Vestingstad Brielle – aan de oude monding van de Maas

12 minuten leestijd

Brielle is één van de mooiste vestingsteden van Nederland en kleinste stadjes van Zuid-Holland. Haar goed bewaarde vesting dateert uit 1713 en heeft negen bastions, de meeste nog bestaande bastions van alle vestingsteden in Nederland. De vesting ligt grotendeels vrij in het open landschap.

Brielle ligt op de zuidoever van de vroegere Maasmonding. Het kreeg al in 1280 de eerste stedelijke privileges, en was in de middeleeuwen één van Hollands’ belangrijkste handels- en visserijsteden. De verzanding van de Maasmonding verhinderden dat Brielle doorgroeide.

Brielle was de eerste Nederlandse stad die tijdens de Tachtigjarige Oorlog van de Spaanse overheerser werd bevrijd. Dit was een keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog en is nog steeds waar Brielle voor een groot deel bekend om staat want ‘op 1 April (1572) verloor Alva zijn Bri(e)l’. De Republiek verpande Brielle daarna dertig jaar aan de Engelsen, in ruil voor manschappen en geld, zodat ook de rest van de Noordelijke Nederlanden van de Spanjaarden bevrijd kon worden.

Door haar strategische ligging aan de (voormalige) monding van de Maas, deed Brielle eeuwenlang dienst als steunpunt voor de marine en speelde het tot in de twintigste eeuw een rol in de kustverdediging als onderdeel van de ‘Stelling van de Monden der Maas en van het Haringvliet’. Maar nadat deze verdedigingslinie was opgeheven, en door de opkomst van Hellevoetsluis als marinehaven, verloor Brielle haar militaire rol.
Naast de goed bewaarde vestingwerken, zijn er in de binnenstad van Brielle honderden historische gebouwen bewaard gebleven, waaronder de indrukwekkende Grote kerk en het Oude Stadhuis. Het historische centrum van Brielle is dan ook een beschermd stadsgezicht.

Brielle – Dijkdorp op het eiland Voorne

Brielle, of Den Briel, is ontstaan na de dertiende-eeuwse aandijking van een kweldergebied ten noorden van het voormalige eiland Voorne. Aan de oostelijke dijk van deze nieuwe polder, de huidige Nobelstraat-Voorstraat, ontstonden bij de monding van de Goote in de Nieuwe Maas twee kerkdorpjes. De Goote was een brede getijdekreek die, ter hoogte van het huidige Spui en de Sluiswetering dwars over het eiland Voorne liep tussen het Haringvliet en de Nieuwe Maas.

De twee dijkdorpjes werden binnendijks gesticht op land in het bezit van twee verschillende heren. Ze lagen op nog geen 200 meter van elkaar; in het noorden Maarland en in het zuiden Brielle. Nog geen vijftig jaar later kwam het land waarop deze dorpjes stonden, na het uitsterven van het geslacht Maerlant, in één hand en groeiden ze aan elkaar vast. De kerkringen van beide dorpjes zijn nog altijd herkenbaar in de vestingstad: in het zuiden het Sint Catharijnehof, met in het midden de imposante Sint-Catharijnekerk, en in het noorden het Asylplein, met op de locatie van de in 1807 gesloopte Pieterskerk, het hofje ‘Asyl voor Zeelieden’.

Hofje.AsylvoorZeelieden.Brielle

Brielle – Belangrijke middeleeuwse havenstad

Brielle lag bovendien op de zuidoever van het Brielse Gat, de brede riviermonding van de Nieuwe Maas in de Noordzee. De Nieuwe Maas was (en is) de belangrijkste mondingsarm van de Maas, en zelfs de Rijndelta, met daaraan steden als Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam.

In het Brielse Gat lagen diverse zandbanken, in het bijzonder het midden in de riviermonding gelegen grote eiland Rozenburg. Zeeschepen die vanaf de Noordzee binnenkwamen konden bovenlangs Rozenburg varen, via de smalle riviertak het Scheur (voorloper van de Nieuwe Waterweg), maar een groot deel van de zeeschepen koos voor de route onderlangs, over de bredere Brielse Maas die langs Brielle stroomde, om vervolgens via de Nieuwe Maas verder stroomopwaarts te varen.

Doordat Brielle in de middeleeuwen aan de toen goed bevaarbare wateren de Goote en Brielse Maas lag, ontwikkelde het zich tot een belangrijke vissers- en handelsstad. Het was het centrum van de haringvangst en -handel in het gewest Holland. Vissers voeren naar de Noordzee, en zelfs naar de Oostzee, waarna zij hun waar in Brielle verkochten.

