Eembrugge – Moederstad van twee dochtersteden

6 minuten leestijd

Eembrugge is een plaats van 30 inwoners en een van de kleinste steden van Nederland. De brug over de rivier de Eem, waar dit stadje naar vernoemd is, is nog altijd beeldbepaald. Van dit eens zo belangrijke militaire en bestuurlijke steunpunt van de bisschoppen van Utrecht is tegenwoordig niets meer over.

Vanuit Eembrugge zijn zowel de westelijk als oostelijk gelegen veenmoerassen ontgonnen. Om de bevolking aan zich te binden heeft de bisschop van Utrecht de Eemnesserpolder in twee stappen van Eembrugge afgesplitst en de nederzettingen die er lagen, Eemness-Buiten en Eemnes-Binnen, beide ook stadsrechten gegeven.

Eembrugge word omringd door een voor Nederland extreem open weidelandschap met langgerekte kavels, waarin vrijwel elke bebouwing en opgaande begroeiing ontbreken. Diverse historische boerderijplaatsen op lage terpen en een slingerende binnendijk met veel wielen zijn getuigen van de strijd tegen het water die hier eeuwenlang gevoerd is.

Ter Eem – Ontginningsdorp in een veenmoeras

Rond 1150 ontstond bij een doorwaadbare plaats door rivier de Eem op een zandbult aan de oostoever van de rivier de nederzetting Ter Eem, later hernoemd tot Eembrugge. Dit was ook de plek waar de Eem zich vroeger verbreedde in een trechtervorm (een Biesbosch-achtig estuarium) om bij de Zuiderzee een riviermonding met een breedte van ongeveer drie kilometer te zijn geworden. In die tijd lag Eembrugge in een uitgestrekt leeg en onbewoond veenmoeras. In de 12e-eeuw is het moerasveengebied rondom Eembrugge naar zowel het oosten als westen ontgonnen.

In 1331 wordt voor het eerst in een oorkonde naar Ter Eem verwezen als Eembrugge, wat aangeeft dat hier al vroeg een (tol-)brug over de Eem lag.

Eembrugge. Eem 2

Ontginning van het oostelijke grondgebied – Kleinschalig & lokaal georganiseerd

Langs de oostelijke oever van de Eem liggen diverse dekzandheuvels die al vroeg bewoond waren. Later werden er ook lage terpen opgeworpen en hofsteden op deze boerderijplaatsen gebouwd. Ook tegenwoordig bestaan veel van deze eeuwenoude boerderijplaatsen nog, zoals Grimmestein en Bloemenberg, alhoewel er tegenwoordig moderne woningen op staan.

Vanaf deze boerderijplaatsen startten rond 1150 de plaatselijke rechthebbenden met de ontginning van het oostelijk gelegen veenmoerasgebied. Tussen twee voormalige veenstroompjes, de huidige Haarsche Wetering en de Zeldertsche Wetering, werd hier de Polder Eemland gevormd. Deze polder heeft een voor een lokale ontginning karakteristiek vrij onregelmatig ontginningspatroon met zowel blokvormige als strookvormige percelen.

Ontginning van het westelijke grondgebied – Grootschalig & Planmatig

Niet lang nadat de ontginning van oostelijke grondgebied was gestart, startte ook de ontginning van het veenmoerasgebied ten westen van Eembrugge. Nadat de Allerheiligenvloed van 1170 grote stukken veenland tussen Stavoren en Enkhuizen had weggeslagen, begon de Zuiderzee zich te vormen. Hierdoor verbeterde de afwatering in het Eemland en vielen de voorheen drassige en grotendeels onbewoonbare veenmoerassen deels droog.

Daarom initieerde de Bisschop van Utrecht rond 1190 de grootscheepse en systematische ontginning van het veengebied ten westen van Eembrugge. Er werden stukken grond met een vaste kavelbreedte ter ontginning aan ontginnerskolonisten uitgegeven en in ruil voor belastingplicht werden de ontginners ‘vrije boer’.

Bij Eembrugge ligt aan de westkant van de Eem in een binnenbocht een dekzandheuvel, een nes (op de plaats van het huidige industrieterrein Eembrugge). Vanuit deze ‘Eemnes’ werd gestart met de ontginning van de westelijke veengronden. Daarbij waren er twee bewegingen: het steeds verder verlengen van de strookvormige percelen van de Eem af en het noordwaarts opschuiven van de ontginningseenheden.

