De 10 kleinste steden van Zeeland

4 minuten leestijd

Zeeland is de Nederlandse provincie met de grootste stedendichtheid: 14 steden/100.000 hectare. De meeste van deze middeleeuwse steden hebben echter nog geen 5.000 inwoners, en dit nog buiten de twee verdronken steden Hughevliet en Reimerswaal.

Zeeland bestond in de middeleeuwen uit tientallen eilanden en was al vroeg een belangrijk handelsgebied. Aan 25 van de er aanwezige handelsnederzettingen werden stadsrechten verleend.

Maar door verzanding en inpoldering werden de kreken waaraan deze handelsstadjes lagen, afgesloten en verloren de stadjes hun directe verbinding met de doorgaande vaarroutes. Daarna nam het belang van veel van deze handelsstadjes af en verpieterden ze tot plattelandsdorpjes. In diverse van deze stadjes is tegenwoordig dan ook nog maar weinig terug te zien van hun rijke handels-, en soms ook militaire, verleden. Van de tien kleinste steden van Zeeland hebben er dan ook maar drie de status van beschermd stadsgezicht: Sint Anna ter Muiden, Brouwershaven en Veere.

Top 10 – Kleinste Steden van Zeeland

  1. Sint Anna ter Muiden (Zeeuws-Vlaanderen). Handelsstadje rond een centraal marktveld ontstaan aan de later verzande zeearm het Zwin. Dit eens welvarende historische handelsstadje, waar tegenwoordig nog slechts 45 mensen wonen is tevens één van de kleinste steden van Nederland en heeft bovendien de hoogste monumentendichtheid van Nederland.
  2. Zoutelande (Walcheren). Stadje met 1.010 inwoners aan de noordkant van de monding van de Westerschelde. Zoutelande is door afkalving van de kust in de loop der eeuwen steeds verder landinwaarts verplaatst. Het stadje kent slechts 3 rijksmonumenten, waaronder de tegenwoordig naast de zeedijk gelegen Catharinakerk waarvan de toren deels uit 1270 stamt.
  3. Brouwershaven (Schouwen-Duivenland). Dit marktstadje met 1.220 inwoners gelegen rond de historische stadshaven met marktplein ligt aan de noordkust van het eiland Schouwen-Duiveland en is één van de kleinste vestingsteden van Nederland.
  4. Biervliet (Zeeuws-Vlaanderen). Marktstadje met 1.265 inwoners dat ontstond langs een, inmiddels gekanaliseerde, kleine kreek en zijgeul van de Westerschelde.
  5. Veere (Walcheren). Eén van de mooiste, en kleinste, vestingsteden van Nederland met 1.450 inwoners. Deze aan de noordoostkust van Walcheren gelegen handelsstad, wordt langs het Veerse Meer nog omgeven door de middeleeuwse stadsmuur met imposante Campveerse toren. Veere is tevens een van de plaatsen met de hoogste monumentendichtheid van Zeeland, waaronder het uitermate fraaie laat gotische Stadhuis van Veere, dat in de top 100 van meest bijzondere rijksmonumenten van Nederland staat.
  6. Domburg (Walcheren). Stadje met 1.465 inwoners aan de Noordzeekust. Dit zeer oude handelsstadje, in het noordoosten grenzend aan de buitenplaatsenzone Manteling van Walcheren met daarin enkele van de grootste landgoederen van Zeeland, was aan het begin van de twintigste eeuw uitgegroeid tot een chique badplaats.
  7. Philippine (Zeeuws-Vlaanderen). Stadje met 1.800 inwoners dat rond 1505 als stad is gesticht aan de noordkant van de toen net ingepolderde Philippinepolder, aan een, inmiddels gekanaliseerde, kreek die via de Braakmankreek uitmond in de Westerschelde.
  8. Sluis (Zeeuws-Vlaanderen). Vestingstad met 1.860 inwoners, gesticht tegenover Sint Anna ter Muiden, aan de later verzande zeearm het Zwin. In de historische kern van Sluis bevinden zich ongeveer 40 rijksmonumenten, waaronder het zeer fraaie stadhuis ‘Belfort’ en de nog voor de helft intact zijnde, gebastioneerde, dubbele vestingwallen.
  9. IJzendijke (Zeeuws-Vlaanderen). Vestingstadje met 1.870 inwoners. Het originele havenstadje (oud-)IJzendijke lag aan een zeearm van de Westerschelde en werd, nadat het in 1404 door de zee was verzwolgen, landinwaarts herbouwd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd dit nieuwe stadje voorzien van gebastioneerde vestingwerken, waarvan nog restanten aanwezig zijn.
  10. Kortgene (Noord-Beveland). Havenstadje met 1.970 inwoners aan het Veerse Meer. Het gebied rond de in 1532 na stormvloeden verdronken stad (oud-)Kortgene, waarbij alleen de kerktoren behouden bleef en als een baken op de schorren was blijven staan, werd honderdvijftig jaar later opnieuw ingepolderd. Het stadje Kortgene werd daarna bij de kerktoren herbouwd en is tegenwoordig een centrum voor watersporters.

De kleinste steden van Zeeland zijn gerangschikt op basis van het inwoneraantal in de woonkern van deze stadjes.

Het Verhaal van de Zeeuwse steden

Eeuwenlang lag Zeeland open en bloot in de brede Rijn-Maas-Scheldedelta. Het gebied bestond uit tientallen eilanden die van elkaar gescheiden waren door diepe, en minder diepe, getijdegeulen en smalle kreken. Langs de Noordzeekust en op de kwelderwallen langs deze watergeulen, ontstonden handelsnederzettingen waar agrarische producten uit hun achterland, in het bijzonder wol voor de Vlaamse, maar ook Engelse, lakenindustrie, werden verhandeld. Hierdoor groeide Zeeland al vroeg uit tot een belangrijke handelsregio.

Bovendien was dit eilandengebied een belangrijk onderdeel van de binnenvaartroute tussen het al vroeg zeer welvarende Vlaanderen, en Holland, de steden in het rivierengebied en het Duitse achterland. De vaarroute binnendoor, tussen de eilanden, was veel sneller en vooral veiliger dan de route langs de kust, mede vanwege de in die tijd amper zeewaardige schepen. Dit gaf nog eens een extra boost aan de Zeeuwse handel.

Het centrale Marktveld met op de achtergrond de robuuste veertiende eeuwse kerktoren

Zeeland trok dan ook de aandacht van de machthebbers, en het gebied werd eeuwenlang betwist door de graven van Vlaanderen en die van Holland. Het verlenen van stadsrechten was daarom ook een manier om zich van loyaliteit van haar inwoners te verzekeren.

In de loop der eeuwen werden door inpoldering, de kreken waaraan deze handelsstadjes lagen in veel gevallen afgesloten door dijken en dammen. Bovendien slibden veel van deze kreken in de loop der tijd dicht. Hierdoor hadden de in de middeleeuwen ontstane handelsstadjes lang niet altijd een open verbinding met de doorgaande vaarroutes meer, en nam hun belang af. Daarnaast werden veel van deze stadjes (deels) verwoest door de vele tientallen stormvloeden die Zeeland door de eeuwen heen hebben getroffen, waaronder de watersnoodramp van 1953.

Hierdoor lijken veel van de kleinste Zeeuwse stadjes tegenwoordig meer op een dorp dan op een stad. Diverse van deze stadjes zijn tegenwoordig bovendien kleiner dan in het verleden. Slechts enkele Zeeuwse steden, die direct langs doorgaande vaarroutes lagen of er een goede verbinding mee bleven houden, groeiden uit tot grote handelssteden, waaronder Middelburg, Vlissingen en Goes.

Discover NL
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.