Brielle was bovendien een belangrijke doorvoerhaven. Vanwege de zandbanken in het Brielse Gat werden diepliggende zeeschepen er gedeeltelijk gelost in kleinere schepen. Deze, en de nu minder diepliggende zeeschepen, voeren daarna via de Nieuwe Maas naar het oosten, of binnendoor over de Goote naar het zuiden.

StCatharijnekerk.Brielle

Omdat het varen in de verzande Maasmond niet zonder gevaren was, stonden er vuurtorens langs het Brielse Gat om schippers veilig de rivier over te leiden. Hiervan resteert nog de, drie kilometer ten noordoosten van Brielle staande, ‘Stenen Baak’. Tussen 1759 en 1850 was ook de toren van de Sint-Catharijnekerk in gebruik als vuurtoren.

Brielle – Van kerkdorp naar vrijheid naar stad

In 1280, en de decennia erna, krijgen de inwoners van Brielle enige stedelijke privileges waarmee Brielle een vrijheid werd, een stad met beperkte stadsrechten. In 1330 verleende Gerard van Voorne, heer van de zelfstandige heerlijkheid ‘Land van Voorne’, uitgebreide stadsrechten aan Brielle. Bovendien werd Maarland, dat inmiddels eigendom was van het geslacht van Voorne, toen met Brielle samengevoegd.

Stadshaven.Maarland

Brielle werd het centrum van de handel, visserij en nijverheid op het eiland Voorne, en de hoofdstad van het ‘Land van Voorne’. Daarnaast profiteerde de stad in de Gouden Eeuw mee van de economische bloei van Holland.

Brielle – Eerste Nederlandse stad bevrijd van de Spaanse overheersing

Brielle is met name bekend doordat zij op 1 april 1572 werd ingenomen door de Watergeuzen in de strijd tegen de Spanjaarden.

Nederland behoorde tot 1581 tot de Habsburgse Nederlanden. Deze landsheerlijkheid werd in 1516 door vererving onderdeel van het Spaanse Rijk. Door de opkomst van het calvinisme en de middenklasse in de Noordelijke Nederlanden, kwamen steeds meer Nederlanders in opstand tegen het strenge gezag dat door de Spaanse/katholieke instellingen in de Nederlanden was ingesteld, inclusief de vervolging van protestanten.

De Beeldenstorm (1566) markeert het begin van de Nederlandse Opstand. Hierna werd de Hertog van Alva in 1567 met een leger van 10.000 man naar de Nederlanden gestuurd om orde op zaken te stellen. Dit was niet erg succesvol, en een jaar later brak de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) uit.

Door haar strategische ligging aan de toenmalige Maasmonding, speelde Brielle vanaf het begin een belangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog. Bovendien verbleven hier op zee de beruchte Watergeuzen. Dit was een bont gezelschap van protestantse bannelingen, lagere edelen, oproerlingen, dieven en avonturiers die de Nederlanden waren ontvlucht uit angst voor Alva’s schrikbewind. De schepen van deze zeerovers en vrijbuiters lagen in de grote riviermondingen, vanwaar ze in hun onderhoud voorzagen door het kapen van zeeschepen, beroven van katholieke kerken en kloosters, het ontvoeren van priesters en zo meer.

In 1568 had Willem van Oranje contact met de watergeuzen gezocht en verzocht hen om hem te steunen in de strijd tegen de Spanjaarden. In ruil daarvoor kregen zij van hem een kaperbrief met daarin het recht om schepen van vijandelijke mogendheden aan te vallen en leeg te roven.

Daarna opereerden de Watergeuzen tussen 1568 en 1575 als guerrillastrijders onder gezag van Willem van Oranje. Brielle was de eerste Nederlandse stad die, op 1 april 1572, door de Watergeuzen van de Spanjaarden werd bevrijd. Vandaar de spreuk ‘Libertatis Primitiae’ (Eersteling der Vrijheid) onder het wapen van Brielle.

Jacobskerk.Brielle

De inname van Brielle kwam door een gelukkige samenloop van omstandigheden. Door een noordwesterstorm waren de Watergeuzen uit koers geraakt en besloten ze voor anker te gaan bij Brielle. Vervolgens kregen ze een tip van de stadsveerman dat er op dat moment maar een klein Spaans garnizoen in de stad aanwezig was. Toen de burgemeester van Brielle de Watergeuzen geen toegang tot de stad wilde geven uit angst voor plunderingen, ramden ze de stadspoort open. De aanwezige Spanjaarden werden daarna snel overmeesterd.