Om zicht te beschermen tegen overstromingen werd vanuit deze ontginningsbasis al rond 1300 een dijk langs het estuarium aangelegd, de huidige Zomerdijk. Deze 1,5 meter hoge kronkelende dijk ligt nog steeds in de Eemnesserpolder. Hij loopt vanaf Eembrugge naar het noorden en eindigt halverwege de Eempolder bij het Eemmeer. De meer dan tien wielen langs deze kronkelende dijk zijn getuigenis van de vele dijkdoorbraken die hier in het verleden plaatsvonden.

Eembrugge.Zomerdijk

Stadsrechten als bindmiddel aan het Sticht Utrecht

In die tijd was er in het onbegaanbare Eemland nog geen precieze grens tussen het Gooi (dat viel onder Holland) en het Sticht Utrecht bepaald. Rond 1330 trok graaf Willem IV van Holland eenzijdig een grenslijn en liet op deze grens een lange rechte zeewerende dijk aanleggen, de Wakkerendijk. Vervolgens nodigde Willem IV de Eemnessers, die inmiddels al vrij ver richting ’t Gooi gevorderd waren, uit om zich aan de westkant van de Wakkerendijk te vestigen in het gebied dat hij Oost-Holland noemde. Hier waren de boeren door de dijk beschermd tegen de regelmatige overstromingen vanuit de Zuiderzee en Eem.

In die periode gaf Jan van Diest, de bisschop van Utrecht, om de Eemnessers aan zich te binden Eembrugge ergens tussen 1336 en 1340 stadsrechten. Maar in 1340, na het overlijden van Jan van Diest aan wie de Eemnessers hadden beloofd niet te zullen verhuizen, verhuisden de meeste Eemnessers alsnog naar achter de Wakkerendijk. Aan de Eem bleef slechts een klein gehucht achter, het huidige Eembrugge, dat zich nooit daadwerkelijk tot stad heeft ontwikkeld.

De nieuwe Bisschop van Utrecht, Jan van Arkel, accepteerde deze verhuizing niet en liet in 1346 alle boerderijen aan de westzijde van de Wakkerendijk afbranden. In de jaren erna volgden nog diverse gewelddadige conflicten, waarna in 1351 vrede werd gesloten. Er werd overeengekomen dat een strook land van ongeveer 1,5 kilometer ten westen van de Wakkerendijk bij het Sticht van Utrecht, en dus Eembrugge, hoorde.

Splitsing van Eembrugge – Eemnes-Buiten en Eemnes-Binnen

In 1352 kwam de Bisschop van Utrecht bovendien met de Eemnessers overeen dat het kerspel Eembrugge, dat in die tijd ook de gehele Eemnesserpolder ten westen van de Eem omvatte, gesplitst werd in een noordelijk en een zuidelijk gedeelte. De inwoners van dit noordelijk gedeelte, Eemness-Buiten, mochten hun een eigen kerk stichten en kregen bovendien stadsrechten van de Bisschop van Utrecht.

Een kleine eeuw later nam de weerstand van de bewoners van Eemnes-Binnen toe om nog langer onder Eembrugge te moeten horen. Waarschijnlijk mede vanwege de dreiging die uitging van Filips van Bourgondië die in 1433 het graafschap Holland in handen had gekregen, waardoor de loyaliteit van de Eemnessers aan het bisdom belangrijk was, besloot de Bisschop van Utrecht op 7 September 1439 om Eemnes-Binnen, inclusief bijna het gehele zuidelijke deel van de Eemnesserpolder, af te scheidden van Eembrugge. Bovendien verleende hij ook Eemnes-Binnen stadsrechten en werd het een afzonderlijk kerspel.

Huis Ter Eem – Hoofdzetel van het Maarschalkambt Eemland

Eembrugge was strategisch een zeer belangrijke plaats voor de Bisschoppen van Utrecht. Nadat Floris V van Holland in 1285 Muiden en Weesp op het Sticht Utrecht had veroverd, had het Sticht nog slechts een kuststrook van 12 kilometer waarmee het in directe verbinding stond met de Zuiderzee. De Eem was daarin de enige bevaarbare rivier. De Eem was niet alleen cruciaal voor de aanvoer van voedsel vanaf de Zuiderzee maar ook de enige manier voor de bisschoppen om hun grondgebied Oversticht (Overijssel & Drenthe) te bereiken. Ook lag Eembrugge bij het kruispunt met een in die tijd belangrijke landweg, de Bisschopsweg, naar Nijkerk, de grensplaats van Gelre. Daarnaast lag Eembrugge op slechts 6 kilometer afstand van zowel de grens met Holland als die met Gelre waarmee Utrecht eeuwenlang regelmatig mee in oorlog was.

