Landgoed Fraeylemaborg – Met borg als stralend wit middelpunt

10 minuten leestijd

Landgoed Fraeylemaborg is één van de grootste historische landgoederen in de provincie Groningen. Het ligt bij de dorpskern van Slochteren, oostelijk van de Stad Groningen. Centraal op dit zeer lange en smalle landgoed ligt de Fraeylemaborg, één van de meest spectaculaire borgen in Groningen.

De kern van deze borg wordt gevormd door een dertiende-eeuws steenhuis. Vanaf 1781 is de Fraeylemaborg omgebouwd tot een buitenplaats. De stralend witte, omgrachte borg met haar markante uit het midden geplaatste toren wordt doorsneden door een 2,6 kilometer lange zichtas, die in de lengterichting landgoed Fraeylemaborg doorsnijdt. Grote delen van het landgoed bestaan uit parkbos, waarvan het Overbos nog altijd is ingericht in formele stijl, met daarin ingepast landbouwgronden en pachtboerderijen tussen kaarsrechte lanen en grachten begeleid door lange stroken bos.

De borgheren van de Fraeylemaborg hadden eeuwenlang grote invloed op hun omgeving, en mede daarom vormt landgoed Fraeylemaborg het grootste deel van het beschermde dorpsgezicht Slochteren.

Inhoudsopgave

Landgoed Fraeylemaborg – Aan strategische landroute van de stad Groningen naar het oosten

Het 65 hectare grote adellijke landgoed Fraeylemaborg ligt in Slochteren, in de streek Duurswold ten oosten van de stad Groningen. In dit gebied loopt van west naar oost een hoger gelegen boogvormige dekzandrug. Aan beide zijden van deze zandrug bevond zich in de middeleeuwen een ondoordringbaar moerasbosgebied. Op de dekzandrug ontstond een lint van agrarische nederzettingen, van Harkstede via Slochteren naar Siddeburen. Ook lag op de dekzandrug een landweg, de huidige Hoofdweg, die de nederzettingen met elkaar verbond en in het westen doorliep tot de Stad Groningen.

Landgoed Fraeylemaborg ligt bij een knik in de Hoofdweg nabij een breukvlak in de zandrug. Hier takt sinds de middeleeuwen een landweg af naar het zuidoostelijk gelegen Noordbroek, de huidige Noordbroeksterweg, door het toenmalige ontoegankelijke laagveenmoeras. Vanuit Noordbroek kon men via het hogere en drogere Groninger stuwwallengebied verder reizen naar Duitsland, in het bijzonder Westfalen. Maar ook het noordoostelijke deel van de Hoofdweg was voor de stad Groningen belangrijk als verbindingsweg met het oostelijke achterland.

Fraeylemaborg

Fraeylemaborg – Van oorsprong een Steenhuis

Bij dit strategisch belangrijke knooppunt van landwegen werd in de dertiende-eeuw naast een houten boerderij een steenhuis gebouwd, een rechthoekige stenen toren op een omgrachte verhoging, een wier. In geval van gevaar trok men zich terug binnen de dikke muren van dit bijgebouw.

De middeleeuwen waren roerige tijden op het Groninger platteland. Er waren niet alleen met grote regelmaat gewapende conflicten tussen rijke boerenfamilies, ook was Graaf Edzard I van Oost-Friesland rond 1500 bezig om zijn invloed in Groningen uit te breiden. Doortrekkende legers en legertjes maakten toen dan ook veelvuldig gebruik van de landwegen langs de Fraeylemaborg, en dit steenhuis werd dan ook door de stad Groningen opgenomen in een linie van versterkingen die het rond Slochteren aanlegde.

Vanaf de veertiende eeuw werd de stenen toren uitgebouwd tot een woonhuis. Restanten van het dertiende-eeuwse steenhuis, inclusief drie schietgaten, zijn nog te vinden in de huidige Fraeylemaborg ter plaatse van de keuken en de daarboven gelegen kleine zaal. Ook ligt de voorhof op het borgeiland ongeveer 1,5 meter hoger dan de omgeving.

Fraeylemaborg – Machtsbasis van een voorname Groninger jonker

Het belang van de Fraeylemaborg nam halverwege de zestiende eeuw verder toe toen, via vererving in vrouwelijke lijn, de borg in handen kwam van de familie Rengers, een voornaam hoofdelingengeslacht, later jonkers, in de provincie Groningen.

Hierbij is in het bijzonder Osebrandt Johan Rengers noemenswaardig. Hij was aan het begin van de zeventiende eeuw één van de rijkste en machtigste jonkers in de provincie Groningen en woonde op de Fraeylemaborg.
Osebrandt nam het initiatief tot de grootschalige productie van turf in de heerlijkheid Slochteren, waarvan hij de heer was. Al vele eeuwen werd er rond Slochteren op kleine schaal veen tot turf gestoken voor lokaal gebruik. Echter, door de groei van de stad Groningen nam de vraag naar turf enorm toe. In eerste instantie werd de in Slochteren geproduceerde turf met wagens naar het vijf kilometer zuidelijker gelegen Sappemeer vervoerd, om vandaaruit verscheept te worden naar de stad Groningen.

Om het gebied meer systematisch te ontvenen liet Osebrandt op eigen gezag en kosten, tussen 1652 en 1659 door boeren en landarbeiders het Slochterdiep graven. Dit kanaaltje, ook wel Rengersdiep genoemd, loopt langs de noordoostgrens van landgoed Fraeylemaborg, vanaf de knik in de Hoofdweg bij de borg naar het 10 kilometer westelijker gelegen Damsterdiep. Via dit kanaal kon de in Slochteren geproduceerde turf nu rechtstreeks naar de stad Groningen worden verscheept. Bovendien verkreeg Osebrandt in 1659 het recht van trekschuit tussen Slochteren en de stad Groningen. Hiermee kreeg hij de controle over het handelsvervoer tussen de stad Groningen en het oosten van de provincie in handen.

Fraeylemamolen

Osebrandt had daarnaast ook het zijlrecht verworven, waarmee hij de macht had om in het waterschap de waterstand te beïnvloeden, en daarmee of de natte landerijen in de omgeving van Slochteren alleen geschikt waren voor veeteelt, of door een goede ontwatering ook voor akkerbouw. Bovendien had zijn voorname familie(-clan), de Rengers, halverwege de zeventiende eeuw zeven borgen in de Ommelanden in bezit.

Hiermee was Osebrandt een gevaar voor de stad Groningen geworden. In 1672, na het Beleg van Groningen aan het begin van de Frans-Nederlandse oorlog, werd hij beschuldigd van hoogverraad. Hoewel dit niet afdoende werd bewezen, kreeg hij een levenslange gevangenisstraf. Door bemiddeling van zijn schoonzoon bij koning-stadhouder Willem III werd Osebrandt in 1678 vrijgelaten en kreeg hij eerherstel. Hij was echter een gebroken man en stierf kort erna.

Fraeylemaborg – Van Steenhuis naar Buitenplaats

Daarna ging het, net als met veel andere borgen op het Groninger platteland, bergafwaarts met de Fraeylemaborg. Gedwongen door schuldeisers, werd de verwaarloosde borg, met heerlijke rechten en landerijen, in 1781 verkocht en kwam voor het eerst in haar geschiedenis buiten de familie terecht. De nieuwe eigenaar, Hendrik de Sandra Veldtman, een notabele uit de stad Groningen, liet de borg ingrijpend verbouwen tot buitenplaats.

Noorderschathuis.Fraeylemaborg

In die tijd kreeg de Fraeylemaborg haar huidige symmetrische vorm. De prominente achtkantige traptoren was al eerder gebouwd, en is vanwege de restanten van de dikke muren van het steenhuis uit het midden geplaatst. Daarnaast liet de nieuwe eigenaar nieuwe schathuizen op het voorplein bouwen en liet hij de parkbossen op het landgoed, die grotendeels gerooid waren, opnieuw beplanten.

Fraeylemaborg.Zichtas

Het lange en smalle (2,6 km bij 230 meter) landgoed Fraeylemaborg was van origine ingericht in formele stijl, met de omgrachte Fraeylemaborg als middelpunt van een 2,6 kilometer lange zichtas in het midden van het landgoed. Op het landgoed liggen twee langgerekte parkbossen, één voor en één achter de Fraeylemaborg, respectievelijk het Overbos en het Hoofdpark.

De Sandra Veldtman liet bovendien diverse tuinelementen in landschappelijke stijl in het Hoofdpark aanleggen. Dit park is daarna gedurende een periode van vijftig jaar stapsgewijs omgevormd tot een landschappelijk park, volgens de toenmalige tuinmode, met slingerbeken en – paden, hoogteverschillen en een slingervijver. Het Overbos, met door boomgordels omsloten langgerekte landbouwgronden waardoor het een intieme sfeer heeft, is ook tegenwoordig nog ingericht in de originele formele stijl van het landgoed, met rechte lanen en grachten.

Daarna vererfde de Fraeylemaborg zo’n twee eeuwen binnen deze familie, maar sinds 1972 is de Gerrit van Houten Stichting in het bezit van de Fraeylemaborg. De borg werd een museum waarvan de vertrekken een tijdsbeeld van halverwege de twintigste-eeuw laten zien. Het landgoed is deels in bezit van de Gerrit van Houten Stichting en deels in bezit van de Stichting Landgoed Fraeylemaborg die het beheren in samenhang met de Fraeylemaborg.

verrekijker

Bezienswaardigheden op Landgoed Fraeylemaborg

  • Landgoed Fraeylemaborg (Hoofdweg 30, Slochteren). Adellijk landgoed dat grotendeels is opengesteld voor het publiek. Dit historische landgoed komt grotendeels overeen met het beschermde dorpsgezicht Slochteren. Op het NSW-landgoed bevinden zich;
    • Historische buitenplaats Fraeylemaborg. Dit historische buitenplaats complex bestaat uit;
      • Huis Fraeylemaborg. Omgracht, overwegend symmetrisch U-vormig en op de voorgevel na, witgepleisterd huis dat in de kern dateert uit de dertiende eeuw. De huidige borg, met een uit het centrum geplaatste achtkantige toren, dateert grotendeels uit 1781. In de borg bevind zich een museum. De twee zijvleugels omarmen de;
        • Voorhof. De voorhof op het borgeiland is aan de grachtzijde voorzien van bakstenen walmuren met daarop vier siervazen. Bij de brug van het voorhof naar het voorplein staan op de voorhof twee grote beelden van Herakles en Athene.
    • Historische tuin- en parkaanleg. Het langgerekte smalle Landgoed Fraeylemaborg is aanvankelijk in geometrische stijl aangelegd. Het Hoofdpark is later omgevormd tot een landschappelijk park, maar het Overbos is nog steeds ingericht in formele stijl;
      • Zichtas (in het midden van de lengteas over het landgoed). De borg bevind zich ongeveer in het midden van de 2,6 kilometer lange zichtas van de buitenplaats die aan de voorkant tussen de bouwhuizen door over de oprijlaan loopt, de Hoofdweg kruist en verder loopt over de Boslaan, die de 350 meter noordwestelijk van de Fraeylemaborg de Slochterhaven bij de ophaalbrug kruist en verder loopt door het midden van het Overbos. Aan de achterkant van de borg eindigt de zichtas door het Hoofdpark bij het beeld van de godin Flora.
      • Toegangshek (Hoofdweg bij 19) met vier forse vierkante houten pijlers, waarvan twee met lantaarns, en vier vaste en twee draaibare houten hekvleugels op een dam over een gracht langs de Hoofdweg.
      • Voorterrein (tussen toegangshek en voorplein). Het toegangshek geeft toegang tot het nog in formele stijl aangelegde, door een aantal grachten en sloten doorsneden, voorterrein met;
        • Oprijlaan naar de Fraeylemaborg (tussen het toegangshek en de brug over de buitengracht naar het voorplein). De oprijlaan ligt in het midden van het voorterrein op de zichtas, en wordt geflankeerd door grasvelden met aan weerszijden laanbeplanting.
        • Moestuin en productiebosjes (restanten). Aan beide zijden van de grasvelden naast de oprijlaan liggen omgrachte, voormalige, moestuinen met kassen, en bosjes. Hier ligt tegenwoordig ook deels de parkeerplaats van de Fraeylemaborg.
      • Voorplein (tussen voorterrein en het borgeiland). Door symmetrisch geplaatste schathuizen geflankeerd bijna vierkant voorplein met een ovaal, met gras bedekt, middenperk met in het midden ervan een tuinornament, waaromheen de toegangsweg zich in tweeën splitst. Het voorplein is aan twee zijden omgracht door de slotgracht en de buitengracht, en bereikbaar via;
        • Brug over buitengracht. Brug over de hier vrij brede buitengracht tussen de oprijlaan en het voorplein. Op het voorplein staat aan beide zijden van deze brug een tuinvaas op een sokkel.
        • Brug over de slotgracht. Brug over de brede slot- of binnengracht tussen het voorplein en de voorhof. De brugs is voorzien van een opklapbaar middenstuk, dat in het verleden ’s-avonds en in het geval van gevaar, omhoog gehaald werd.
      • Hoofdpark (Parkbos achter de Fraeylemaborg). Landschappelijk park, waarvan de kern grotendeels is omgracht door de buitengracht. Het Hoofpark bestaat uit zowel bekende loofbomen als eiken, beuken, esdoorns, goudessen, goudiepen, berken en kastanjes, als ook uit naaldbomen en minder bekende loofbomen zoals de moqrascypres en de zwarte vlindernoot. In het Hoofdpark bevinden zich;
        • Slingerbeken en (slinger-)vijvers.
        • Slingerpaden en kunstmatige terreinverhogingen.
        • Bosjes en (kleine) open ruimtes.
        • Sierweiden gebied ‘De Venne’. Strook weilanden tussen het noordoostelijke buitengracht en de Noordbroeksterweg. Deze weg was vroeger onderdeel van het landgoed en is voorzien van laanbeplanting.
        • Achterpark of Slochterbos. Later aangelegd bos aan het einde van het Hoofdpark, dat Iets breder is en buiten de buitengracht ligt, met;
          • ‘Hooge Berg’. Meer dan 15 meter hoge heuvel aangelegd met grond uit de vijver en beken.
        • Prieel (bij kleinere vijver zuidelijk van de slotgracht). Achthoekig prieel van hout en riet uit rond 1850. Aan voorzijde open en voorzien van een pergola.
        • Tuinornamenten uit de vroege achttiende-eeuw;
          • Vazen. Drie rijkbewerkte grote zandstenen siervazen oostelijk van de dwarsvijver achter de borg.
          • Beelden. Beelden van de godinnen Pomona (bij ronde vijver ongeveer in het midden van het Hoofdpark) en Flora (in Achterpark aan einde van centrale zichtas).
          • Urnen. Twee bekroonde terracotta urnen op sokkels bij de zuidoostelijke en noordoostelijke hoeken van de slotgracht.
        • Overbos (Parkbos op de overplaats van de Fraeylemaborg, Boslaan bij 1). Langgerekt parkbos met door boomgordels omsloten langgerekte landbouwgronden, aan de overkant van de Hoofdweg, de (verdiepte) Provinciale weg, en de Slochterhaven. Het Overbos heeft primair een agrarische functie en bestaat merendeels uit enkele weilanden, akkers en pachtboerderijen. Het Overbos is, met haar lange rechte lanen en grachten, nog steeds aangelegd in de originele formele stijl. De midden door het Overbos lopende zichtas, de Boslaan, en de grachten worden begeleid door houtwallen en bosstroken.
    • Bijgebouwen Fraeylemaborg
      • Schathuizen (op het voorplein);
        • Noorderschathuis (Hoofdweg 28). Schathuis uit 1781 dat twee jaar later is omgebouwd tot boerderij, door een haaks op de achtergevel aangebouwde schuur en een doorgang in het midden van het schathuis. In het Noorderschathuis bevind zich tegenwoordig een restaurant. Achter het Noorderschathuis staat een:
          • Duiventoren. Negentiende-eeuwse gemetselde duiventil boven secreet voor het tuinpersoneel.
        • Zuiderschathuis (Hoofdweg 32). Schathuis herbouwd in 1889 met in het midden een van inrijdeuren voorziene doorgang naar het koetshuis en de paardenstal. Tegen een groot deel van de achtergevel van het Zuiderschathuis is een oranjerie gebouwd. Achter het schathuis bevinden zich restanten van een moestuin, tegenwoordig een grasveld, met;
          • Vrijstaande kas. De enige in Nederland bewaarde kas uit rond 1700.
          • Koude bak en schuren.
        • Rentmeestershuis (Hoofdweg 15).
        • Dienstwoningen (Hoofdweg 17, 19, 23 en 35). Laat achttiende-eeuwse dwarshuizen.
        • (Pacht-)boerderijen (in en bij het Overbos), veelal met een aparte stookhut en schuren. De stookhut of bakhuis werd vroeger voornamelijk gebruikt om brood in te bakken.
          • Boerderijen (Boslaan 1 & 2, Noorderweg 3 en Hoofdweg 9).
          • Westerplaats (Boslaan 3) Boerderij uit rond 1800 van het zeldzame kop-romp-type met aparte stookhut.
          • Keuterboerderij annex molenaarswoning (Groenedijk 2). Achter Fraeylemamolen.
        • Fraeylemamolen of ‘Meneersmolen’ (Groenedijk 2a). Achtkantige bovenkruier uit 1786 bij de noordoosthoek van landgoed Fraeylemaborg, gebouwd in opdracht van Hendrik de Sandra Veldtman, voor bemaling van de Groote Oosterpolder waar het landgoed in ligt.
    • Overige Bezienswaardigheden:
      • Herinneringen aan de borgheren en – vrouwen van de Fraeylemaborg;
        • Slochterdiep & haven (Hoofdweg bij 14), Kanaaltje langs de noordoostkant van het Overbos op landgoed Fraeylemaborg, met daarnaast het voormalige jaagpad, een inmiddels geasfalteerde weg ook Slochterdiep geheten.
          • Ophaalbrug (Noorderweg bij 4). IJzeren ophaalbrug uit 1929 over de voormalige overlaadhaven voor goederen, in het verlengde van de zichtas van landgoed Fraeylemaborg.
        • Tweede dorpskern Slochteren (Hoofdweg bij 20). Bij de haven aan het eind van het Slochterdiep, op 200 meter afstand van de Fraeylemaborg, ontstond in de zeventiende eeuw de nieuwe dorpskern van Slochteren met de bouw van het Hooge Huys, een rechthuis annex herberg waar de heer van Slochteren, de borgheer van de Fraeylemaborg, recht sprak. Na de Franse tijd vergaderde hier de gemeenteraad, met aan het hoofd de burgemeester, in de eerste jaren vaak de borgheer van de Fraeylemaborg. Bij deze nieuwe dorpskern liggen;
          • Rechthuis ‘Het Hoogehuis’ (Hoofdweg 20, Schildwolde). Rechthuis annex dorpsherberg uit de zeventiende-eeuw. De rechtszaal bevond zich op de bovenverdieping, beneden kon gegeten en gedronken worden. Het gebouw deed tot 1907 tevens dienst als gemeentehuis.
          • Gemeentehuis (Hoofdweg 16). Voormalig gemeentehuis uit 1907.
          • Ontvangershuis (Hoofdweg 24). Woning uit ongeveer 1820 waar de ontvanger van de lokale belastingen zetelde.
          • Notariswoning (Hoofdweg 14). Voormalige notariswoning met koetshuis uit rond 1885.
        • Hervormde kerk of ‘Mijnheers kerk’ (Hoofdweg 108). Kerk uit 1783 met vrijstaande kerktoren uit ongeveer 1300 met;
          • Uitbouw met aparte kerkingang en herenbank. Tegen het midden van de oostwand is rond 1750 een uitbouw gebouwd met een aparte ingang naar de daarin aanwezige overhuifde herenbank voor de heer van Slochteren.
          • Rouwborden. Naast de herenbank in de uitbouw hangen twee rouwborden voor borgheer Henric Piccardt en zijn vrouw uit 1704 en 1712.
          • Grafzerk voor Zeino Henrick Rengers (uit 1613).
        • Hervormd Evangelisatiegebouw (Schaaphok 2). Kleine, voormalige, zaalkerk met dakruiter uit 1915 langs het Slochterdiep in het gehucht Schaaphok, gebouwd in opdracht van de familie van de net overleden borgheer van de Fraeylemaborg. Het kerkje heeft dienst gedaan tot 1968 en is tegenwoordig een woonhuis.
bike

Activiteiten

Eten en drinken

Eten & drinken bij Landgoed Fraeylemaborg

  • Bij de Fraeylemaborg, de Slochterhaven en in de historische dorpskern (nabij de hervormde kerk) van Slochteren bevinden zich Restaurants.
Overnachten

Overnachten bij Landgoed Fraeylemaborg

  • B&B‘s
    • Het Ontvangershuis (Hoofdweg 24, Slochteren).
    • Smaakvol Slochteren (Hoofdweg 255, Slochteren).
  • Camping

Landschap & Natuur op en rond landgoed Fraeylemaborg

Landgoed Fraeylemaborg is omringd door een agrarisch landschap met veenweiden en akkerlanden. De voormalige uitgestrekte laagveengebieden aan beide zijden van de Duurswolder zandrug zijn vanaf de tiende eeuw ontgonnen. Langs de zandrug ontstond lintbebouwing met daarachter lange stroken landbouwgrond. Deze oorspronkelijke strokenverkaveling, met smalle, diepe kavels, is tijdens de ruilverkaveling in het derde kwart van de twintigste eeuw bijna geheel verdwenen en veranderd in een grootschalige blokverkaveling. De middeleeuwse strokenverkaveling is alleen nog goed zichtbaar in de lange (2,6 kilometer) en smalle (230 meter) vorm van landgoed Fraeylemaborg op stroken grond waar de borgheer eigenaar van was.

Overbos.Fraeylemaborg.3

Nadat de veengronden in cultuur waren gebracht daalde de bodem, door inklinking en oxidatie van de veenlaag, en vernatte het gebied ten noordwesten van Slochteren sterk. Vanwege wateroverlast werd dit gebied, in de omgeving van het voormalige vaardorp, en huidige gehucht, Schaaphok grotendeels verlaten en het land eeuwenlang gebruikt als hooiland door boeren die woonden langs de zandrug. Later werden, om de waterhuishouding in de polders in dit gebied te reguleren, langs de Groenedijk drie, nog steeds bestaande, poldermolens gebouwd, waaronder de Fraeylema- of Meneersmolen bij de noordoosthoek van landgoed Fraeylemaborg ter bemaling van de Groote Oosterpolder, waar het landgoed in ligt.

Toen in de zeventiende en achttiende-eeuw op grote schaal veen tot turf werd gestoken rondom Slochteren, kwamen ook de verder van de zandrug gelegen laagveengebieden aan de beurt, zoals (i) het gebied ’t Hooiland noordwestelijk van de Groenedijk, waarvan de resulterende veenplassen tegenwoordig onderdeel zijn van natuurgebied ’t Roegwold, en (ii) het Slochterveld zuidelijk van Slochteren, waarvan nu nog diverse zeventiende-eeuwse baggerputten resteren in natuurgebied De Baggerputten.