De inname van Brielle vormde een keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog. Diverse steden voelden zich gesterkt in hun strijd tegen de Spaanse overheerser. Andere steden werden met geweld overgehaald om zich bij de Opstand aan te sluiten. Brielle werd een bolwerk van waaruit de Watergeuzen de vijand in Holland en Zeeland gingen bestrijden. Zo veroverden ze o.a. ook Alkmaar, Leiden en Haarlem.

Brielle – Dertig jaar verpand aan de Engelsen

De Noordelijke Nederlanden vroegen de protestantse Engelsen diverse malen om steun in hun strijd tegen de Spanjaarden. Nadat de katholieke grootmachten Spanje en Frankrijk in 1585 een samenwerking waren aangegaan, besloot koningin Elizabeth I van Engeland nog datzelfde jaar om de Republiek te steunen, zoals vastgelegd in het Verdrag van Nonsuch. Hierin werd overeengekomen dat Engeland flink wat manschappen naar de Republiek zou sturen, in ruil voor Engelse medezeggenschap op bestuurlijk en militair gebied en de overhandiging van de (pand-)steden Brielle en Vlissingen en het fort Rammekens.

Hierdoor kwam Brielle tussen 1585 en 1616 in handen van de Engelsen. In die periode was er een garnizoen van 800 Engelse soldaten in en om Brielle gelegerd. Ook woonden de Engelse (plaatsvervangend) gouverneurs in Brielle en was de huidige Jacobskerk verbouwd tot kerk voor de Engelsen.

Brielle – Van middeleeuwse naar moderne vestingwerken

Rond 1340 werd Brielle versterkt met middeleeuwse vestingwerken: een stadsmuur, 4 stadspoorten, 22 verdedigingstorens en een stadsgracht. Een halve eeuw later werd de stad naar het noorden toe uitgebreid. Hierbij veranderde het noordelijke deel van de eerdere stadsgracht in een haven, de huidige Maarlandse haven, die binnen de nieuwe stadsmuur kwam te liggen.

Het onderhoud van de middeleeuwse vestingwerken kwam voor kosten van de stad. Door de economische achteruitgang van Brielle vanwege de verzanding van Maasmonding, waren ze tegen 1572 sterk vervallen. Nadat de Watergeuzen Brielle in handen hadden gekregen, begonnen zij direct met het versterken en moderniseren van de middeleeuwse vestingwerken. Zo werd er een bastionachtig buitenwerk aangelegd voor de Noorderpoort.

Tijdens het bewind van de Engelsen werd Brielle vanaf 1587 voor de tweede keer uitgebreid, nu naar het oosten. Hierbij werd de oude oostelijke stadsgracht, de westelijke arm van de Goote, omgevormd tot een tweede binnenhaven langs de huidige Turfkade. De oostelijke arm van de Goote werd de nieuwe vestinggracht, met westelijk ervan moderne vestingwallen met bastions. Nadat de stad weer in handen van de Nederlanden was, werden de resterende middeleeuwse vestingwerken vervangen door moderne vestingwerken.

Kruithuis Vestingstad Brielle

Brielle bleef ook in de eeuwen erna vanwege haar ligging aan de Maasmonding strategisch belangrijk, en daarom werden haar vestingwerken in de zeventiende- en achttiende-eeuw nog meerdere malen verbeterd. Omstreeks 1850 zijn bovendien diverse schuilplaatsen en magazijnen op de bolwerken gebouwd.

De huidige vestingwerken dateren uit 1713 en bestaan uit 9 bastions, de meeste nog bestaande bastions van alle vestingsteden in Nederland, die zijn omgeven door een brede vestinggracht met daarin 5 ravelijnen.

Daarnaast werd in 1858, aan de zuidzijde van de monding van het havenkanaal in de Brielse Maas, een havenbatterij gebouwd. Dit havenkanaal was in 1607, na de verzanding van de oude buitenhaven noordelijk van Brielle, in oostelijke richting gegraven en verbond de twee binnenhavens en de vestinggracht met de nieuwe buitenhaven en de Brielse Maas.

Brielle – Vier eeuwen een militair steunpunt

Na de inname door de Watergeuzen, was Brielle tot 1882 een garnizoensstad en steunpunt voor de marine. Diverse militaire bouwwerken in de historische binnenstad herinneren nog aan deze tijd, zoals de Provoost, het Arsenaal, de Sloepenloods en de Hoofdwacht.

Sloepenloods.Brielle

In de vestingwet van 1874 behield Brielle haar vestingstatus. Bovendien werd in deze wet de ‘Stelling van de Monden der Maas en het Haringvliet’ ingesteld als onderdeel van de kustverdediging. De vestingen Brielle en, het 10 kilometer zuidelijker gelegen, Hellevoetsluis vormden de vleugelsteunpunten van deze kleine waterlinie, die dwars over het eiland Voorne-Putten liep. Bestaande polderdijken fungeerden als liniedijk tussen deze twee vestingen, waarmee het gebied oostelijk ervan onder water kon worden gezet.

Deze verdedigingslinie had als doel om het vaarverkeer over de Maas en Haringvliet te controleren en verdedigen, en om te voorkomen dat het eiland Voorne-Putten als springplank werd gebruikt om vanuit het zuiden de Vesting Holland binnen te vallen. De ‘Stelling van de Monden der Maas en het Haringvliet’ werd in 1938 opgeheven en vormt tegenwoordig geen samenhangend geheel meer.

Brielle – Van handel en militairen naar toerisme

Brielle bereikte haar grootste bloei als handels- en visserijstad in de vijftiende eeuw. Echter, nadat de Goote aan het einde van de vijftiende-eeuw was afgedamd, zette de neergang in.

Toen na 1700 bovendien het Brielse gat steeds sterker verzande, kwam het einde van Brielle als handelsstad in zicht. Zeeschepen konden Rotterdam, inmiddels de tweede stad van de Republiek, niet meer bereiken. Daarom werd tussen 1864 en 1872 de Nieuwe Waterweg aangelegd als nieuwe monding van de Nieuwe Maas. Hiermee lag Brielle niet langer aan de Maasmonding en doorgaande vaarroute naar Rotterdam en het Duitse achterland, en nam niet alleen haar economische maar ook militaire belang sterk af.

Ook de opkomst van Hellevoetsluis aan de zuidzijde van het eiland Voorne-Putten, dat een betere verbinding met het de open zee had, droeg bij aan de verdere neergang van Brielle. Hellevoetsluis nam niet alleen een groot deel van de militaire functie van Brielle over maar ook Brielle’s streekfunctie.

In 1920 en 1926 werd de vestingstatus van Brielle dan ook gedeeltelijk opgeheven, zodat er woningbouw ten zuiden en oosten van Brielle kon plaatsvinden. In 1952 volgde de algehele opheffing van Brielles’ vestingstatus.
Met de afdamming van de Brielse Maas rond 1950, waardoor het Brielse Meer ontstond, en de aanleg van industrie- en havengebied Botlek rond 1955, was de ook de rol van Brielle als commerciële havenstad definitief voorbij.

Tussen 1972-’75 werd de vestinggordel, die inmiddels eigendom van de gemeente was geworden, gerestaureerd. Naast de vestingwerken zijn er in Brielle nog veel historische gebouwen bewaard gebleven. Het stadje heeft maar liefst 361 rijksmonumenten en 32 gemeentelijke monumenten. De Brielse binnenstad en verdedigingsgordel zijn aangewezen als beschermd stadsgezicht.

Binnenhavens.Brielle

Tegenwoordig zijn Brielle’s havens plezierhavens, is het Brielse Meer een belangrijk watersport- en recreatiegebied en vormt toerisme de belangrijkste economische pijler van Brielle.

verrekijker

Bezienswaardigheden Vestingstad Brielle

  • Historische binnenstad Brielle
    • Stadhuis (Markt 1). Langgerekt smal en hoog gebouw dat op deze plaats voor het eerst vermeld werd in 1390, en daarna een aantal malen verbouwd is. De huidige zandstenen gevel in Lodewijk XVI-stijl dateert uit 1791. Het stadhuis ligt bij de grens van voormalige dorpjes Maarland en Brielle aan de voormalige polderdijk. Het marktplein voor het stadhuis ontstond in 1579 door afbraak van een woning. In het oude Stadhuis is tegenwoordig Historisch Museum Den Briel gevestigd.
    • Waag annex stadsgevangenis (Koopmanstraat 6). Gebouwen achter het oude Stadhuis uit 1623 waarvan het achterste gedeelte diende als waag en de lage tussenverdieping als stadsgevangenis (tot 1877). Het pand maakt tegenwoordig mede onderdeel uit van het Historisch Museum Den Briel.
    • Religieuze bouwwerken
      • Grote of St.-Catharijnekerk (St. Catharijnehof 1, Brielle). Imposante hoofdkerk van Brielle uit op de locatie van een eerdere kerk. Volgens het originele plan had deze kerk de grootste van het land moeten worden, maar halverwege raakte het geld op en in 1482 is de bouw gestaakt.
        • De stompe kerktoren was van 1759 tot 1850 in gebruik als vuurtoren. Er stond een lantaarn op, waarin een kolenvuur werd gestookt. Deze werd later vervangen door een petroleumlamp met paraboolspiegels.
        • Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon trouwden op 12 juni 1575 in de St. Catharijnekerk.
      • Brigitten Poortje (St.-Catharijnehof bij 6c). Poortje uit rond 1525 naar het voormalige Brigittenklooster.
      • Sint-Jacobs of Kleine kerk (Voorstraat 86). Witgepleisterde kerk uit het begin van de vijftiende eeuw van het voormalige Sint Jacobsgasthuis. In 1611 werd de opmerkelijk slanke kerktoren met naaldspits in de kapel ingebouwd. Het gebouw diende van 1585 tot 1616 als kerk voor de Engelsen.
      • H.H. Martelaren van Gorcum (Nobelstraat 24) Neoclassicistische kerk zonder toren uit 1830, ter vervanging van een schuilkerk op dezelfde plaats.
      • Begijnhofkapel (Coppelstockstraat 13). Kapel uit rond 1480 dat onderdeel was van het voormalige begijnhof bij deze locatie.
    • Weeshuizen
      • Merulaweeshuis (St. Catharijnehof 8). Gebouw uit 1577 bestaande uit vier aaneengesloten panden met daarin ook een regentenkamer.
      • Geuzengesticht ‘Wilhelmus van Nassauen’ (Voorstraat 80). Weeshuis dat in 1873 werd gesticht in een laat-18de-eeuws drielaags gebouw. Op de gevel bevind zich een opvallend terracottareliëf met watergeus en vlag met de tekst ‘Pro Patria’.
    • Oudemannen en -vrouwenhuizen
      • Hofje ‘Asyl voor zeelieden’ (Asylplein 17-23). Hofje voor oude en gebrekkige zeelieden in rijke neorenaissance-stijl. Het werd in 1872 gesticht ter gelegenheid van 300 jaar inname van Den Briel. Na een tegenvallende geldinzamelingsactie werd slechts de hoofdvleugel en één van de twee geplande zijvleugels gebouwd. Tegenover de hoofdingang ligt een symmetrisch opgezette tuin met een beeld van een uit zee opkomende nimf.
      • Gast- en Proveniershuis ‘Oude Gasthuis’ (Asylplein 24-47). Tweelaags pand uit 1914 met boven de ruimten voor proveniers en beneden een mannen- en een vrouwenzaal.
      • Vrouwenhuis (Vrouwenhoflaan 23-27). Tweebeukig pand uit 1755.
    • Historische woningen. Brielle heeft nog honderden historische woonhuizen binnen de vestinggordel. Dit zijn overwegend diepe, twee verdiepingen hoge, huizen. Veel huizen hebben een historisch kern (soms veertiende maar meestal zestiende of zeventiende-eeuw) en zijn later, eventueel samengevoegd en, voorzien van een nieuwe (statige) gepleisterde gevel en/of een tuit- of trapgevel.
      • Een aantal elementen zijn kenmerkend voor de historische woningen in Brielle;
        • Huizen met een zijkamer, waaronder Nobelstraat 19; Voorstraat 27 en Slagveld 13.
        • Dubbele huizen met dubbele trapgevels, waaronder Maarland Noordzijde 48 en Voorstraat 43 en 45.
        • Gevelstenen met voorstellingen, zoals van ‘De 4 gekroonde Ambachtslien’ (Maarland Noordzijde 43), een schip (Maarland Noordzijde 49), Tobias en de vis (Maarland Zuidzijde 2), ‘De Winthont’ (Kaaistraat 21), en ‘De Lammerenberg’ (Vischstraat 3).
      • De hoofdas van Brielle wordt gevormd door de Nobelstraat en de Voorstraat. Hier, net als aan de Langstraat, bevinden zich aaneengesloten historische gevelwanden, met daartussen woningen met lijst- en tuitgevels, waaronder;
        • De Wildeman (Nobelstraat 7), Patriciërswoning uit rond 1860.
        • Nobelstraat 34. Patriciërswoning uit rond 1750.
        • De Samaritaan (Voorstraat 126). Herenhuis uit 1845.
      • De gegoede burgerij woonde aan de Nobel- en Voorstraat, naar ook aan de Maarlandse haven, zoals;
        • Maarland Noordzijde 8 uit rond 1815.
        • Maarland Noordzijde 10. Rijk versierd pand met trapgevel uit 1612.
        • Maarland Noordzijde 24.Versierde panden met trapgevel uit rond 1815.
        • Maarland Noordzijde 28 en 31. Brede patriciërshuizen uit rond 1850.
        • ’t Zwarte Schaep (Maarland Zuidzijde 26). Breed patriciërshuis uit rond 1815.
    • Historische Stadshavens. Binnen de vesting liggen twee binnenhavens en langs het Brielse Meer twee buitenhavens. Langs de kades van beide binnenhavens, en in hun zijstraatjes, staan historische pakhuizen, arbeidershuisjes en herenhuizen. Bij het Zuid-Spui staan ook enkele zeventiende-eeuwse industriepandjes. Deze vier havens zijn tegenwoordig in gebruik als plezierhaven.
      • Maarlandse haven (Noord-Spui, Maarland Noord- en Zuidzijde). Noordelijke binnenhaven.
        • Zakkendragershuisje (Maarland Zuidzijde 16). Smal pand van zakkendragersgilde ‘De Kaailopers’, met aan de buitenkant een klok en bel. De bel werd gebruikt om aan te geven dat een schip geladen of gelost moest worden. De zakkendragers die op tijd binnen waren, dingen mee naar het werk.
      • Oostelijke binnenhaven (Turfkade, Scharloo, Lijnbaan, Slagveld) gelegen langs het Zuid-Spui binnen de vesting.
      • Molenhaven (Brielse Maaspad 1, Brielle). Plezierhaven op de locatie van de middeleeuwse buitenhaven van Brielle aan de monding van de Goote in de Brielse Maas.
      • Buitenhaven (Rochus Meeuwiszoonweg). Nieuwe buitenhaven bij monding havenkanaal.
    • Pakhuizen. De historische pakhuizen staan voornamelijk langs de binnenhavens en hun zijstraten. Daaronder bevinden zich enkele vermoedelijk als woonhuis gebouwde panden die later tot pakhuis zijn verbouwd. Kenmerkende historische pakhuizen zijn onder andere;
      • Kaaistraat 1. Pand uit 1589 met fraaie trapgevel.
      • ’t Kont van ’t Paerd (Kaatsbaan 1) uit de zeventiende eeuw.
      • ’t Gecroonde Hart (Scharloo 5). Breed pakhuis uit 1620.
      • Slagveld 31
  • Vestingwerken Brielle
    • Herinneringen aan de Middeleeuwse vestingwerken. Van de middeleeuwse vestingwerken is haast niets bewaard gebleven, behalve grote delen van de stadsgracht (nu in gebruik als binnenhavens) en de funderingsresten van de Noordpoort:
      • Noordpoort (Dijkstraat bij 37). De blootgelegde fundering van deze stadspoort bevindt zich op Bastion IX. De Noordpoort was de stadspoort die de Watergeuzen in 1572 inbeukten.
    • Moderne vestingwerken. Brielle is een langgerechte vesting die in 1713 is aangelegd volgens het Oud-Nederlandse vestingstelsel. De vestinggordel ligt aan de west-, noordwest- en de oostzijde nog vrij in het landschap, en is aan de zuid- en deels aan de noordzijde, ingesloten door twintigste-eeuwse woonwijken. De vestinggordel van Brielle bestaat uit een;
      • Hoofdwal met bovenop de walgang naast de borstwering. In het noordoosten resteert nog een klein deel van de gemetselde bekledingsmuren van de wallen aan het rivierfront.
        • Bastions. De vesting Brielle heeft negen bastions, met in of op de bastions (militaire) bouwwerken.
      • Brede Vestinggracht met;
        • Ravelijnen. Vijf (restanten van) ravelijnen (versterkte eilandjes) in de vestinggracht.
        • Vijf beren met monniken voor de compartimentering van de vestinggracht. Vier van de massief gemetselde beren dragen een of twee ronde bakstenen monniken met natuurstenen muts.
      • Stadspoorten met poortwachtershuizen. De vesting Brielle had origineel vier toegangspoorten met aan de stadszijde een wachthuis. De stadspoorten konden niet rechtstreeks over de gracht worden bereikt, maar enkel via een tussenstap over een ravelijn. Van de toegangspoorten en wachthuizen bestaan nog;
        • Stadspoorten;
          • Langepoort (Langestraat bij 96) uit 1799.
          • Kaaipoort (Kaaistraat bij 29) uit 1709.
        • Wachthuizen;
          • Wachthuis Kaaipoort (Kaaistraat 29). Tot woonhuis verbouwd wachthuis.
          • Poortwachtershuis bij de voormalige Waterpoort (Maarland Noordzijde 1). Tolhuisje uit rond 1750 met arcade op hardstenen pijlers.
      • Sortiepoortje (Zoutziederstraat bij 10). Naast stadspoorten had de vesting ook enkele kleine tunnelachtige doorgangen door de hoofdwal, een sortie, uitsluitend bestemd voor militair gebruik om het ravelijn/de enveloppe te kunnen bereiken. Hiervan resteert er nog één..
      • Enveloppe (Batterijweg bij Parkeerplaats). Aan de noordoostzijde van de vesting, aan beide zijden van het havenkanaal, bevinden zich het restant van twee contrescarpes, een gedeeltelijke tweede vestingwal, die aansluit op de Maasdijk, met een tweede, smalle, vestinggracht.
      • Havenbatterij (Batterijweg bij 1). Omgrachte kleine schans uit 1858, in 1882 verder versterkt met een bomvrij wachthuis en enkele bomvrije schuilplaatsen. Op de Havenbatterij is tegenwoordig een camping gevestigd.
    • Militaire gebouwen;
      • Binnen en op de vestinggordel;
        • Kruithuis (bastion II). Omgracht kruithuis uit 1729 op rechthoekig eilandje in het bastion.
        • Kleine munitie-nissen. Kleine munitiemagazijnen ingegraven in de vestingwal van bastions II en III.