Daarom werd Eembrugge in 1347 Huis Ter Eem op een dekzandheuvel aan de oostoever van de Eem gebouwd. Dit kasteel was de zetel van de Maarschalk van Eemland. Een maarschalk was een bisschoppelijk ambtenaar die een gewest bestuurde en (mede) de zwaardere rechtszaken behandelde. Eeuwenlang zou Huis Ter Eem het belangrijkste bisschoppelijke steunpunt in het noorden van het Nedersticht blijven. Het werd herhaalde malen belegerd, verwoest en weer opgebouwd. Van het in 1706 gesloopte kasteel, resteren tegenwoordig nog slechts reliëfsporen in een weiland.

Tijdens de plundertocht van Maarten van Rossum, de veldheer van de hertog van Gelre, door Het Sticht in 1527 werd niet alleen huis Ter Eem, maar ook de nederzetting Eembrugge volledig verwoest. Het stadje is toen herbouwd op de westelijke oever van de Eem waar ook tegenwoordig nog de kern van haar bebouwing ligt.

verrekijker

Bezienswaardigheden in Eembrugge

  • Stadskern Eembrugge (Eemweg 88, Baarn).
  • Locatie Huis Ter Eem (Bisschopswaai bij 7, Baarn). Op dit bijna ronde weiland stond het voormalige 13e-eeuwse Huis Ter Eem.
  • Boerderijplaatsen in Polder Eemlanden. Aan de oostelijke oever van de Eem bevinden zich in de Eempolder diverse 13e-eeuwse boerderijplaatsen op lage terpen bij de rivierbedding. Later is er een dijk aan de oostzijde van de Eem aangelegd. Deze dijk was ook onderdeel van de Grebbelinie. De boerderijen die nu op deze lage terpen staan zijn de opvolgers van de 13e-eeuwse hofsteden die hier stonden.
    • Bloemberg (Zuidereind 6). De oudste delen van deze boerderij dateren uit ongeveer 1450.
    • Grimmestein (Zuidereind 23). Op de eeuwenoude boerderijplaats staat een 18e-eeuwse T-boerderij.
    • Wolkenberg (Zuidereind 29). Lage huisterp met moderne woning.
    • Netelenberg (Zuidereind 35). Rietgedekte woning op lage terp.
  • Zomerdijk (Korte Maatsweg bij 4, Eemnes). Oude slingerende dijk langs het estuarium met een groot aantal wielen die getuigen van de vele dijkdoorbraken.
  • Gemalen & sluizen
    • Eemnesserpolder
      • Gemaal Eemnes (Korte Maatsweg 5, Eemnes). Elektrisch gemaal uit 1921 in een gebouw uit 1883 tegen de westelijke Zomerdijk.
      • Eemnessersluis (Korte Maatsweg 5, Eemnes). Schutsluis in de Eemnesservaart uit 1589 van de Wakkerendijk naar de Eem.
    • Eemlanderpolder
      • Gemaal Zeldert (Zuidereind bij 35, Baarn). Elektrische gemaal van de Wijde Weterring naar de Eem. Gebouw uit 1896 waarin zich origineel een stoomgemaal bevond.
      • Gemaal De Haar (Zuidereind 9, Baarn). Elektrische gemaal van de Haarse Wetering naar de Eem.
  • Natuurgebied
    • Wolkenberg (Zuidereinde bij 25). Uiterwaardengebied langs de Eem.
  • Uitzichtpunt
    • Vogeklijkscherm Zeldert (Zuidereind bij 35, Baarn).
bike

Activiteiten in Eembrugge

Eten en drinken

Eten & drinken

  1. By Ingo (Eemweg 112, Eemnes).
Overnachten

Overnachten

  • B&B
    • Boerderij in de Polder (Eemweg 43, Baarn)

Landschap & Natuur

Eembrugge ligt aan de westoever van rivier de Eem in een uitgestrekt polderlandschap. Het beeld wordt bepaald door uitgestrekte graslanden op vlakke veengronden met veel slootjes tussen lange smalle kavels. Vanwege het overstromingsgevaar bezit Eemland bovendien nagenoeg geen bewoningsassen. Dit heeft geresulteerd in een extreem open polderlandschap, waarin opgaande begroeiing vrijwel ontbreekt. Niet voor niets werd Eemland in de 17e-eeuw de ‘Leege Landen’ genoemd.

Buiten de zomerdijk getuigen het grote aantal wielen van de vele dijkdoorbraken. In de jaren dertig zijn ten behoeve van de scheepvaart diverse meanders in de Eem afgesneden, zoals die bij boerderijplaats Netelenburg en bij het Ocrieteiland in Eemburgge. Tegenwoordig wordt er op diverse plaatsen in de uiterwaarden van de Eem natuurgebieden aangelegde. De polders van Eembrugge zijn onderdeel van Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland.