bergherbos leven er veel verschillende soorten vogels, zoals buizerd, uil, zwarte specht, wespendief en draaihals, en dieren zoals das, ree, steenmarter, hazelworm, zandhagedis en vleermuizen. Ook komen er allerlei bijzondere, en zelfs zeldzame, planten voor zoals het paarbladig goudveil, moerasstreepzaad, middelst helmkruid en cyperzegge.

Als gevolg van de verschillen in de bodemsamenstelling, maar voornamelijk de waterstaatkundige situatie, zijn er rondom het Bergherbos een aantal cirkelvormige cultuurzones ontstaan. Grenzend aan dit bos, op het hoogste deel van de flanken van de stuwwal, ligt een zone met glooiende akkers. Onderaan de flanken van deze stuwwal, in het overgangsgebied met de rivierdalen, liggen de weilanden. Daarnaast ligt er een kring van dorpen rondom deze stuwwal, ongeveer ter hoogte van de overgang van de akkers naar de weilanden.

De glooiende graanakkers (190 hectare) rondom het Bergherbos worden biologische beheerd, waardoor er veel akkerkruiden in voorkomen zoals hemelsblauwe korenbloemen en knalrode klaprozen. Deze akkers met hun rijke flora bieden bovendien een onderkomen aan zeldzame vogels als de veldleeuwerik, patrijs, kwartel en geelgors.

Opmerkelijk is dat in het Bergherbos nog allerlei oorlogssporen te vinden zijn. Tijdens WO1 bouwde het Duitse Keizerrijk er een verdedigingslinie van loopgraven en bunkers tussen Elten en Beek, een gedeelte van het Bergherbos dat doen in Duitsland lag. Ook aan het eind van WO2 werden hier in opdracht van de Duitsers stellingen aangelegd. Na elk van deze wereldoorlogen zijn de verdedigingslinies grotendeels opgeruimd, maar er liggen nog enkele loopgraven uit WO1 en acht ruïnes van bunkers uit WO2 in het Bergherbos.