        • Bomvrije munitiebergingen. Deels ingegraven magazijnen met zware grondbedekking o.a. in de bastions V en IX en in de courtine (verbindingswal) tussen in bastions VIII en IX.
        • Magazijn met bomvrij wachthuis (bastion VII). Groot bakstenen gebouw uit 1860.
      • In de historische binnenstad;
        • Commandeurshof of Provoost (St.-Catharijnehof 12). Militaire gevangenis uit 1668 naast de Sint Catharijnekerk. Het pand bestaat uit twee vleugels om een gesloten binnenplaats. In de voorste, hogere vleugel bevonden zich oorspronkelijk de krijgsraadskamer, officierskamer, kamer voor de provoost-geweldige en kamer voor de cipier. De achterste, lagere vleugel was de cellenvleugel met cachots.
        • Groot Arsenaal (Rozemarijnstraat 46). Vierkant gebouw uit 1703 dat diende voor de opslag van kanonnen en wapens. In geval van oorlogsdreiging, werden de bijna tweehonderd er opgeslagen stukken geschut op de wallen en buitenwerken geplaatst. Het gebouw bestaat uit vier vleugels om een, nu overdekte, binnenplaats. Het was voor vrachtverkeer toegankelijk via drie rondboogpoorten met boven de middelste poort aan de Lijnbaan een magazijndeur en hijsbalk.
        • Infirmerie (Rozemarijnstraat 42). Militair hospitaal uit 1781 (gesloten in 1922) gebouwd tegen de zuidvleugel van het arsenaal, bestaande uit drie vleugels rondom een binnenplaats.
        • Lijkenhuis (Rozemarijnstraat 43). Gebouwd in 1788 tegenover de Infirmerie, toen het dodenkamertje in de Infirmerie zelf te klein werd. Gebouw met twee poorten, waarvan de grotere voor de lijkkoets.
        • Hoofdwacht (Markt 7). De wachtdiensten bij de verschillende stadspoorten werden geregeld vanuit dit centraal in de stad gelegen hoofdwachthuis. Het hoge pand uit 1789 met Lodewijk XVI-details heeft beneden een open arcade van hardsteen. De Hoofdwacht staat tegenover het Stadhuis.
        • Doelenkazerne (Clarissenstraat 1). L-vormig gebouw uit 1882 met wachtgebouw (Doelenstraat 12) uit rond 1880.
        • Sloepenloods (Maarland Noordzijde 104) uit 1886 aan het uiteinde van Maarlandse haven gebouwd. Laag driebeukig gebouw ten behoeve de toen in Brielle gelegerde Torpedocompagnie (1870-1922). De voor- en achtergevel zijn versierd met klimmende rondboogfriezen in gele baksteen.
        • Militair Pakhuis (Slagveld 29). Turfmagazijn uit 1762 ten behoeve van het garnizoen.
    • Overige bezienswaardigheden
      • Walmolen ‘t Vliegend Hert’ (Molenstraat 14, op Bastion I). Open standerdmolen in gebruik als korenmolen, die in 1986 geheel nieuw is gebouwd op de plek van een in 1882 afgebrande voorganger.
      • Stadspomp (Wellerondomplein). Zandstenen pomp uit 1590 bekroond met een schildhoudende leeuw.
      • Stadsboerderij (Kaaistraat 18-20). Naast de vestingwal gelegen boerderij met houten schuur uit rond 1850.
      • Bedevaartsoord H.H. Martelaren van Gorcum (De Rik 5, zuidelijk van de vestinggordel). In 1572 drukten de watergeuzen ook een negatieve stempel op de geschiedenis van Brielle. Ze martelden en hingen er op 9 juli 1572 negentien katholieke geestelijken op, die weigerden hun geloof af te zweren. De stad is vanwege deze ‘Martelaren van Gorcum’ een katholiek bedevaartsoord geworden. Na hun heiligverklaring in 1867, werd tussen 1930 en 1932 zuidelijk van de vesting een bedevaartscomplex gebouwd. Hier worden de ‘Martelaren van Gorcum’ elk jaar op 9 juli herdacht. Het bedevaartscomplex bestaat uit;
        • Toegangsbrug met Poort. Bakstenen toegangsbrug over de sloot langs de weg naar het bedevaartsterrein.
        • Bedevaartskerk. Gebouwd op de locatie van een houten kapel uit 1880.
        • Omgang. Overdekte, caré-vormige omgang van gewapend beton uit 1912 achter de Bedevaartskerk. De omgang bevat kruiswegstaties enloopt om het achter de kerk liggende ‘Martelveld’. Hij sluit aan op de processiegangen van de Bedevaartskerk.
        • Heilige Put. Midden in het Martelveld gelegen langgerekt bassin.
        • Ciborium. Koepelvormig ciborium in het midden van het bassin op het Martelveld. Deze troonhemel-achtige overkapping over een buitenaltaar, van verschillende soorten natuursteen en acht mozaïeken met afbeeldingen van de martelaren.
      • Watertoren (G.J. van den Boogerdweg 1, zuidelijk van de vesting). Witgepleisterde watertoren uit 1924.
      • Vuurtoren ‘Stenen Baak’ (Brielse Maas bij 1, Oostvoorne). Voormalige bakstenen vuurtoren uit 1630.
  • Herinneringen aan;
    • Handels en ambachtsverleden van Brielle: Grote gildeborden in de Sint-Catharijnekerk (Sint Catharijnehof 1) gewijd aan de timmerlieden, kleermakers en de kooplieden
    • Marine-verleden van Brielle: Praalgraf Philips van Almonde, Nederlands vlootvoogd en admiraal, die in Den Briel geboren was en er in 1712 in de St. Catharijnekerk herbegraven werd.
    • De heren en vrouwen van het Land van Voorne: Ruïne Jacobaburcht (Hoflaan 6, Oostvoorne)
bike

Activiteiten in en rondom Brielle

Eten en drinken

Eten & drinken

In Vestingstad Brielle bevinden zich een groot aantal eet- en drinkgelegenheden

Overnachten

Overnachten

In Brielle en naastgelegen dorpjes zijn diverse hotels, vakantieparken, B&B’s en campings

Landschap & Natuur rondom Vestingstad Brielle

Brielle ligt op het (voormalige?) eiland Voorne in het westen van de regio Voorne-Putten en zuidelijk van de gemeente Rotterdam. Het dubbeleiland Voorne-Putten bestaat uit de eilanden Voorne en Putten, die van elkaar gescheiden zijn door de Bernisse. Nadat deze zeearm in de vijftiende eeuw verzande, zijn deze twee eilanden aan elkaar gegroeid. De Bernisse is in de jaren 1970 uitgebaggerd en verbreed.

Rond 800 was de kustlijn van West-Nederland vrijwel geheel gesloten door een strandwal, met uitzondering van enkele openingen bij riviermondingen. Op de strandwal ontstonden duinen met daarachter een laaggelegen, nat gebied. Regenwater en rivierwater konden hier namelijk slecht worden afgevoerd waardoor het grondwaterniveau er steeg en het water er steeds zoeter werd. Hierdoor trad veenvorming op en rond 500 voor Christus was de westkust van Nederland, vrijwel geheel overveend.

Tussen 500 v. Chr. en het begin van de jaartelling sloegen stormvloeden bij Zeeland gaten in deze strandwal/duinengordel. Hierdoor kreeg de zee toegang tot het achterliggende land en werd veel van het veen grotendeels door de zee weggeslagen. Er ontstond een getijdengebied met diverse eilanden, waaronder Voorne. Dit eiland ligt tussen de Maasmonding en het Haringvliet, een zeearm die tijdens een stormvloed in 1216 ontstond.

Doordat bij hoog water de zee vrij toegang had tot dit gebied, was bewoning toen alleen mogelijk op de hoger gelegen gebieden, zoals de randen van de duinen en kreekruggen (zoals die van de Goote).

Om zich beter te beschermen tegen hoog water, werden in de elfde-eeuw de kweldergebieden langs de duinen ingepolderd. In de eeuwen erna werden voor landaanwinning in fases ook grote delen van het oostelijker gelegen kweldergebied en Maas estuarium ingepolderd en bij elkaar getrokken. Ook de Goote werd ingedijkt.

Brielle ligt tegenwoordig op de grens van het Brielse Meer en een zeekleipoldergebied. Deze vruchtbare kleigronden hebben een open karakter en zijn grotendeels in gebruik als akkerland en voor de glastuinbouw.